ECLI:NL:OGEAC:2021:244

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
3 december 2021
Publicatiedatum
30 december 2021
Zaaknummer
CUR202103013
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een erkende vordering in kort geding met betrekking tot onbetaalde facturen en verzuim

In deze zaak heeft Medtronic Logistics LLC, gevestigd in Minneapolis, Minnesota, Verenigde Staten, op 12 oktober 2021 een verzoekschrift ingediend bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao. De eiseres vorderde in kort geding een veroordeling van Stichting Sint Elisabeth, gevestigd in Curaçao, tot betaling van een bedrag van USD 363.598,89, vermeerderd met wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten, beslagkosten, proceskosten en nakosten. De behandeling van het kort geding vond plaats op 30 november 2021, waarbij de gemachtigden van eiseres en de gevolmachtigde van gedaagde aanwezig waren.

De eiseres stelde dat gedaagde onbetaald gelaten facturen had voor geleverde goederen en dat zij conservatoire beslagen had gelegd ter verzekering van haar vordering. Gedaagde erkende de vordering, maar betwistte de ingangsdatum van de wettelijke rente en de gevorderde incassokosten. Het Gerecht oordeelde dat gedaagde in verzuim was met de betaling van de erkende facturen, waardoor de hoofdsom toewijsbaar was. Het spoedeisend belang van de eiseres werd als voldoende aanwezig beschouwd.

Het Gerecht heeft de wettelijke rente toegewezen vanaf 7 februari 2020, aangezien de facturen een betalingstermijn van 90 dagen hadden en deze termijn op die datum was verstreken. Daarnaast werd de vergoeding voor buitengerechtelijke kosten toegewezen op basis van artikel 136 sub III van het Procesreglement. Gedaagde werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, inclusief beslagkosten.

In de beslissing heeft het Gerecht gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, de wettelijke rente, buitengerechtelijke kosten en proceskosten, met de verklaring dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is. Dit vonnis is uitgesproken door mr. P.E. de Kort op 3 december 2021.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202103013
Vonnis in kort geding d.d. 3 december 2021
inzake
MEDTRONIC LOGISTICS LLC,
gevestigd in Minneapolis, Minnesota, Verenigde Staten,
eiseres,
gemachtigden: mrs. R.B. van Hees en M.F. Willems,
tegen
STICHTING SINT ELISABETH,
gevestigd in Curaçao,
gedaagde,
gevolmachtigde: de heer Elvis Thodé.

1.Verloop van de procedure

Eiseres heeft op 12 oktober 2021 een verzoekschrift ingediend. Het kort geding is behandeld ter zitting van 30 november 2021. Namens eiseres is haar gemachtigde verschenen, alsmede (via videoverbinding) een vertegenwoordiger. Gedaagde verscheen bij haar gevolmachtigde. De zaak is besproken. Uitspraak is bepaald op vandaag.

2.De beoordeling

2.1.
Eiseres vordert, samengevat, veroordeling van gedaagde tot betaling van USD 363.598,89, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover met ingang van 7 februari 2020, buitengerechtelijke incassokosten, beslagkosten, proceskosten en nakosten.
2.2.
Eiseres legt aan haar vordering ten grondslag dat gedaagde tot het gevorderde bedrag facturen onbetaald heeft gelaten voor door eiseres geleverde goederen en dat eiseres ter verzekering van verhaal van haar vordering conservatoire beslagen heeft gelegd.
2.3.
Gedaagde heeft de vordering erkend, maar verzet zich tegen de gevorderde ingangsdatum van de wettelijke rente en de gevorderde incassokosten.
2.4.
Nu vaststaat dat gedaagde in verzuim is gebleven met de betaling van de door haar erkende facturen, is de door eiseres gevorderde hoofdsom toewijsbaar. Spoedeisend belang is voldoende aanwezig.
2.5.
De wettelijke rente zal worden toegewezen als gevorderd, nu uit de overgelegde facturen blijkt van een voor voldoening bepaalde termijn van steeds 90 dagen, welke termijn op 7 februari 2020 voor alle facturen verstreken was.
2.6.
Uit de overgelegde brieven en e-mails van eiseres en haar gemachtigden blijkt van substantiële buitengerechtelijke verrichtingen om tot incasso te komen. De door eiseres terzake gevorderde vergoeding is op de voet van artikel 136 sub III Procesreglement toewijsbaar.
2.7.
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten, de beslagkosten daaronder begrepen.

3.Beslissing

Het Gerecht,
rechtdoende in kort geding,
3.1.
veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiseres van USD 363.598,89, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 februari 2020 tot de dag van algehele voldoening;
3.2.
veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiseres van NAf 6.000 aan buitengerechtelijke kosten, alsmede tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van eiseres begroot op NAf 3.444,49 aan beslagkosten, NAf 459,96 aan oproepingskosten, NAf 7.500 aan griffierecht en NAf 1.500 voor salaris gemachtigde, te vermeerderen met NAf 250 aan nakosten zonder betekening, verhoogd met NAf 150 in geval van betekening, alle bedragen bij uitblijven van betaling te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de uitspraak van dit vonnis tot de dag van algehele voldoening;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en op 3 december 2021 in het openbaar uitgesproken.