Parketnummer : 500.00032/21 en 500.00014/20 (TUL)
Uitspraak : 5 mei 2021 Tegenspraak
in de strafzaak tegen de verdachte:
[Verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1972 op [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], [adres 1],
thans gedetineerd in het huis van bewaring op [locatie].
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 5 mei 2021. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadslieden, mrs. H.M.M. Alejandra (strafzaak) en mr. D. Eisden (TUL), advocaten op Curaçao.
De officier van justitie, mr. C. Janssen, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder 1 primair ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van
24 maanden, met aftrek van voorarrest en de verdachte zal vrijspreken van het onder 2 ten laste gelegde.
Zijn vordering behelst voorts:
- de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen motorfietsen;
- toewijzing van de vordering tenuitvoerlegging van het vonnis van het Gerecht d.d. 6 maart 2020, te weten 3 maanden gevangenisstraf.
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het onder 1 primair en subsidiair en 2 ten laste gelegde en heeft een strafmaatverweer gevoerd.
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting – ten laste gelegd dat:
dat hij, op of omstreeks 23 februari 2021 te Curacao, in een perceel (gelegen te
[adres 2]), tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, al dan niet opzettelijk heeft verbouwd, ongeveer duizendvijfhonderdachtennegentig (1598), althans een (grote) hoeveelheid
planten van het geslacht Cannabis;
subsidiair, althans indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht
of zou kunnen leiden:
dat hij, op of omstreeks 23 februari 2021 te Curaçao, tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, in zijn bezit heeft gehad en/of aanwezig heeft gehad en/of heeft aangewend duizendvijfhonderdachtennegentig (1598) hennepplanten, in elk geval een hoeveelheid hennep, althans hars die uit hennep wordt getrokken, althans een gebruikelijke bereiding waaraan de bars die uit hennep wordt getrokken ten grondslag ligt (zoals hashish), zijnde hennep, een middel als bedoeld in artikel 1 Opiumlandsverordening 1960 en/of in de Beschikking van de Minister van Volksgezondheid van 6 januari 2005 (P.B. 2005 no. 13);
dat hij, op of omstreeks 23 februari 2021 te Curacao, tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, twee motorfietsen (merk: KTM, kleur: oranje) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die motorfietsen wist of begreep, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Met de officier van justitie en raadsman is het Gerecht van oordeel dat voor het onder 2 ten laste gelegde onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is. De verdachte zal daarom voor dit feit worden vrijgesproken.
Het Gerecht acht - op grond van de hierna vermelde redengevende feiten en omstandigheden, de daaraan ten grondslag liggende bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
dat hij, op
of omstreeks23 februari 2021 te Curacao, in een perceel (gelegen te
[adres 2]), tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans
alleen, al dan nietopzettelijk heeft verbouwd,
ongeveerduizendvijfhonderdachtennegentig (1598)
, althans een (grote) hoeveelheid
planten van het geslacht Cannabis;
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring.
Voorts wordt opgemerkt dat in de bewijsmiddelen geen (expliciete) landsaanduiding is opgenomen, maar dat algemeen bekend is dat de in die bewijsmiddelen wel opgenomen plaatsen zijn gelegen in Curaçao.