ECLI:NL:OGEAC:2021:54

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
25 maart 2021
Publicatiedatum
1 april 2021
Zaaknummer
CUR202100347
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over geldtransportovereenkomst tussen PAC en Speedy

In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, betreft het een kort geding tussen de naamloze vennootschap GLOBAL METAL N.V., handelend onder de naam PARKING AUTHORITY CURAÇAO (PAC), en SPEEDY ARMORED DIVISION N.V. (Speedy). PAC heeft Speedy in rechte betrokken omdat zij de sleutels van de parkeermeters niet heeft teruggegeven na beëindiging van hun geldtransportovereenkomst. De overeenkomst, die op 29 mei 2013 is aangegaan, was oorspronkelijk voor een jaar met de mogelijkheid tot verlenging. PAC heeft de overeenkomst op 27 januari 2021 opgezegd, maar Speedy heeft de sleutels van de geldautomaten nog steeds in bezit en blijft werkzaamheden verrichten voor PAC. PAC vordert in dit kort geding dat Speedy de sleutels binnen 24 uur na de uitspraak teruggeeft, onder verbeurte van een dwangsom.

In reconventie vordert Speedy betaling van een bedrag van NAf 96.982,63 van PAC, vermeerderd met wettelijke rente, omdat PAC sinds april 2020 niet meer aan haar betalingsverplichtingen heeft voldaan. Speedy stelt dat de overeenkomst nog steeds van kracht is, omdat PAC deze niet rechtsgeldig heeft opgezegd. Het Gerecht oordeelt dat PAC de overeenkomst niet rechtsgeldig heeft beëindigd, omdat de opzegtermijn van zes maanden niet in acht is genomen. De rechter concludeert dat Speedy gerechtigd is de sleutels te behouden totdat PAC haar betalingsverplichtingen nakomt. De vordering van PAC wordt afgewezen, terwijl de vordering van Speedy wordt toegewezen voor het bedrag van NAf 96.982,63, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 16 maart 2021.

De uitspraak is gedaan door mr. P.E. de Kort op 25 maart 2021, waarbij PAC in de kosten van de procedure wordt veroordeeld.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202100347
Vonnis in kort geding d.d. 25 maart 2021
inzake
de naamloze vennootschap
GLOBAL METAL N.V., H.O.D.N. PARKING AUTHORITY CURAÇAO,
gevestigd in Curaçao,
eiseres in conventie, gedaagde in reconventie,
gemachtigde: mr. H.W. Braam,
--tegen--
de naamloze vennootschap
SPEEDY ARMORED DIVISION N.V.,
gevestigd in Curaçao
,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
gemachtigde: mr. S.A. Hortencia.
Partijen zullen hierna PAC en Speedy worden genoemd.

1.Verloop van de procedure

1.1.
PAC heeft op 3 februari 2021 een verzoekschrift met producties ingediend. Speedy heeft op 16 maart 2021 een eis in reconventie met producties ingediend. Vervolgens heeft op 17 maart 2021 de mondelinge behandeling plaatsgevonden. {…}. Partijen hebben, de gemachtigden aan de hand van de door hen ingediende pleitaantekeningen, het woord gevoerd.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

in conventie en reconventie
2.1.
PAC en Speedy zijn op 29 mei 2013 een overeenkomst van geldtransport (hierna: de overeenkomst) aangegaan. Partijen zijn in artikel 2 van de overeenkomst overeengekomen dat de overeenkomst in eerste instantie wordt aangegaan voor de duur van 1 jaar, met de mogelijkheid tot verlenging daarvan met drie jaar. Dat laatste tenzij één van de partijen de andere partij met inachtneming van een termijn van zes maanden vóór de afloopdatum mededeelt de overeenkomst niet te willen voortzetten.
2.2.
Partijen zijn in artikel 3 van deze overeenkomst overeengekomen dat Speedy tegen betaling van NAf 7.000 (exclusief OB) per maand, van maandag tot en met zaterdag de geldinhoud van 52 gelddozen, in Punda en Otrobanda, zou ophalen en de geldinhoud dagelijks zou optellen en storten bij de Girobank. Het overeengekomen bedrag van NAf 7.000 per maand kan desgewenst jaarlijks worden verhoogd met 5%.
2.3.
Bij brief van 8 oktober 2020 heeft PAC Speedy medegedeeld dat zij vanwege financiële omstandigheden genoodzaakt is de samenwerking met Speedy per 31 oktober 2020 stop te zetten. Bij brief van 23 oktober 2020 heeft Speedy PAC medegedeeld dat de overeenkomst per 31 oktober 2020 niet rechtsgeldig kon worden beëindigd.
2.4.
Op 6 november 2020 heeft PAC contact opgenomen met Speedy en haar verzocht om de werkzaamheden voort te zetten - Speedy heeft namelijk op verzoek van PAC de werkzaamheden een korte periode stopgezet -. Via WhatsApp-bericht van 8 november 2020 deelde Speedy PAC mede dat zij de gelddozen weer zal plaatsen, waarna op 9 november 2020 een overleg tussen partijen plaatsvond. In de brief van 10 november 2020 wordt hetgeen partijen – onder meer de prijs voor de te verlenen diensten – op 9 november 2020 hebben besproken bevestigd.
2.5.
PAC heeft Speedy een voorstel voor een nieuwe overeenkomst d.d. 12 november 2020 doen toekomen. Daarbij is onder meer de betaling van een lager bedrag per maand aan Speedy door PAC voorgesteld. Speedy is uitdrukkelijk bij brief van 10 november 2020 daarmee niet akkoord gegaan.
2.6.
Bij brief van 27 januari 2021 heeft PAC de overeenkomst van opdracht met Speedy met onmiddellijke ingang opgezegd. Speedy werd daarbij verzocht om de sleutels van de geldautomaten ten kantore van de gemachtigde van PAC te retourneren en om de werkzaamheden ten behoeve van PAC per direct te stoppen.
2.7.
Speedy heeft de sleutels van de parkeermeters nog steeds onder zich. Speedy verricht tot op heden werkzaamheden ten behoeve van PAC.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
PAC vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
Speedy te bevelen binnen 24 uur na betekening van het in deze te wijzen vonnis de sleutels welke Speedy van PAC in bezit heeft om de geldautomaten te ledigen, en voorts alle andere sleutels en toebehoren van PAC welke Speedy in haar bezit mocht hebben, ten kantore van PAC dan wel de gemachtigde van PAC, af te geven, zulks onder verbeurte van een dwangsom van NAf 1.000 per uur voor ieder uur of gedeelte van een uur dat Speedy in gebreke mocht blijven aan Uw bevel te voldoen, met de veroordeling van Speedy in de kosten van deze procedure.
3.2.
PAC legt aan haar vordering ten grondslag dat Speedy tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. Zo werd zijdens Speedy al een tijdje niet zoals contractueel overeengekomen inzicht gegeven over de geïnde parkeergelden. Verder liet de service van Speedy de afgelopen maanden te wensen over. Speedy was telefonisch noch per mail of anderszins bereikbaar. Daarnaast bracht Speedy PAC nog altijd maandelijks het bedrag van NAf 7.700 in rekening voor het drie keer in plaats van de overeengekomen zes keer per week ledigen van 20 gelddozen in plaats van de overeengekomen 52 gelddozen. Nu de overeenkomst reeds door PAC is opgezegd en dus geen sprake meer is van een samenwerking tussen PAC en Speedy, dient Speedy de sleutels en alle andere toebehoren van PAC aan PAC af te geven.
3.3.
Speedy heeft verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing van de vordering.
in reconventie
3.4.
Speedy vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
  • PAC te veroordelen tot betaling van de door haar aan Speedy verschuldigde bedrag van NAf 96.982,63, vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van 16 maart 2021 tot de dag der algehele voldoening, vermeerderd met de overeengekomen boeterente van 7%, althans een door U.E.A. in goede justitie te bepalen bedrag;
  • PAC te veroordelen om aan Speedy (al dan niet bij wijze van voorschot) het bedrag van NAf 7.700 inclusief OB maandelijks te betalen totdat de overeenkomst tussen partijen rechtsgeldig is beëindigd;
  • PAC te veroordelen in de kosten van de onderhavige procedure, waaronder begrepen gemachtigdensalaris en nakosten advocaat conform het liquidatietarief; en
  • De rechtsmaatregelen in deze te treffen die het Gerecht opportuun acht.
3.5.
Speedy legt aan haar vordering ten grondslag dat de tussen PAC en Speedy gesloten overeenkomst nog steeds van kracht is nu deze niet rechtsgeldig, met inachtneming van de opzegtermijn van zes maanden, is opgezegd en/of beëindigd. PAC voldoet sinds april 2020 niet aan haar verplichting uit de overeenkomst om Speedy maandelijks NAf 7.700 te betalen voor de door haar ten behoeve van PAC verrichte werkzaamheden, waardoor PAC Speedy thans een bedrag van NAf 96.982,63 verschuldigd is.
3.6.
PAC heeft verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing van de vordering.
3.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
opzegging van de overeenkomst
4.1.
Het betoog van PAC dat zij reeds op 8 oktober 2021 de overeenkomst met Speedy per 31 oktober 2020 heeft opgezegd en dat zelfs in het geval een opzegtermijn van zes maanden in acht zou worden genomen, dat zou betekenen dat de overeenkomst per 8 april 2021 zou komen te eindigen, kan geen stand houden. Speedy heeft immers onweersproken gesteld dat zij na 8 oktober 2021, op 8 november 2020, op verzoek van PAC de te verrichten werkzaamheden heeft hervat, door onder meer de gelddozen te plaatsen in de parkeermeters. Hierdoor kon en mocht Speedy ervan uitgaan dat PAC die opzegging ter zijde had gesteld. Het voorgaande vindt voorts bevestiging in de tweede opzeggingsbrief van 27 januari 2021. Daarin werd Speedy medegedeeld dat de overeenkomst tussen partijen met onmiddellijke ingang wordt opgezegd en dat Speedy de werkzaamheden per direct stop moest zetten en de sleutels van de parkeermeters aan PAC moest retourneren.
4.2.
Gelet op het voorgaande is het voorshands aannemelijk dat de opzeggingsbrief van 8 oktober 2020 van tafel is. Als uitgangspunt heeft thans te gelden dat PAC bij brief van 27 januari 2021 met onmiddellijke ingang de overeenkomst tussen partijen heeft opgezegd. PAC heeft hierbij echter niet de overeengekomen opzegtermijn van zes maanden in acht genomen, hetgeen dient te leiden tot nietigheid of ongeldigheid van die opzegging. Met inachtneming van hetgeen in artikel 3:42 van het Burgerlijk Wetboek is bepaald, komt de rechtshandeling van PAC echter in aanmerking voor conversie. Dit houdt in dat aan een nietige rechtshandeling de werking toekomt van een andere, wel geldige rechtshandeling met een overeenkomstige strekking waarvan moet worden aangenomen dat die zou zijn verricht als van het verrichten van de nietige rechtshandeling wegens haar ongeldigheid was afgezien. Nu het voldoende duidelijk is geworden voor Speedy dat PAC de overeenkomst met haar niet langer wenste en wenst voort te zetten en gesteld nog gebleken is dat opzegging tegen een latere datum in plaats van met onmiddellijke ingang onredelijk zou zijn jegens PAC, zal de opzegging met onmiddellijke ingang worden geconverteerd in een opzegging per 27 juli 2021, zijnde de contractuele termijn van zes maanden na de dag van de opzegging.
voorts in conventie
4.3.
Het voor een kortgedingprocedure vereiste spoedeisende belang vloeit voort uit de aard van de zaak. PAC heeft onder meer gesteld de sleutels van de parkeermeters nodig te hebben om de bedrijfsvoering op eigen kracht voort te kunnen zetten.
afgifte sleutels
4.4.
Volgens PAC dient Speedy, nu PAC de overeenkomst tussen partijen heeft opgezegd, over te gaan tot afgifte van de sleutels van de parkeermeters. Als beveiligings- en/of geldtransportbedrijf komt Speedy volgens PAC het retentierecht niet toe. Het Gerecht oordeelt als volgt. Ingevolge artikel 3:290 van het Burgerlijk Wetboek komt aan een schuldeiser de bevoegdheid toe om de nakoming van een verplichting tot afgifte van een zaak aan zijn schuldenaar op te schorten totdat de vordering wordt voldaan. In casu zijn partijen overeengekomen dat Speedy tegen betaling bepaalde werkzaamheden ten behoeve van PAC zou verrichten. Speedy heeft onweersproken gesteld dat zij nog steeds werkzaamheden ten behoeve van PAC verricht. PAC heeft desgevraagd ter zitting aangegeven dat zij sinds april 2020 niet aan haar uit overeenkomst voortvloeiende betalingsverplichting voldoet. Daarmee en met hetgeen hierna wordt overwogen, staat voldoende vast dat Speedy een vordering op PAC heeft. Te meer nu de dienstverlening door Speedy nog voortduurt, is Speedy vooralsnog gerechtigd de sleutels onder zich te houden totdat de vordering door PAC is voldaan. Gelet hierop zal de vordering van PAC dan ook worden afgewezen.
in reconventie
4.5.
Met betrekking tot een voorziening in kort geding, bestaande in veroordeling tot betaling van een geldsom, is terughoudendheid op zijn plaats. De rechter zal daarbij niet alleen hebben te onderzoeken of het bestaan van een vordering van de eiser op de gedaagde voldoende aannemelijk is, maar ook of daarnaast sprake is van feiten en omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist, terwijl de rechter in de afweging van de belangen van partijen mede zal hebben te betrekken de vraag naar - kort gezegd - het risico van onmogelijkheid van terugbetaling, welk risico kan bijdragen tot weigering van de voorziening.
4.6.
Het voor een kortgedingprocedure vereiste spoedeisende belang is voldoende gebleken. Speedy heeft onder meer gesteld dat PAC Speedy sinds april 2020 niet meer heeft betaald voor de door haar ten behoeve van PAC verrichte werkzaamheden, welke werkzaamheden zij sindsdien desondanks heeft voortgezet.
4.7.
PAC heeft de vordering van Speedy betwist en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Partijen zijn overeengekomen dat Speedy de werkzaamheden ten behoeve van PAC – het zes keer per week ledigen van 52 gelddozen, het tellen van het geld en het storten daarvan bij de bank – tegen betaling van NAf 7.000 per maand zou verrichten. Dit maandelijkse bedrag is in afwijking van hetgeen partijen zijn overeengekomen eenzijdig door Speedy verhoogd tot het niet onaanzienlijke bedrag van NAf 7.700. Ondanks het feit dat Speedy de afgelopen maanden slechts drie keer per week in plaats van zes keer per week 20 gelddozen in plaats van 52 gelddozen heeft moeten ledigen, wordt PAC NAf 7.700 per maand gefactureerd. Het door Speedy gefactureerde bedrag van NAf 7.700 is te hoog en moet gelet op de onvoorziene/veranderde omstandigheden de afgelopen maanden worden bijgesteld.
4.8.
Tegenover de betwisting van PAC heeft Speedy aangevoerd dat Speedy PAC al jaren – vóór het jaar 2015 – het verhoogde bedrag van NAf 7.700 maandelijks in rekening brengt voor de zijdens Speedy verleende diensten. PAC heeft consistent tot april 2020 zonder te klagen de openstaande facturen ten bedrage van NAf 7.700 (exclusief overige kosten), betaald. Weliswaar gaat Speedy de afgelopen maanden minder dagen per week op pad en worden er minder gelddozen per week geledigd, maar dit doet niet af aan het feit dat partijen nimmer zijn overeengekomen dat op grond van het aantal parkeermeters en/of afhankelijk van de dagomzet het maandelijkse bedrag zou worden bijgesteld. Volgens Speedy heeft de vermindering van het aantal te legen automaten nauwelijks invloed op de door haar te besteden tijd en te maken kosten. Het is bovendien een eigen keuze van PAC geweest om defecte parkeermeters niet te repareren of vervangen.
4.9.
Tussen partijen bestaat al jaren een overeenkomst en op grond hiervan mochten beide partijen – met instemming van de andere partij – het maandelijks verschuldigde bedrag verhogen. In casu heeft Speedy weliswaar het bedrag eenzijdig verhoogd, maar PAC heeft zoals door haar erkend de facturen ten bedrage van NAf 7.700 (exclusief overige kosten) tot april 2020 betaald. PAC wordt hierdoor naar voorshands oordeel geacht de verhoging van het bedrag stilzwijgend te hebben geaccepteerd. Door sinds april 2020 tot en met heden niet te betalen heeft PAC een schuld laten ontstaan. Gelet hierop moet worden aangenomen dat Speedy een vordering op PAC heeft conform de overeengekomen bedragen. Er is vooralsnog geen grond gebleken - ontleend aan de redelijkheid en billijkheid of aan het leerstuk van onvoorziene omstandigheden - voor het oordeel dat Speedy PAC niet zou kunnen houden aan de afgesproken prijs.
4.10.
Het vorenstaande leidt tot de slotsom dat de vordering van Speedy voor een bedrag van NAf 96.982,63 voldoende aannemelijk is. Afweging van de wederzijdse belangen staat niet aan toewijzing in de weg. Meer in het bijzonder is niet gebleken dat sprake is van een reëel restitutierisico aan de zijde van Speedy. Dat Speedy heeft gesteld dat zij ook door de covid-pandemie te kampen heeft gehad met financiële moeilijkheden betekent nog niet dat sprake is van een onaanvaardbaar restitutierisico aan de zijde van Speedy. De vordering zal daarom worden toegewezen voor een bedrag van NAf 96.982,63. De wettelijke rente zal nu deze niet door Speedy is betwist worden toegewezen vanaf 16 maart 2021, zijnde de datum van indiening van de eis in reconventie. De overeengekomen boeterente van 7% zal worden afgewezen, nu toewijzing daarvan naast de wettelijke rente in afwijking van hetgeen in artikel 6:92 lid 2 BW is bepaald de verschuldigdheid van dubbele vertragingsrente tot gevolg zal hebben en nu de verschuldigdheid daarvan in dit kort geding onvoldoende is vast komen te staan.
4.11.
Gelet op hetgeen hiervoor onder 4.2. is overwogen wordt aangenomen dat de overeenkomst rechtsgeldig zal zijn beëindigd op 27 juli 2021. PAC dient Speedy vanaf april 2021 tot en met 27 juli 2021 NAf 7.700 per maand te betalen.
Ten slotte in conventie en reconventie
Slotsom en kosten
4.12.
Op grond van het voorgaande zal worden beslist als hierna omschreven. PAC zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding.

5.De beslissing

Het Gerecht:
rechtdoende in kort geding:
in conventie
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt PAC in de kosten van deze procedure, aan de zijde van Speedy tot aan deze uitspraak begroot op NAf 1.500 aan gemachtigdensalaris, alsmede in de nakosten, begroot op NAf 250 zonder betekening van dit vonnis en verhoogd met NAf 150 in geval van betekening;
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie
5.4.
veroordeelt PAC tot betaling van NAf 96.982,63 aan Speedy, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 maart 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
5.5.
veroordeelt PAC om aan Speedy het bedrag van NAf 7.700 maandelijks vanaf april 2021 tot en met 27 juli 2021 te betalen;
5.6.
veroordeelt PAC in de kosten van deze procedure, aan de zijde van Speedy tot aan deze uitspraak vastgesteld op NAf 750 aan gemachtigdensalaris, alsmede in de nakosten, begroot op NAf 150;
5.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.8.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort, rechter, en op 25 maart 2021 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
MC