Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
1.[eiseres sub 1],
[eiser sub 2],
[eiseres sub 3],
1.Het procesverloop
- het inleidend verzoekschrift met producties, op 4 december 2019 ter griffie ingediend;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
2.De vaststaande feiten
wordt door het Eilandgebied een aanvang gemaakt met het wettelijk voorgeschreven traject van herziening c.q. bestemmingswijziging in de zin van het EOP met inachtneming van de toepasselijke wettelijke formaliteiten, gebaseerd op de desbetreffende rapportage c.q. het onderzoeksresultaat zoals uiteindelijk vastgesteld door het Bestuurscollege. Dit traject zal door het Eilandgebied met inachtneming van de toepasselijke wettelijke formaliteiten en termijnen met de grootst mogelijke voortvarendheid tot en met de inwerkingtreding worden voortgezet.[…]
Voor zover het de gronden te Oostpunt betreft, geldt hierbij dat de ontwikkelingen van deze gronden slechts kunnen plaatsvinden, indien:
Passende voorwaarden worden gesteld en passende maatregelen worden getroffen die waarborgen dat sprake is van een daadwerkelijke en effectieve bescherming van het mariene milieu en die waarborgen dat verontreiniging van het kustgebied en het zeewater als gevolg van de bouwactiviteiten of van die activiteiten in de vorm van gebruik na realisatie van de bouwwerkzaamheden wordt voorkomen, zulks in overeenstemming met de eisen die voortvloeien uit regelgeving en internationale verdragen; en
Passende maatregelen worden getroffen die waarborgen dat sprake is van daadwerkelijke en effectieve bescherming van natuurwaarden op land, zijnde plant- en diersoorten als bedoeld in de Landsverordening grondslagen natuurbeheer en – bescherming, die zich in het gebied bevinden, zulks ook overigens in overeenstemming met de eisen die voortvloeien uit regelgeving en internationale verdragen.
De maatregelen als bedoeld in het eerste lid onderdeel a, moeten onder meer vorkomen dat als gevolg van ontwikkeling meer regen-, storm-, riool-, of andersoortige verontreiniging van het kustgebied en het zeewater plaatsvindt.
Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen delen van de territoriale zee of van de exclusieve economische zone tot beschermd gebied als bedoeld in artikel 4 van het SPAW-Protocol worden aangewezen.
Een landsbesluit als bedoeld in het eerste lid regelt het gebruik van het beschermde gebied, waarbij in het bijzonder beperkingen of verboden kunnen worden opgelegd aan de vaart.
Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gegeven ter zake van:
De planten- of diersoorten, opgenomen in Bijlage III van het SPAW-protocol, met inachtneming van het bepaalde in artikel 11, onderdeel c, van dat protocol; en
Andere aangelegenheden ter uitvoering van het SPAW-protocol, onverminderd het bepaalde in artikel 13, eerste lid, jo. artikel 15, derde lid, van deze landsverordening.
Onverminderd het bepaalde in artikel 15, derde lid, van deze landsverordening kunnen bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, regels worden gegeven ter uitvoering van het Verdrag van Ramsar, de Bonn-conventie, het Biodiversiteitsverdrag en het Zeeschildpaddenverdrag.
Als beschermd gebied in de zin van artikel 4 van het SPAW-protocol is aangewezen het geografisch gebied begrensd door:
De zuidoostelijke kustlijn beginnende bij de westelijke punt van de Caracasbaai (Lijhoek) met coördinaten 12.070692°W, -68.873258°W tot Oostpunt (punt Kanon) en verder de hoek om tot de coördinaten 12.063775°N, - 68.759379°W; en
Een lijn honderd meter uit de kust, gemeten vanaf de laagwaterlijn en de afsluitingslijnen, genoemd in het Besluit uitbreiding territoriale zee van het Caribische deel van het Koninkrijk[Stb. 1985, no. 559],
inclusief de bodem van de zee en de waterkolom die zich daar boven bevindt, zoals aangetekend op de kaart in de bijlage bij dit landsbesluit gevoegd.
Het gebied, bedoeld in het eerste lid, wordt aangeduid als: SPAW-gebied I. […].
Aan het SPAW-gebied I grenst een bufferzone als bedoeld in artikel 8 van het SPAW-protocol, bestaande uit de baaien en inhammen die direct grenzen aan of in open verbinding staan met het SPAW-gebied, zoals aangetekend op de kaart in de bijlage bij dit landsbesluit gevoegd, uit de stranden der zee, als bedoeld in artikel 26, eerste lid, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek, en de getijdenzone.
3.De vordering
4.Het standpunt van [eisers]
met de grootst mogelijke voortvarendheid’ ertoe moet bijdragen dat de gronden van Oostpunt een ontwikkelbare bestemming krijgen. Deze verplichting verhoudt zich niet met duidelijk opzettelijke tegenwerking zoals is gebeurd met het afkondigen van het Landsbesluit.