Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Prematuur bezwaar
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 10 februari 2021 uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij belanghebbende, die een plantage exploiteert, in geschil is met de Inspecteur der Belastingen over de correctie van aftrekposten. De Inspecteur had op 7 december 2018 aanslagen opgelegd voor de inkomstenbelasting en premies voor het jaar 2017, waarbij belanghebbende een belastbaar inkomen van NAf 90.621 had. Belanghebbende maakte bezwaar tegen deze aanslagen, maar de Inspecteur handhaafde deze bij uitspraken op bezwaar op 6 december 2019. Hierop heeft belanghebbende op 5 februari 2020 beroep ingesteld bij het Gerecht, waarbij griffierecht is betaald.
Tijdens de zitting op 21 januari 2021, die via videoverbinding plaatsvond vanwege coronamaatregelen, is belanghebbende niet verschenen, terwijl de Inspecteur vertegenwoordigd was. Het Gerecht oordeelde dat belanghebbende niet voldoende bewijs had geleverd voor de door hem opgevoerde aftrekposten, zoals personeelskosten en huurkosten. Het Gerecht concludeerde dat belanghebbende niet in zijn bewijslast was geslaagd, waardoor het beroep ongegrond werd verklaard. De uitspraak bevatte ook informatie over de proceskosten en de mogelijkheid tot hoger beroep, waarbij belanghebbende binnen twee maanden na de verzenddatum van de uitspraak hoger beroep kan instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.