ECLI:NL:OGEAC:2021:25

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
10 februari 2021
Publicatiedatum
22 februari 2021
Zaaknummer
CUR202000426, CUR202000428, CUR202000430 en CUR202000431
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen de correctie van aftrekposten door de Inspecteur der Belastingen

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 10 februari 2021 uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij belanghebbende, die een plantage exploiteert, in geschil is met de Inspecteur der Belastingen over de correctie van aftrekposten. De Inspecteur had op 7 december 2018 aanslagen opgelegd voor de inkomstenbelasting en premies voor het jaar 2017, waarbij belanghebbende een belastbaar inkomen van NAf 90.621 had. Belanghebbende maakte bezwaar tegen deze aanslagen, maar de Inspecteur handhaafde deze bij uitspraken op bezwaar op 6 december 2019. Hierop heeft belanghebbende op 5 februari 2020 beroep ingesteld bij het Gerecht, waarbij griffierecht is betaald.

Tijdens de zitting op 21 januari 2021, die via videoverbinding plaatsvond vanwege coronamaatregelen, is belanghebbende niet verschenen, terwijl de Inspecteur vertegenwoordigd was. Het Gerecht oordeelde dat belanghebbende niet voldoende bewijs had geleverd voor de door hem opgevoerde aftrekposten, zoals personeelskosten en huurkosten. Het Gerecht concludeerde dat belanghebbende niet in zijn bewijslast was geslaagd, waardoor het beroep ongegrond werd verklaard. De uitspraak bevatte ook informatie over de proceskosten en de mogelijkheid tot hoger beroep, waarbij belanghebbende binnen twee maanden na de verzenddatum van de uitspraak hoger beroep kan instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.

Uitspraak

Uitspraak van 10 februari 2021
BBZ nrs. CUR202000426, CUR202000428, CUR202000430 en CUR202000431
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende], wonende te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende zijn op 7 december 2018 aanslagen inkomstenbelasting, premies AOV/AWW, premie AVBZ en premie BVZ voor het jaar 2017 opgelegd naar een belastbaar en premie-inkomen van NAf 90.621.
1.2
Belanghebbende heeft op 15 november 2018 daartegen bezwaar gemaakt.
1.3
De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 6 december 2019 de aanslagen gehandhaafd.
1.4
Belanghebbende heeft op 5 februari 2020 tegen de uitspraken van de Inspecteur beroep ingesteld bij het Gerecht. Daarvoor is een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 50.
1.5
De Inspecteur heeft op 12 en 20 januari 2021 verweerschriften ingediend.
1.6
Op 20 januari 2021 is er telefonisch contact geweest tussen belanghebbende en de belastinggriffie over de ingediende verweerschriften. Daarbij heeft belanghebbende aangegeven op de hoogte te zijn van de datum en het tijdstip van de zitting.
1.7
De zitting heeft plaatsgevonden op 21 januari 2021 te Willemstad. Belanghebbende is zonder bericht niet verschenen. Namens de Inspecteur is verschenen [A]. Door de maatregelen vanwege het corona-virus heeft de rechter de zitting geleid via een videoverbinding.

2.FEITEN

2.1
Belanghebbende exploiteert een plantage onder de naam [Q].
2.2
Belanghebbende heeft in zijn aangifte inkomstenbelasting voor het jaar 2017 de volgende kostenposten in aanmerking genomen:
Algemene kosten
NAf 175
Personeelskosten
41.4
Huurkosten
9.6
Water en elektra
4.8
Benzinekosten
2.4
Totaal
NAf 58.375
2.3
Bij het vaststellen van de aanslagen heeft de Inspecteur de aftrek van de personeels- en huurkosten gecorrigeerd, alsmede 40% van de kosten voor water, elektra en benzine.

3.GESCHIL

In geschil is of de Inspecteur terecht de aftrek van voornoemde kostenposten heeft gecorrigeerd.

4.OVERWEGINGEN

Prematuur bezwaar

4.1
In artikel 29, lid 1, Algemene landsverordening Landsbelastingen (hierna: ALL) is bepaald dat degene die bezwaar heeft tegen een hem opgelegde belastingaanslag, binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet een gemotiveerd bewaarschrift kan indienen bij de Inspecteur.
4.2
Het onderhavige aanslagbiljet is gedagtekend op 7 december 2018. Het bezwaar is ingediend op 15 november 2018, dus vóór de dagtekening van het aanslagbiljet. In dat geval blijft niet-ontvankelijkverklaring achterwege indien de belastingaanslag ten tijde van het indienen van het bezwaar reeds tot stand was gekomen of belanghebbende redelijkerwijs kon menen dat dit het geval was (GEA Curaçao 20 december 2019, ECLI:NL:OGEAC:2019:286). Daarvan is in dit geval sprake. Gelet hierop is het bezwaar ontvankelijk.
Aftrek kosten
4.3
De belastingplichtige heeft in de regel de bewijslast voor de feiten die tot een verlaging van de verschuldigde belasting leiden. Deze bewijslastverdeling brengt mee dat indien er twijfel bestaat over het door belanghebbende gestelde, dit ten nadele werkt van belanghebbende. In het onderhavige geval dient belanghebbende dus bewijs te leveren voor de personeels- en huurkosten, alsmede voor de kosten voor water, elektra en benzine. Naar het oordeel van het Gerecht heeft belanghebbende op generlei wijze voornoemde aftrekposten onderbouwd – bijvoorbeeld met een verzamelloonstaat of betalingsbewijs voor de personeelskosten – zodat belanghebbende niet is geslaagd in zijn bewijslast.
Slotsom
4.4
Gelet op het vorenstaande dient het beroep ongegrond te worden verklaard.

5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT

Het Gerecht ziet geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten of het griffierecht.

6.DE BESLISSING

Het Gerecht verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gegeven door mr. dr. A.J.H. van Suilen, rechter, en uitgesproken op 10 februari 2021, in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.C.M.J. Bucx.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Emancipatie Boulevard Dominico “Don” Martina 18
Willemstad
Curaçao
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffieCUR@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: NAf 200
- personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf 500