Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.Het verzoek
3.De beoordeling
Ministerio de Relaciones Exterioresen van de Nederlandse Ambassade te Havanna gemotiveerd aangevoerd dat de vermiste moet zijn overleden. De vermiste zou in november 2013 met vier andere mannen een boot, de ‘Broken Vessel Too’, overvaren van de Verenigde Staten naar Curaçao, via Cuba en de Dominicaanse Republiek. Op 29 november 2013 trof de Cubaanse kustwacht voor de kust van Punta de Maisi (Guantánamo, Cuba) een klein opblaasbaar reddingsbootje aan (2.62 meter bij 1.40 meter) met één opvarende, […]. Iets verderop werd op het strand, ongeveer elf meter uit de waterlijn, het levenloze lichaam gevonden van een tweede opvarende. Dit was […]. [De overlevende opvarende] verklaarde tegenover de Cubaanse autoriteiten dat de ‘Broken Vessel Too’ ongeveer anderhalve dag na het uitvaren uit de haven van Vita (Holguin, Cuba) water maakte en dat de opvarenden genoodzaakt waren het reddingsbootje op te blazen en daarin plaats te nemen. Als gevolg van honger, dorst en uitputting zijn volgens [diens] verklaring vervolgens drie opvarenden, te weten […], […] en de vermiste, overboord in zee gevallen. Hun lichamen zijn niet teruggevonden. De ‘Broken Vessel Too’, of het wrak daarvan, evenmin. Voor zover bekend, heeft niemand ooit meer iets van de vermiste vernomen.