Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.OVERWEGINGEN
Navorderingsaanslag inkomstenbelasting 2009
3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
4.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 31 maart 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie AVBZ. De belanghebbende, aandeelhouder en enig werknemer van NV, heeft bezwaar gemaakt tegen de navorderingsaanslagen die door de Inspecteur der Belastingen zijn opgelegd. De Inspecteur had de navorderingsaanslagen voor de jaren 2009 en 2011 opgelegd, waarbij de belanghebbende niet tijdig aangifte had gedaan voor het jaar 2009 en een navorderingsaanslag voor het jaar 2011 was opgelegd op basis van een geschat inkomen.
Tijdens de zitting op 22 januari 2021, die via videoverbinding plaatsvond vanwege coronamaatregelen, heeft de belanghebbende zijn standpunt toegelicht. De Inspecteur heeft aangegeven dat de te weinig geheven loonbelasting en premies bij de NV na te heffen zijn en dat de navorderingsaanslagen daarom vernietigd moeten worden. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de Inspecteur niet in zijn bewijslast is geslaagd met betrekking tot het inkomen van de belanghebbende van een andere onderneming, waardoor de navorderingsaanslag voor 2011 moest worden verminderd.
Het Gerecht heeft de beroepen gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd en de navorderingsaanslagen voor 2009 en 2011 aangepast. Tevens is de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht aan de belanghebbende te vergoeden. Deze uitspraak biedt inzicht in de bewijsvoering en de verantwoordelijkheden van de Inspecteur in belastingzaken.