Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
1.Het procesverloop
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie met producties genomen op de rol van 22 februari 2021;
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, gaat het om een geschil tussen eiser en gedaagde over de verdeling van een nalatenschap. Eiser, vertegenwoordigd door mr. L.L.A. Davelaar-Franklin, heeft een verzoekschrift ingediend met betrekking tot de verdeling van de nalatenschap van erflater en erflaatster. Gedaagde, vertegenwoordigd door mr. B.P. Hart, heeft verweer gevoerd en in reconventie vorderingen ingesteld. De zaak is behandeld op verschillende data, waarbij onder andere een comparitie van partijen heeft plaatsgevonden. Tijdens deze comparitie is gebleken dat eiser geen deelgenoot is in de nalatenschap, wat leidt tot de conclusie dat hij niet kan worden ontvangen in zijn vorderingen. Ook gedaagde kan niet worden ontvangen in zijn vorderingen in reconventie, aangezien deze betrekking hebben op de verdeling van de nalatenschap waar eiser geen deelgenoot van is. Het Gerecht heeft daarom beide partijen niet ontvankelijk verklaard in hun vorderingen en de proceskosten gecompenseerd. Het vonnis is uitgesproken op 29 november 2021.