Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.OVERWEGINGEN
3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
4.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 13 oktober 2021 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van een beroepschrift dat door de belanghebbende was ingediend tegen aanslagen inkomstenbelasting voor de jaren 2009 tot en met 2015. De belanghebbende had het beroepschrift buiten de wettelijke termijn van twee maanden ingediend, nadat de Inspecteur der Belastingen op 11 september 2020 uitspraak had gedaan op het bezwaar van de belanghebbende. De belanghebbende had het beroepschrift op 4 november 2020 gedateerd, maar het was pas op 17 november 2020 bij de Inspectie binnengekomen. Het Gerecht oordeelde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, omdat de verantwoordelijkheid voor tijdige indiening bij de belanghebbende lag. De belanghebbende had het beroepschrift vanuit Nederland per post verzonden, maar het Gerecht merkte op dat men rekening moet houden met langere verzendtijden. De omstandigheden die de belanghebbende aanvoerde, zoals de aangetekende verzending, werden niet als bijzondere omstandigheden erkend die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten. Het Gerecht verklaarde de beroepen niet-ontvankelijk en wees de verzoeken om proceskostenvergoeding af.