ECLI:NL:OGEAC:2021:282

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
12 februari 2021
Publicatiedatum
1 mei 2023
Zaaknummer
500.00086/20
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor drie overvallen met geweld in Curaçao

In deze strafzaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 12 februari 2021 uitspraak gedaan tegen de verdachte, die zich samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan drie overvallen. De verdachte, geboren in 2002 en thans gedetineerd, werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. S.C. Larmonie. De officier van justitie, mr. C.H. Hato-Willems, eiste een gevangenisstraf van acht jaren, maar de verdediging pleitte voor ontslag van alle rechtsvervolging. De overvallen vonden plaats op 9, 11 en 16 april 2020, waarbij de verdachte en zijn mededader geweld en bedreiging met geweld gebruikten om goederen te stelen van verschillende slachtoffers in Curaçao. Het Gerecht oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. Na beoordeling van de bewijsmiddelen, waaronder aangiften van slachtoffers en camerabeelden, achtte het Gerecht de feiten wettig en overtuigend bewezen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaren, waarvan twee jaren voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar en bijzondere voorwaarden. Het Gerecht hield rekening met de jonge leeftijd van de verdachte en zijn beperkte strafblad, en bood hem de kans om zijn leven op orde te krijgen met begeleiding van de reclassering.

Uitspraak

Parketnummer: 500.00086/20

Uitspraak: 12 februari 2021 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 2002 te [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], [adres 1],
thans gedetineerd in het huis van bewaring in [locatie].
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 22 januari 2021. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman mr. S.C. Larmonie, advocaat in Curaçao.
De officier van justitie, mr. C.H. Hato-Willems, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht de ten laste gelegde feiten bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van acht jaren, met aftrek van voorarrest.
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte ter zake van het ten laste gelegde zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging. Voorts heeft hij een strafmaatverweer gevoerd.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
dat hij op 16 april 2020, althans in of omstreeks de maand april 2020 in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
  • een kassalade inhoudende NAf 400,-, althans een en/of meerdere geldbedragen en/of,
  • een doos inhoudende beltegoedkaarten ter waarde van NAf 800,- en/of,
  • acht althans een of meerdere flessen wijn,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [(naam) toko 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s), hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
  • (dreigend) met gemaskerde en/of bedekte gezicht(en) de [toko 1] binnen te rennen en/of,
  • een kapmes, althans een hard en/of scherp en/of puntig voorwerp op die [slachtoffer 1] te richten en/of tonen en/of,
  • (met kracht) met die kapmes op de toonbank te slaan en/of
  • op agressieve en/of dreigende toon herhaaldelijk tegen die [slachtoffer 1] te schreeuwen: “Atrako” (“beroving’) en/of dwingen van die [slachtoffer 1] om geld aan hem te overhandigen;
en/of
dat hij op 16 april 2020, althans in of omstreeks de maand april 2020 in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot afgifte van,
  • een kassalade inhoudende NAf 400,-, althans een en/of meerdere geldbedragen en/of,
  • een doos inhoudende beltegoedkaarten ter waarde van NAf 800,- en/of,
  • acht althans een of meerdere flessen wijn,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
bestaande dat geweld en/of die bedreiging met geweld uit het opzettelijk,
  • (dreigend) met gemaskerde en/of bedekte gezicht(en) de [slachtoffer 1] binnen te rennen en/of,
  • een kapmes, althans een hard en/of scherp en/of puntig voorwerp op die [slachtoffer 1] te richten en/of tonen en/of,
  • (met kracht) met die kapmes op de toonbank te slaan en/of
  • op agressieve en/of dreigende toon herhaaldelijk tegen die [slachtoffer 1] te schreeuwen: “Atrako” (“beroving’) en/of dwingen van die [slachtoffer 1] om geld aan hem te overhandigen;
2.
dat hij op 11 april 2020, althans in of omstreeks de maand april 2020 in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
  • een (zwartkleurig) mobiele telefoon (van het merk Samsung, model S7) en/of,
  • een (sigaren)doos inhoudende beltegoedkaarten ter waarde van NAf 500,- en/of,
  • een (sigaren)doos inhoudende NAf 400,-, althans een of meerdere geldbedragen en/of,
  • USD 80,-, althans een of meerdere geldbedragen en/of,
  • (twee) pakken sigaretten,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [toko 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s), hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
  • (dreigend) met gemaskeerde en/of bedekte gezicht(en) de [toko 2] binnen te rennen en/of,
  • achter de toonbank te gaan en/of,
  • op agressieve en/of dreigende toon herhaaldelijk tegen die [slachtoffer 2] te schreeuwen “Atrako” (“Beroving”) en/of,
  • (met kracht) de hand van die [slachtoffer 2] vast te grijpen en/of vast te houden en/of,
  • (met kracht) die [slachtoffer 2] in een wurggreep vast te houden en/of,
  • op agressieve en/of dreigende toon die [slachtoffer 2] te dwingen om een kassalade open te maken en/of,
  • die [slachtoffer 2] met een kapmes, althans een scherp en/of puntig voorwerp te bedreigen en/of een kapmes op die [slachtoffer 2] te richten en/of aan die [slachtoffer 2] te tonen,
en/of
dat hij op 11 april 2020, althans in of omstreeks de maand april 2020 in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van,
  • een (zwartkleurig) mobiele telefoon (van het merk Samsung, model S7) en/of,
  • een (sigaren)doos inhoudende beltegoedkaarten ter waarde van NAf 500,- en/of,
  • een (sigaren)doos inhoudende NAf 400,-, althans een of meerdere geldbedragen en/of,
  • USD 80,-, althans een of meerdere geldbedragen en/of,
  • (twee)pakken sigaretten,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
bestaande dat geweld en/of bedreiging met geweld uit het opzettelijk,
  • (dreigend) met gemaskerde en/of bedekte gezicht(en) de [toko 2] binnen te rennen en/of,
  • achter de toonbank te gaan en/of,
  • op agressieve en/of dreigende toon herhaaldelijk tegen die [slachtoffer 2] te schreeuwen “Atrako” (“Beroving”) en/of,
  • (met kracht) de hand van die [slachtoffer 2] vast te grijpen en/of vast te houden en/of,
  • (met kracht) die [slachtoffer 2] in een wurggreep vast te houden en/of,
  • op agressieve en/of dreigende toon die [slachtoffer 2] te dwingen om de kassalade open te maken en/of,
  • die [slachtoffer 2] met een kapmes, althans een scherp en/of puntig voorwerp te bedreigen en/of een kapmes op die [slachtoffer 2] te richten en/of aan die [slachtoffer 2] te tonen;
3.
dat hij op 9 april 2020, althans in of omstreeks de maand april 2020 in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
 een geldbedrag van NAf 700,-, althans een en/of meerdere geldbedragen
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] en/of aan [minimarkt 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s), hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
  • met gemaskerde en/of bedekte gezicht(en) de [minimarkt 1] binnen te rennen en/of binnen te dringen en/of,
  • een kapmes, althans een scherp en/of puntig voorwerp op die [slachtoffer 3] te richten en/of aan die [slachtoffer 3] te tonen en/of voorhouden en/of,
  • achter de toonbank te gaan en/of meerdere geldbedragen weg te nemen,
en/of
dat hij op 9 april 2020, althans in of omstreeks de maand april 2020 in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van,
 een geldbedrag van NAf 700,-, althans een en/of meerdere geldbedragen,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
bestaande dat geweld en/of die bedreiging met geweld uit het opzettelijk,
  • met gemaskerde en/of bedekte gezicht(en) de [minimarkt 1] binnen te rennen en/of binnen te dringen en/of,
  • een kapmes, althans een scherp en/of puntig voorwerp op die [minimarkt 1] te richten en/of aan die [slachtoffer 3] te tonen en/of voorhouden en/of,
  • achter de toonbank te gaan en/of een of meerdere geldbedragen weg te nemen.
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht – op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd – wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande:
1.
dat hij op 16 april 2020,
althans in of omstreeks de maand april 2020in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
  • een kassalade inhoudende NAf 400,-,
  • een doos inhoudende beltegoedkaarten ter waarde van NAf 800,- en
  • acht
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [toko 1],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke diefstal werd
voorafgegaan en/ofvergezeld
en/of gevolgdvan
geweld en/ofbedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s), hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/ofwelke bedreiging met geweld bestond
(en)uit,
  • (dreigend
    )met
    gemaskerde en/ofbedekte gezicht
    (en)de [toko 1] binnen te rennen en
    /of,
  • een kapmes
  • (met kracht)met die kapmes op de toonbank te slaan en
    /of
  • op agressieve en/of dreigende toon herhaaldelijktegen die [slachtoffer 1] te schreeuwen: “Atrako” (“beroving’’) en
    /ofdwingen van die [slachtoffer 1] om geld aan hem te overhandigen;
2.
dat hij op 11 april 2020,
althans in of omstreeks de maand april 2020in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
  • een
  • een
  • een
  • USD 80,-
  • (twee
    )pakken sigaretten,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [toko 2],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke diefstal werd
voorafgegaan en/ofvergezeld
en/of gevolgdvan geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk te maken en
/ofom
bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s), hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzijhet bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld bestond
(en
)uit,
  • [toko 2] binnen te rennen en
  • achter de toonbank te gaan en
  • op agressieve en/of dreigende toon herhaaldelijktegen die [slachtoffer 2] te schreeuwen “Atrako” (“Beroving”) en
    /of,
  • (met kracht
    )de hand van die [slachtoffer 2] vast te grijpen en
    /ofvast te houden en
    /of,
  • (met kracht)die [slachtoffer 2] in een wurggreep vast te houden en
    /of,
  • op agressieve en/of dreigende toon die [slachtoffer 2] te dwingen om een kassalade open te maken
  • die [slachtoffer 2] met een kapmes, althans een scherp en/of puntig voorwerp te bedreigen en/ofeen kapmes
    op die [slachtoffer 2] te richten en/ofaan die [slachtoffer 2] te tonen
    ,
3.
dat hij op 9 april 2020,
althans in of omstreeks de maand april 2020in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
 een geldbedrag van NAf 700,-
, althans een en/of meerdere geldbedragen
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 3] en/of aan [minimarket 1],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke diefstal werd
voorafgegaan en/ofvergezeld
en/of gevolgdvan
geweld en/ofbedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk te maken en
/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s), hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/ofwelke bedreiging met geweld bestond
(en)uit,
  • met
  • een kapmes
  • achter de toonbank te gaan en
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd; omwille van de leesbaarheid zijn ook wijzigingen aangebracht in de bewezenverklaring (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen
Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring. [1]
Daarbij wordt opgemerkt dat ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts wordt gebruikt tot bewijs van die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft en, voor zover het een geschrift als bedoeld in artikel 387, eerste lid, aanhef, onder e Sv betreft, telkens slechts wordt gebezigd in verband met de inhoud van de andere bewijsmiddelen.
Voorts wordt opgemerkt dat in de bewijsmiddelen geen (expliciete) landsaanduiding is opgenomen, maar dat algemeen bekend is dat de in die bewijsmiddelen wel opgenomen plaatsen zijn gelegen in Curaçao.
Feit 1:
1. slachtoffer 1] deed op 16 april 2020 aangifte van diefstal met geweld. Hij heeft bij die gelegenheid het volgende verklaard:

“Op 16 april 2020 was ik in mijn [toko 1] aan de [adres 2]. Op enig moment zag ik twee jongemannen de Toko binnen rennen. Ik zag dat een van de daders een kapmes in zijn rechterhand had, hij sloeg met deze met kracht op de toonbank, en schreeuwde met luide stem “ATRAKO”, geef nu al het geld.

Ik schrok en schoof direct aan de kant en maakte de kassa open. De andere dader pakte het geld welke in de kassa lag. Hij zag de kans om de kassa la uit de kassa te halen en nam deze mee. Hij bleef persisteren dat er meer geld moest zijn. Hierdoor pakte ik de doos welke ik de telefoon kaarten en geld had en had deze aan hem gegeven. Deze beroving duurde niet langer dan 5 minuten. Beide daders renden de Toko naar buiten richting [straatnaam 1].
Weggenomen goederen: de kassa la inhoudende 400 gulden, doos inhoudende 800 gulden aan telefoonkaarten, 8 flessen wijn.” [2]
2. De verdachte heeft op 16 april 2020 tijdens het eerste verhoor bij het Korps Politie Curaçao, Bureau Roofovervallen Bestrijding, het volgende verklaard:
“Het klopt dat ik de beroving op 16 april 2020 op de [toko 1] gelegen op de [adres 2] heb gepleegd.” [3]
Feit 2
1. Slachtoffer 2] deed op 11 april 2020 aangifte van diefstal met geweld. Zij heeft bij die gelegenheid het volgende verklaard:

“Op 11 april 2020 was ik in de [toko 2] aan de [adres 3]. Om 16:53 uur zag ik twee (2) voor mij onbekende mannen in de toko komen. Een van deze mannen rende gelijk achter de toonbank in deze toko. Hij riep “Atrako” en kwam gelijk op mij af. Hij greep mijn rechterhand met kracht vast. Op dat moment wou ik van achter de toonbank wegrennen, echter greep hij mij in een wurggreep en hield mij van achteren vast. Hij maande mij om de kassa lade open voor hem te maken. Ik voelde mij bedreigd en moest aan zijn aanmaning voldoen. Ik maakte de kassa lade open, waarbij de man geld en goederen uit de lade begon te nemen.

Op dat moment was de tweede dader ook achter de toonbank gekomen. Terwijl de eerste dader goederen uit de kassa nam, hield de tweede dader mij vast en bedreigde mij met een kapmes welke hij op dat moment in zijn bezit had. Op een gegeven moment liet de eerste dader mij los en begon goederen van onder de toonbank te nemen. Ook was het hem gelukt om mijn mobiele telefoon welke ik op de toonbank had, weg te nemen.
Weggenomen goederen:
Een oud zwart mobiele telefoon van merk Samsung 57, zonder GSM (voorheen [nummer])
Een sigaren doos inhoudende opwaardeerkaarten te waarden van ± NAf 500,-
Een sigaren doos inhoudende een geldbedrag van iets meer dan NAf 400,-
Een geldbedrag van $80,-
Twee (2) pakjes sigaret” [4]
2. De politie heeft een proces-verbaal van bevinding van een door hen verricht onderzoek naar de camerabeelden die zijn opgenomen op 11 april 2020 in de [toko 2]. Daarin heeft de verbalisant het volgende waargenomen:

“Op 11 april 2020 zijn twee op mannen lijkende personen te zien via de voordeur van de [toko 2] binnenrennen. De twee personen hebben de volgende signalementen:

Dader 1: […], een donkerkleurige stof om zijn hoofd, […].” [5]
3. De verdachte heeft op 14 mei 2020 tijdens het eerste verhoor bij het Korps Politie Curaçao, Bureau Roofovervallen Bestrijding, het volgende verklaard:
“Het klopt dat ik de beroving op 11 april 2020 op de [toko 2] gelegen op de [adres 3] heb gepleegd.” [6]
Feit 3
1. slachtoffer 3] deed op 9 april 2020 aangifte van diefstal met geweld. Zij heeft bij die gelegenheid het volgende verklaard:
“Op 9 april 2020 was ik achter de toonbank van [minimarket 1] aan de [adres 4]. Op enig moment drongen twee (2) voor mij onbekende mannen in de minimarket. Ik zag dat de gezichten van deze twee mannen gedekt waren. Een van de mannen was achter de toonbank gekomen nadat ze binnen in de minimarket waren. De man in het grijs kwam gelijk achter de toonbank. De andere man gekleed in een donkerkleurige jas en oranje trainingsbroek, met slippers hield in zijn rechterhand een kapmes vast. Toen ik naar voren ging, zag ik dat zij geld vanuit het kasregister wegnamen.
Weggenomen goederen: een geldbedrag van NAf 700,-. [7]
2. De verdachte heeft op 3 mei 2020 tijdens het eerste verhoor bij het Korps Politie Curaçao, Bureau Roofovervallen Bestrijding, het volgende verklaard:
“Het klopt dat ik de beroving op 9 april 2020 op de [minimarket 1] gelegen op de [adres 4] heb gepleegd.” [8]
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het onder 1 en 3 bewezen verklaarde is telkens voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:289 juncto 2:291 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt telkens als volgt gekwalificeerd:
Diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder 2 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:289 juncto 2:291 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
Diefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
De raadsman heeft ontslag van alle rechtsvervolging bepleit. Het Gerecht verstaat dit verweer echter als een strafmaatverweer, aangezien de raadsman slechts de persoonlijke omstandigheden van de verdachte heeft genoemd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan drie overvallen. De verdachte heeft met zijn handelen niet alleen het directe slachtoffer grote angst aangejaagd, maar heeft ook een ernstige inbreuk op de rechtsorde gemaakt. Het handelen van de verdachte versterkt bovendien bestaande gevoelens van angst en onveiligheid in de Curaçaose maatschappij. Bovendien kan een overval vergezeld van geweld langdurige psychische gevolgen hebben voor het slachtoffer. De verdachte en zijn mededader zijn aan deze gevolgen van hun handelen volledig voorbijgegaan en hebben zich louter laten leiden door hun streven naar financieel gewin.
Dit alles zou een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigen. In dat verband maakt het Gerecht ook melding van de oriëntatiepunten straftoemeting, waarin het gebruikelijke rechterlijke straftoemetingsbeleid van het Hof en de Gerechten in eerste aanleg zijn neerslag heeft gevonden. Daarin wordt voor een “atrako” waarbij er sprake is geweest van dreigen met een steekwapen, als indicatie een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren gegeven.
De door de officier van justitie gevorderde onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van acht jaren zou naar het oordeel van het Gerecht onder normale omstandigheden dan ook passend zijn geweest.
Het Gerecht houdt echter – in het voordeel van de verdachte – rekening met zijn relatief jonge leeftijd ten tijde van de overvallen (18 jaar) en de omstandigheid dat hij een beperkte strafkaart heeft. De inhoud van verdachtes strafkaart wordt hem niet zwaar aangerekend, nu het Gerecht rekening houdt met het feit dat hij ten tijde van het plegen van de daarop genoemde delicten zeer jong was en als mens onervaren in het leven stond, wat maakt dat hij zeer beïnvloedbaar was.
Het Gerecht houdt ook rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder het feit dat de ketenpartner binnen de justitiële sector, ‘Top C (Tur Wowo Riba Bo)’, bij monde van mevrouw [naam 1], ter zitting heeft verklaard dat verdachte al vanaf zijn zestiende hun klant is en dat ze alle vertrouwen hebben dat verdachte met behulp van intensieve begeleiding op het goede pad kan worden gebracht en daar kan worden gehouden. Volgens mevrouw [naam 1] gaf dit aanleiding te adviseren een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen.
Het Gerecht wil de verdachte daarom nog een kans bieden om zijn leven op orde te krijgen. Daarbij speelt de bereidwilligheid van TOP C om verdachte te begeleiden en de door verdachte ter zitting getoonde motivatie die begeleiding verder te willen aanvaarden een belangrijke rol. Die intensieve begeleiding kan zorgen voor een blijvende gedragsverandering bij verdachte, waardoor hij in het vervolg geen strafbare feiten meer pleegt en geen overlast meer veroorzaakt voor de samenleving. Dat maakt dat het Gerecht voor een lagere straf kiest dan de officier van justitie, zodat verdachte eerder aan de slag kan met het werken aan zijn toekomst.
Het Gerecht acht het van belang op te merken dat de verdachte zich goed moet realiseren dat als hij deze kans niet grijpt, hij geen volgende kans meer krijgt. Het Gerecht geeft verdachte gelet op zijn houding, verklaring ter zitting en het vertrouwen van Top C in een positieve gedragsverandering bij verdachte het voordeel van de twijfel. Bij een eventueel volgend strafbaar feit zal verdachte afgestraft worden.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, waarvan 2 jaren voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar en met oplegging van bijzondere voorwaarden passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld. De duur van het voorwaardelijke strafdeel en de proeftijd vormen een stevige stok achter de deur voor de verdachte om gemotiveerd te blijven zijn leven op orde te krijgen en dat vervolgens te behouden. De op te leggen bijzondere voorwaarden zal het Gerecht in haar beslissing opnemen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf en maatregel zijn, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:19, 1:20, 1:21 en 1:136 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Gerecht:
  • verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan;
  • kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
  • verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
  • bepaalt dat een gedeelte van deze straf, groot
  • als bijzondere voorwaarden worden gesteld dat de verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen, te geven door of namens de Stichting Reclassering Curaçao, zulks zolang deze instelling dat gedurende de proeftijd nodig oordeelt;
  • geeft de reclassering opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. J. Snitker, bijgestaan door mr. O.H.M. Leito, zittingsgriffier, en op 12 februari 2021 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Curaçao.
uitspraakgriffier:

Voetnoten

1.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisant(en) in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het eindproces-verbaal van het Korps Politie Curaçao (Recherche informatie dienst) d.d. 13 juli 2020, geregistreerd onder proces-verbaalnummer 2020014474 en de onderzoeksnaam “Triple”.
2.Proces-verbaal van aangifte van het Korps Politie Curaçao, d.d. 16 april 2020, geregistreerd onder document code: 2020014474_20200416_120730.doc., dossierpagina’s 24-26.
3.Proces-verbaal van het Korps Politie Curaçao (afdeling: Bureau Roofovervallen Bestrijding), d.d. 16 april 2020, geregistreerd onder proces-verbaalnummer 2020144 en de onderzoeksnaam “Triple”, dossierpagina’s 103-107.
4.Proces-verbaal van aangifte van het Korps Politie Curaçao, d.d. 12 april 2020, geregistreerd onder document code: 2020013727_20200412_112233.doc., dossierpagina’s 64-66.
5.Proces-verbaal van bevinding onderzoek videobeelden te [toko 2]te [adres 3] van het Korps Politie Curaçao, Bureau Roofovervallen Bestrijding, d.d. 7 juli 2020, geregistreerd onder proces-verbaalnummer 20200707.0850 en de onderzoeksnaam “Triple”, dossierpagina’s 69-71.
6.Proces-verbaal van het Korps Politie Curaçao (afdeling: Bureau Roofovervallen Bestrijding), d.d. 14 mei 2020, geregistreerd onder proces-verbaalnummer 202013727 en de onderzoeksnaam “Triple”, dossierpagina’s 115-120.
7.Proces-verbaal van aangifte van het Korps Politie Curaçao, d.d. 11 april 2020, geregistreerd onder document code: 2020013372_20200411_114155.doc, dossierpagina’s 47-49.
8.Proces-verbaal van het Korps Politie Curaçao (afdeling: Bureau Roofovervallen Bestrijding), d.d. 3 mei 2020, geregistreerd onder proces-verbaalnummer 202013372 en de onderzoeksnaam “Triple”, dossierpagina’s 109-113.