Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
1.Verloop van de procedure
2.De feiten
Landsverordening Passagiersfaciliteitengelden. De PFC wordt vastgesteld door de Minister van VVRP (hierna: ‘de Minister’) op basis van het
Landsbesluit methodiek bepaling passagiersfaciliteitengelden en landings- en parkeergelden(hierna: ‘het Landsbesluit’).
3.De vordering
4.De beoordeling
redelijkzijn. De toelichting bij het Landsbesluit vermeldt dat het redelijkheidscriterium ‘onder meer’ inhoudt dat er geen wanverhouding mag bestaan tussen de tarieven en hetgeen ervoor geboden wordt. Gelet hierop kan niet worden geoordeeld dat de Minister zich in redelijkheid niet op het standpunt heeft kunnen stellen dat een sterke tariefsverhoging zoals door CAP voorgesteld niet redelijk is als bedoeld in artikel 13 Landsbesluit. Dat een dergelijke verhoging, zoals CAP met verwijzing naar een deskundigenrapport stelt, geen negatieve uitwerking zal hebben op de passagiersaantallen, heeft het Land gemotiveerd betwist, eveneens met verwijzing naar een deskundigenbericht en met verwijzing naar de reactie van in het bijzonder vliegmaatschappij TUI (‘by raising this from 45 to USD 210 you are literally killing tourism to Curaçao’). Dat de vrees van de Minister dat een sterke tariefsverhoging de concurrentiepositie van Curaçao zal schaden ongegrond is, kan in dit kort geding dan ook niet worden aangenomen. Overigens heeft het Land er op goede grond op gewezen dat, ook als dat wel het geval zou zijn en passagiers zich door de sterk verhoogde PFC’s niet zouden laten ontmoedigen, dat nog niet meebrengt dat de tarieven dus redelijk zijn.