ECLI:NL:OGEAC:2021:243

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
23 december 2021
Publicatiedatum
30 december 2021
Zaaknummer
CUR202101851
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurgeschil tussen verhuurder en huurder over winkelruimte en antenneplaatsing

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, heeft de eiseres, Verudas Groep B.V., een vordering ingesteld tegen de gedaagde, United Telecommunication Services N.V. (UTS), in verband met een huurovereenkomst voor een winkelunit. UTS had de huur van de winkelruimte voortijdig opgezegd, maar Verudas heeft deze opzegging niet aanvaard. UTS heeft de winkelunit in oktober 2019 verlaten zonder deze in de oorspronkelijke staat terug te brengen en heeft de huurbetalingen tot en met maart 2020 voortgezet. Verudas heeft UTS in gebreke gesteld en de huurovereenkomst ontbonden, waarbij zij schadevergoeding eiste voor de geleden schade.

In reconventie heeft UTS vorderingen ingesteld tegen Verudas, waaronder de nakoming van een overeenkomst voor de plaatsing van een antenne op een balkon van het bedrijfsgebouw. UTS vorderde ook toestemming voor het aanleggen van een aparte elektriciteitsaansluiting voor de antenne. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de opzegging van de huurovereenkomst door UTS niet rechtsgeldig was en dat UTS gehouden was de huurpenningen te betalen. Het Gerecht heeft Verudas in het gelijk gesteld en UTS veroordeeld tot betaling van een voorschot op de schadevergoeding, evenals tot het gedogen van herstelwerkzaamheden aan de winkelunit.

Daarnaast heeft het Gerecht geoordeeld dat UTS recht heeft op nakoming van de overeenkomst met betrekking tot de antenne, en dat Verudas moet meewerken aan de aanleg van een aparte elektriciteitsaansluiting. De vorderingen van beide partijen zijn gedeeltelijk toegewezen, waarbij het Gerecht de kosten van het geding heeft toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partij.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202101851
Vonnis in kort geding d.d. 23 december 2021
inzake
VERUDAS GROEP B.V.,
eiseres in conventie, gedaagde in reconventie,
gevestigd te Curaçao,
gemachtigde: mr. A.K.E. Henriquez,
tegen
UNITED TELECOMMUNICATION SERVICES N.V.,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
gevestigd te Curaçao,
gemachtigde: mr. T.E. Matroos.
Partijen worden hierna ook aangeduid als Verudas en UTS.

1.Verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift van Verudas van 7 juli 2021;
  • de bijbetaling griffierecht door Verudas op 25 november 2021;
  • het oproepingsexploot van 29 november 2021;
  • de akte houdende eis in reconventie van UTS van 15 december 2021;
  • de producties 1 t/m 16 van Verudas en 1 t/m 14 van UTS;
  • de bij de behandeling op 15 december 2021 overgelegde pleitnotities.
1.2.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

In dit vonnis wordt uitgegaan van de volgende feiten.
a. a) Verudas is eigenaar en verhuurder van een bedrijfsgebouw aan de Caracasbaaiweg te Curaçao.
b) Bij huurovereenkomst van 25 september 2009 heeft UTS in dat bedrijfsgebouw winkelruimte van Verudas gehuurd, hierna: ‘de winkelunit’, tegen een huurprijs van NAf 7.500 per maand exclusief servicekosten en omzetbelasting. De huurovereenkomst is aangegaan met ingang van 1 september 2009 voor de duur van vijf jaar. Overeengekomen is dat de huur steeds wordt voortgezet voor een aansluitende periode van vijf jaar, behoudens beëindiging door opzegging tegen het einde van een huurperiode met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste zes maanden.
c) Bij brief van 17 september 2019 heeft UTS de huur van de winkelunit opgezegd per 31 maart 2020. Verudas heeft de huuropzegging niet aanvaard.
d) In oktober 2019 heeft UTS de winkelunit verlaten. Zij heeft de winkelunit niet in de oorspronkelijke staat teruggebracht. UTS is de huur blijven betalen tot en met maart 2020.
e) Verudas heeft UTS in gebreke gesteld. Bij brief van 11 juni 2020 heeft zij de huurovereenkomst met betrekking tot de winkelunit ontbonden en heeft zij UTS aansprakelijk gesteld voor alle door haar geleden en nog te lijden schade.
f) Naast de huurovereenkomst met betrekking tot de winkelunit hebben partijen een overeenkomst gesloten waarbij UTS een deel van een balkon van het bedrijfsgebouw huurt voor een van haar antennes voor mobiele telefonie. Die overeenkomst dateert van 9 oktober 2014 en is aangegaan voor periodes van steeds vijf jaar. De huur bedraagt NAf 700 per maand exclusief OB. De overeenkomst vermeldt dat de installatie gevoed wordt met elektriciteit van de meter die is geïnstalleerd in de winkelunit van UTS en dat UTS de elektrakosten rechtstreeks aan Aqualectra zal voldoen.

3.De vorderingen

3.1.
Verudas vordert in conventie bij vonnis in kort geding, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. UTS te veroordelen tot betaling van alle huurpenningen met servicekosten, inclusief OB, althans tot betaling van een gebruiksvergoeding die gelijk is aan de huurpenningen met servicekosten, inclusief OB, voor de winkelunit en de antenne, voor zover niet reeds voldaan, vermeerderd met wettelijke rente vanaf het vervallen van iedere termijn tot aan de dag der algehele voldoening, voorts vermeerderd met de overeengekomen boetes en daarbij te bepalen dat de veroordeling geldt, althans moet worden doorgerekend vanaf april 2020 tot en met 31 augustus 2021, althans tot en met de dag dat de winkelunit zal zijn ontruimd en zal zijn hersteld in oude staat en de antenne zal zijn verwijderd van de elektra van de unit.
2. UTS te veroordelen om te gehengen en te dulden dat Verudas zelf de winkelunit ontruimt en herstelt in oorspronkelijke staat, en al het materiaal aldaar aanwezig verwijdert en weggooit, waaronder begrepen het verwijderen van de antenne van de elektra van de unit, met veroordeling van UTS tot vergoeding van de kosten daarvan voorlopig begroot op NAf 130.000, althans UTS te bevelen om binnen een door het gerecht te stellen termijn dat alles te doen, bij het uitblijven waarvan Verudas zelf de werkzaamheden zal mogen uitvoeren zoals hiervoor verzocht en met veroordeling van UTS in de kosten zoals verzocht.
3.2.
UTS vordert in reconventie bij vonnis in kort geding, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. Verudas te veroordelen tot onverkorte nakoming van de overeenkomst met betrekking tot het balkon, waaronder het onvoorwaardelijke gebruik van de antenne op het balkon van het gebouw overeenkomstig die overeenkomst, onder verbeurte van een dwangsom van NAf 5.000 per dag dat Verudas de overeenkomst met betrekking tot het balkon, nadat zij schriftelijk in gebreke is gesteld, niet nakomt;
2. Verudas te bevelen toestemming te verlenen voor en te gehengen en gedogen dat UTS op eigen kosten een afzonderlijke elektriciteitsaansluiting op of althans aan het gebouw voor de antenne doet aanleggen door een door Aqualectra erkende installateur, en bij gebreke van de bedoelde toestemming, te bepalen dat het door het gerecht te wijzen vonnis voor die toestemming in de plaats treedt;
3. Verudas te veroordelen tot al hetgeen ervoor nodig is om een overeenkomst voor de levering van elektriciteit via de nieuw aan te leggen elektriciteitsaansluiting op naam van UTS te zetten en de overeenkomst voor de levering van elektriciteit via de elektriciteitsaansluiting van Unit 1 op naam te zetten van Verudas of van een derde, niet zijnde UTS.
3.3.
Partijen hebben elkaars vorderingen gemotiveerd bestreden. Zij vorderen elkaars veroordeling in de proceskosten.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
4.1.
Anders dan Verudas ziet het gerecht geen aanleiding om te oordelen dat de overeenkomst met betrekking tot het balkon in die zin verbonden is met de overeenkomst met betrekking tot de winkelunit, dat de ontbinding van die laatste overeenkomst tot gevolg moet hebben dat ook de overeenkomst met betrekking tot het balkon eindigt. Een dergelijke samenhang blijkt niet uit de overeenkomsten, noch anderszins. Dat de antenne van elektriciteit wordt voorzien vanuit de winkelunit van UTS is daarvoor onvoldoende. Partijen zijn dan ook gehouden de overeenkomst met betrekking tot het balkon te blijven nakomen totdat die overeenkomst rechtsgeldig is beëindigd.
4.2.
Partijen hebben voldoende spoedeisend belang bij hun vorderingen.
voorts in conventie
4.3.
De huuropzegging van de winkelunit door UTS van 17 september 2019 voldoet niet aan hetgeen partijen hebben afgesproken. Ingevolge artikel 3 van de huurovereenkomst is per 1 september 2019 een nieuwe huurperiode ingegaan van vijf jaar. De huurovereenkomst voorziet niet in een tussentijdse opzegmogelijkheid. Dat UTS een nieuwe aandeelhouder heeft en haar beleid heeft gewijzigd, maakt naar voorshands oordeel niet dat Verudas haar naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet aan haar verplichtingen kan houden voor zover het de in dit kort geding relevante periode betreft (tot en met augustus 2021).
4.4.
Niet in geschil is dat UTS gehouden was de winkelunit bij het einde van de huur weer in de oorspronkelijke staat te brengen. Vaststaat dat zij dit niet heeft gedaan en dat de winkelunit er qua inrichting nog steeds uitziet als een UTS-filiaal. Uit de correspondentie maakt het gerecht op dat partijen steeds tot uitgangspunt hebben genomen dat UTS de winkelunit niet zelf in de oude staat zou (laten) terugbrengen, maar dat Verudas dit op kosten van UTS zou doen. Daarvan zal ook bij de beoordeling en beslissing in dit kort geding worden uitgegaan. Over de hoogte van de herstelkosten van de winkelunit zijn partijen het niet eens. Verudas verwijst naar een offerte die uitkomt op NAf 81.389,72, terwijl het herstel volgens UTS al mogelijk is voor NAf 24.795.
4.5.
Verudas heeft de overeenkomst met betrekking tot de winkelunit op 11 juni 2020 ontbonden en eist in dit kort geding een voorschot op schadevergoeding. Naar voorlopig oordeel van het gerecht rechtvaardigden de tekortkomingen van UTS - het verlaten van het gehuurde, het voortijdig staken van de huurbetalingen en het nalaten van (betaling voor) herstel in de oude toestand - de ontbinding en is UTS gehouden de door Verudas als gevolg van die tekortkomingen geleden schade te vergoeden. Daartegenover staat, zoals UTS heeft benadrukt, de verplichting van Verudas haar schade te beperken, bijvoorbeeld door de winkelunit aan een derde te verhuren. Dat Verudas haar schadebeperkingsplicht heeft verzaakt - voor zover het althans de periode betreft tot en met augustus 2021 waarop de vordering in dit kort geding ziet - is niet aannemelijk geworden. In het bijzonder gelet op de omstandigheid dat UTS niet heeft gezorgd voor (betaling van de kosten van) herstel en het feit dat de antenne nog altijd van elektriciteit wordt voorzien vanuit de aansluiting van UTS in de winkelunit, maken dat UTS Verudas niet kan tegenwerpen dat er nog geen opvolgend huurder was geregeld.
4.6.
De eerste vordering van Verudas strekt tot veroordeling van UTS tot betaling van een geldbedrag ter hoogte van de huurpenningen en overige in de huurovereenkomst neergelegde betalingsverplichtingen van UTS over (primair) de periode vanaf april 2020 tot en met augustus 2021. Haar tweede vordering ziet op het gedogen van herstel van de winkelunit en de veroordeling van UTS de kosten daarvan te voldoen.
4.7.
Voor toewijzing van een geldvordering in kort geding is vereist dat zeer aannemelijk is dat de vordering in een bodemprocedure zal worden toegewezen. Het gerecht is van oordeel dat dit in elk geval tot een bedrag van NAf 152.295 het geval is en zal dit bedrag dit kort geding dan ook toewijzen bij wijze van voorschot op de aan Verudas toekomende schadevergoeding. Dit voorschot is gebaseerd op een bedrag gelijk aan de kale huur van NAf 7.500 per maand over de maanden april 2020 tot en met augustus 2021, vermeerderd met het door UTS genoemde bedrag van NAf. 24.795 aan herstelkosten). Voor toewijzing van een hoger bedrag is in dit kort geding geen plaats.
4.8.
De wettelijke rente over het toe te wijzen voorschot zal worden toegewezen vanaf de datum van indiening van het verzoekschrift.
4.9.
De vordering van Verudas met betrekking tot het herstel zal voor het overige worden toegewezen als hierna omschreven.
4.10.
UTS zal in conventie als de overwegend in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van het geding.
voorts in reconventie
4.11.
Zoals hiervoor onder 4.1 is overwogen, is Verudas gehouden tot nakoming van de overeenkomst met betrekking tot het balkon. Nu UTS de winkelunit waarvan de elektriciteit voor de antenne werd betrokken niet langer huurt, dient Verudas in redelijkheid mee te werken aan een andere ten name van UTS te stellen aansluiting. Te meer nu UTS de kosten daarvan voor haar rekening zal nemen, valt niet in te zien welk redelijk belang van Verudas zich daartegen verzet. Als Verudas de huurovereenkomst met betrekking tot het balkon wenst te beëindigen, staat haar de weg open van overleg, of opzegging overeenkomstig de opzeggingsbepalingen in de overeenkomst.
4.12.
Mede gelet op het belang van UTS (en haar abonnees) bij het in werking blijven van de antenne, zal UTS tot eind januari 2022 de gelegenheid moeten krijgen de elektriciteitsaansluiting aan te passen en zal Verudas daaraan haar medewerking dienen te verlenen.
4.13.
Op grond van het voorgaande zullen de vorderingen van UTS in reconventie worden toegewezen als hierna omschreven. Verudas zal daarbij als de in reconventie overwegend in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van het geding.
4.14.
Ter zitting heeft Verudas nog opgemerkt dat UTS tot dusver heeft nagelaten de OB te betalen over het maandelijkse huurbedrag van NAf 700 voor het balkon. Door UTS is toegezegd dit te zullen nagaan en zo nodig te corrigeren.

5.Beslissing

Het Gerecht:
rechtdoende in kort geding:
in conventie
5.1.
veroordeelt UTS aan Verudas ten titel van voorschot te betalen NAf 152.295, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 juli 2021 tot de dag van algehele voldoening;
5.2.
veroordeelt UTS te gehengen en gedogen dat Verudas de winkelunit ontruimt, het daar nog aanwezige materiaal weggooit en de unit terugbrengt in de oorspronkelijke staat;
5.3.
veroordeelt UTS in de kosten van het geding, aan de zijde van Verudas begroot op NAf 5.840 aan griffierecht, NAf 444.80 aan oproepingskosten en NAf 1.500 voor salaris gemachtigde;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst af het meer of anders gevorderde;
in reconventie
5.6.
veroordeelt Verudas de overeenkomst met betrekking tot het balkon te blijven nakomen, met dien verstande dat Verudas na 31 januari 2022 en mits zij heeft voldaan aan de onder 5.7 en 5.8 gegeven bevelen, niet langer gehouden is de aansluiting van de op het balkon aanwezige antenne op de elektra van de winkelunit te handhaven;
5.7.
beveelt Verudas te gehengen en gedogen en dat UTS uiterlijk op 31 januari 2022 op eigen kosten een op naam van UTS gestelde afzonderlijke elektriciteitsaansluiting voor de antenne op of aan het gebouw laat aanleggen door een door Aqualectra erkend installateur, en om daarvoor haar toestemming te verlenen, met bepaling dat, indien Verudas in gebreke blijft die toestemming te verlenen, dit vonnis voor die toestemming in de plaats treedt;
5.8.
beveelt Verudas eraan mee te werken dat de elektriciteitsaansluiting van de winkelunit uiterlijk op 31 januari 2022 op naam van een ander dan UTS wordt gesteld;
5.9.
veroordeelt Verudas in de kosten van het geding, aan de zijde van UTS begroot op NAf 750 voor salaris gemachtigde;
5.10.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.11.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort, rechter, en op 23 december 2021 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.