ECLI:NL:OGEAC:2021:52
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid erfgenamen voor onverschuldigde betaling van pensioen na overlijden
In deze zaak vorderde de Sociale Verzekeringsbank Curaçao (SVB) van de erfgenamen van een overleden moeder de terugbetaling van onverschuldigde betalingen van AOV-pensioen die na haar overlijden nog 14 jaar door SVB waren doorbetaald. De moeder overleed in 2003, maar SVB bleef tot juli 2017 het pensioen doorbetalen, wat resulteerde in een totaalbedrag van NAf 135.848. SVB stelde dat de erfgenamen, ondanks dat zij wisten van het overlijden, de betalingen niet hadden gemeld en daardoor onrechtmatig hadden gehandeld. De gedaagden voerden aan dat zij niet verplicht waren om SVB te informeren en dat de betalingen door hun vader waren verbruikt.
Het gerecht oordeelde dat de gedaagden in strijd hadden gehandeld met hun waarheidsplicht en dat zij wisten dat de betalingen onterecht waren. De rechtbank concludeerde dat de gedaagden aansprakelijk waren voor de onverschuldigde betalingen, zowel als erfgenamen van hun moeder als ontvangers van de betalingen. De vordering van SVB werd toegewezen, inclusief de wettelijke rente en proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 29 maart 2021 door rechter P.E. de Kort.