ECLI:NL:OGEAC:2021:230

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
29 november 2021
Publicatiedatum
14 december 2021
Zaaknummer
CUR202003681
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van een kredietovereenkomst en betaling van verschuldigde bedragen

In deze zaak heeft Island Finance N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die een geldlening van NAf 18.241,62 had ontvangen op basis van een kredietovereenkomst. De gedaagde is in gebreke gebleven met haar betalingsverplichtingen, ondanks meerdere aanmaningen en ingebrekestellingen. Island Finance vordert betaling van een totaalbedrag van NAf 30.264,40, vermeerderd met wettelijke rente en kosten. De gedaagde heeft verweer gevoerd en stelt dat zij problemen heeft gehad met het nakomen van de overeenkomst en dat zij geen saldo-informatie heeft ontvangen van Island Finance, wat haar heeft belet een betalingsregeling te treffen. Het gerecht heeft vastgesteld dat de gedaagde de lening heeft ontvangen en dat zij in gebreke is gebleven met de terugbetaling. Het verweer van de gedaagde dat zij geen saldo-informatie heeft ontvangen, is verworpen, omdat dit niet voldoende onderbouwd is. Het gerecht heeft geoordeeld dat Island Finance onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de gevorderde buitengerechtelijke kosten. Uiteindelijk is de vordering van Island Finance tot een bedrag van NAf 28.764,40 toegewezen, en is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 29 november 2021 door rechter O. Nijhuis.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Afdeling Civiel
Zaaknummer: CUR202003681
Vonnis van 29 november 2021
inzake
de naamloze vennootschap
ISLAND FINANCE N.V.,
gevestigd op Curaçao,
eiseres,
gemachtigde: mr. J.F. Luidens,
tegen
[GEDAAGDE],
wonende op Curaçao,
gedaagde,
vertegenwoordigd door: [naam 1], h.o.d.n. Circle Multiple Services.
Partijen zullen hierna Island Finance en [gedaagde] worden genoemd.

1.Het procesverloop

1.1.
Voor het procesverloop wordt verwezen naar de volgende stukken:
- het inleidend verzoekschrift met producties ingediend op 16 september 2020;
- de conclusie van antwoord met producties, ingediend op 23 augustus 2021;
- de comparitie van partijen, gehouden op 20 oktober 2021, waar zijn verschenen mr. Luidens als gemachtigde van Island Finance en [gedaagde], bijgestaan door haar vertegenwoordiger. Zij allen hebben het woord gevoerd.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1
Island Finance heeft aan [gedaagde] een geldlening verstrekt NAf 18.241,62 tegen de voorwaarden die zijn neergelegd in een overeenkomst met als opschrift “OVEREENKOMST VAN VERBRUIKLEEN tevens schuldbekentenis (hierna: de kredietovereenkomst), die volgens de datumvermelding daarop is ondertekend op 23 augustus 2018.
2.2 [
gedaagde] is jegens Island Finance haar betalingsverplichtingen ingevolge die overeenkomst niet nagekomen.

3.Het geschil

3.1
Island Finance vordert – samengevat en zakelijk weergegeven – dat het gerecht bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] zal veroordelen tot betaling van NAf 30.264,40, vermeerderd met de wettelijke rente over NAf 10.279,44, kosten rechtens.
3.2
In het licht van de feiten legt Island Finance aan haar vordering het volgende ten grondslag. [gedaagde] is in gebreke met de nakoming van haar betalingsverplichtingen, ondanks aanmaningen en ingebrekestelling. Island Finance heeft van [gedaagde] te vorderen:
saldo hoofdsom NAf 17.604,72
saldo overeengekomen rente 10.279,44
overeengekomen boeterente van 5% 880,24
overeengekomen buitengerechtelijke kosten 1.500,00
3.3 [
gedaagde] voert gemotiveerd verweer en concludeert, naar het gerecht begrijpt, tot niet-ontvankelijkverklaring van Island Finance althans tot afwijzing van haar vordering, met veroordeling van Island Finance in de proceskosten.
3.4 [
gedaagde] voert in het kader van haar verweer het volgende aan. Op zeker moment heeft zij problemen gekregen met het stipt nakomen van de overeenkomst. Zij is eerst onregelmatig betalingen gaan doen en is daar uiteindelijk mee opgehouden. Op verzoek van [gedaagde] staat Circle Multiple Services, een schuldbemiddelingsbureau, haar bij met het doel haar uit haar financiële problemen te krijgen. Circle Multiple Services heeft alle crediteuren van [gedaagde] benaderd althans dat geprobeerd. Island Finance is niet bereid geweest saldo-informatie te verstrekken aan Circle Multiple Services noch aan [gedaagde] zelf. Daardoor heeft zij geen betalingsregeling kunnen treffen met Island Finance, hetgeen zij wel met andere crediteuren van haar heeft gedaan. [gedaagde] wil haar schuld aan Island Finance nog steeds betalen.
3.5
Op de stellingen van partijen, voor zover van belang, zal hierna worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1 [
gedaagde] betwist niet dat zij van Island Finance een geldlening heeft ontvangen voor een bedrag als vermeld in de kredietovereenkomst, te weten NAf 18.241,62.
4.2
Uitgangspunt is daarom dat zij dat bedrag, vermeerderd met de rente en kosten als volgens de kredietovereenkomst tussen partijen overeengekomen, aan Island Finance dient terug te betalen. Het bedrag is volgens artikel 7 van de kredietovereenkomst terstond opeisbaar, zonder waarschuwing of ingebrekestelling “bij niet op tijd betalen der verplichte aflossingen en bij niet-nakomen van een of meer zijner/harer verplichtingen uit deze overeenkomst”. Deze voorwaarde voor opeisbaarheid is vervuld doordat [gedaagde] haar betalingsverplichtingen niet is nagekomen, waarbij komt dat Island Finance, naar zij onweersproken heeft gesteld, [gedaagde] in gebreke heeft gesteld.
4.3
Aan dat uitgangspunt dat [gedaagde] hetgeen zij volgens de kredietovereenkomst aan Island Finance is verschuldigd, aan haar moet terugbetalen, kan niet afdoen het – door Island Finance bovendien weersproken - verweer van [gedaagde] dat Island Finance desgevraagd geen saldo-informatie aan haar heeft verstrekt. Daartoe wordt het volgende overwogen. Uit de brief van 8 januari 2020 van Island Finance, die [gedaagde] heeft overgelegd als haar productie 4, maakt het gerecht slechts op dat Island Finance niet bereid was saldo-informatie te verschaffen aan Circle Multiple Services. [gedaagde] heeft wel aangevoerd dat zij daarna persoonlijk contact heeft opgenomen met Island Finance en dat zij ook toen geen saldo-informatie heeft ontvangen, maar dat is weersproken en [gedaagde] heeft dit verweer van haar niet onderbouwd. De gemachtigde van Island Finance heeft ter comparitie verklaard dat zij in mei en september 2020 telefonisch contact heeft gehad met [gedaagde] en dat [gedaagde] haar toen heeft gezegd dat ze niets kon betalen. Dit heeft [gedaagde] op haar beurt niet weersproken. Tegen deze achtergrond valt niet in te zien dat [gedaagde] benadeeld is door het ontbreken van saldo-informatie, nu immers volgens haar uitlatingen tegenover de gemachtigde van Island Finance betaling niet mogelijk was. Bovendien bevatte de brief van 24 maart 2020 van Incassobureau Curaçao aan [gedaagde] (prod. 5 van [gedaagde]) wel saldo-informatie – daarin werd immers NAf 22.652,80 gevorderd – en niet is gesteld of gebleken dat [gedaagde] naar aanleiding van deze brief contact heeft gezocht met Island Finance, haar gemachtigde of Incassobureau Curaçao dan wel enige betaling heeft verricht.
Het verweer wordt daarom verworpen.
4.4
Ter comparitie heeft de gemachtigde van Island Finance verklaard dat de buitengerechtelijke werkzaamheden hebben bestaan uit bellen en het uitvoeren van onderzoek. Daarop heeft [gedaagde] het verweer gevoerd dat een paar telefoontjes geen 15% waard zijn en dat onderzoek door de gemachtigde van Island Finance ertoe had moeten leiden dat zij over de werkgeversverklaring van [gedaagde] zou beschikken.
4.5
Hoe dat ook zij, naar het oordeel van het gerecht heeft Island Finance onvoldoende onderbouwd dat zij buitengerechtelijke kosten heeft gemaakt waarvoor de proceskosten geen vergoeding plegen in te sluiten. Een paar telefoontjes rechtvaardigen geen toewijzing van buitengerechtelijke incassokosten; hetzelfde geldt met betrekking tot de – door genoemde gemachtigde niet genoemde maar in het geding gebrachte – enkele sommatiebrief van Incassobureau Curaçao. Niet is toegelicht wat het onderzoek heeft ingehouden en wat daarvan bij benadering de tijdsbesteding is geweest. Hiermede heeft Island Finance onvoldoende onderbouwd dat de verrichte werkzaamheden zodanig zijn geweest dat zij ex artikel 6:96 Burgerlijk Wetboek voor vergoeding in aanmerking komen. Voor zover Island Finance bedoelt dit onderdeel van haar vordering te baseren op artikel 8 van de kredietovereenkomst, is – gezien de geringe omvang van de buitengerechtelijke werkzaamheden, voor zover deze zijn onderbouwd – het beroep daarop naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen daarom worden afgewezen.
4.6
Op grond van het bovenstaande is het gevorderde bedrag tot NAf 28.764,40 toewijsbaar en zal dit voor het overige worden afgewezen.
4.7
Island Finance vordert voorts de wettelijke rente over een bedrag van NAf 10.279,44, zijnde volgens de specificatie van Island Finance het “saldo overeengekomen rente”.
4.8
Wettelijke rente is een vorm van gefixeerde vertragingsschade. Aanspraak daarop kan slechts ontstaan indien en nadat de debiteur in verzuim is geraakt met betrekking tot de voldoening van de geldsom. Island Finance heeft niet gesteld dat [gedaagde] met betrekking tot de voldoening van genoemd rentebedrag van NAf 10.279,40 in verzuim is geraakt en dat is het gerecht ook niet gebleken. Dit onderdeel van de vordering zal daarom worden afgewezen.
4.9
Als de in overwegende mate in het ongelijk gestelde partij zal [gedaagde] worden veroordeeld in de kosten van dit geding, gevallen aan de zijde van Island Finance en tot aan dit vonnis begroot op NAf 750,00 wegens griffierecht, NAf 315,09 wegens verschotten en NAf 2.500,00 (2 punten, tarief 5) wegens salaris gemachtigde.

5.De beslissing

Het gerecht:
veroordeelt [gedaagde] aan Island Finance te betalen een bedrag van NAf 28.764,40;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van dit geding, gevallen aan de zijde van Island Finance en tot aan dit vonnis begroot op NAf 3.565,09;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. O. Nijhuis, rechter, en op 29 november 2021 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.