ECLI:NL:OGEAC:2021:197

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
13 oktober 2021
Publicatiedatum
17 november 2021
Zaaknummer
BBZ nrs. CUR202004465 tot en met CUR202004470
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. drs. M.M. de Werd
  • M.M.M. Faro MSc
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroepschrift wegens termijnoverschrijding in belastingzaken

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 13 oktober 2021 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van een beroepschrift dat door de belanghebbende was ingediend tegen aanslagen inkomstenbelasting voor de jaren 2009 tot en met 2015. De belanghebbende had het beroepschrift buiten de wettelijke termijn van twee maanden ingediend, nadat de Inspecteur der Belastingen op 11 september 2020 uitspraak had gedaan op het bezwaar van de belanghebbende. De belanghebbende had het beroepschrift op 4 november 2020 gedateerd, maar het was pas op 17 november 2020 bij de Inspectie binnengekomen. Het Gerecht oordeelde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, omdat de verantwoordelijkheid voor tijdige indiening bij de belanghebbende lag. De belanghebbende had het beroepschrift vanuit Nederland per post verzonden, maar het Gerecht merkte op dat men rekening moet houden met langere verzendtijden. De omstandigheden die de belanghebbende aanvoerde, zoals de aangetekende verzending, werden niet als bijzondere omstandigheden erkend die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten. Het Gerecht verklaarde de beroepen niet-ontvankelijk en wees de verzoeken om proceskostenvergoeding af.

Uitspraak

Uitspraak van 13 oktober 2021
BBZ nrs. CUR202004465 tot en met CUR202004470
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende], wonende te Nederland,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende zijn op 26 april 2019 aanslagen inkomstenbelasting voor de jaren 2009 tot en met 2015 opgelegd naar een belastbaar inkomen van NAf 21.060, resulterend in een te betalen bedrag van respectievelijk NAf 1.011 (2009), NAf 936 (2010), NAf 884 (2011), NAf 636 (2012), NAf 609 (2013), NAf 530 (2014) en NAf 2.264 (2015).
1.2
Belanghebbende heeft op 12 augustus 2019 tegen de aanslagen bezwaar gemaakt.
1.3
De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 11 september 2020 de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard.
1.4
Belanghebbende heeft op 17 november 2020 tegen de uitspraak van de Inspecteur beroep ingesteld bij het Gerecht. Belanghebbende heeft daarvoor een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 50.
1.5
De Inspecteur heeft het Gerecht screenprints met verminderingen over de jaren 2009, 2010 en 2012 tot en met 2015 doen toekomen. De aanslagen inkomstenbelasting zijn verminderd tot nihil.
1.6
De zitting heeft plaatsgevonden op 27 augustus 2021. Belanghebbende was, met kennisgeving vooraf, afwezig. De Inspecteur is, zonder voorafgaande kennisgeving, niet verschenen.

2.OVERWEGINGEN

2.1
In artikel 31, lid 1, Algemene landsverordening Landsbelastingen (hierna: ALL) is bepaald dat degene die bezwaar heeft tegen een door de Inspecteur gedane uitspraak, binnen twee maanden na de dagtekening van de uitspraak een beroepschrift kan indienen bij het Gerecht.
2.2
De onderhavige uitspraken op bezwaar zijn gedagtekend op 11 september 2020. Het beroepschrift is met dagtekening 4 november 2020 op 17 november 2020 ingediend. Dat blijkt uit de datumstempel die bij binnenkomst bij de Inspectie op het beroepschrift is geplaatst. Voor de beoordeling van de tijdigheid van een beroepschrift is de datum van binnenkomst doorslaggevend. Dit beroepschrift is dus buiten de wettelijke termijn van twee maanden ingediend.
2.3
Een niet-ontvankelijkverklaring van een beroep op grond van termijnoverschrijding blijft op grond van artikel 5, lid 4, Landsverordening op het beroep in belastingzaken (LBB) echter achterwege ingeval van bijzondere omstandigheden.
2.4
Het Gerecht heeft belanghebbende verzocht een verklaring te geven voor het feit dat het beroepschrift buiten de wettelijke termijn van twee maanden, nadat de inspecteur uitspraken op bezwaar heeft gedaan, is ingediend. Per e-mail van 11 oktober 2021 heeft belanghebbende verklaard het beroepschrift op woensdag, 4 november 2020 vóór 17.00 uur ter verzending per aangetekende post met Track & Trace bij het PostNL verzendpunt ‘The Readshop Expresse Vlaardingen’ in Nederland te hebben aangeboden. Volgens belanghebbende is het poststuk op 4 november 2020 om 15.43 uur verzonden. Tot de gedingstukken behoort een “Douaneverklaring”, waarin die aangetekende verzending staat vermeld. Belanghebbende verklaart, als gevolg van de lang verstreken periode, de door de zending via Track & Trace gevolgde route echter niet meer te kunnen vinden en uit te kunnen printen.
2.5
Het Gerecht is van oordeel dat de omstandigheden die belanghebbende heeft aangevoerd geen bijzondere omstandigheden zijn op grond waarvan de termijnoverschrijding verschoonbaar is te achten. De verantwoordelijkheid van tijdige binnenkomst van het beroepschrift bij de Inspectie, ligt bij belanghebbende. In het geval belanghebbende kiest om een beroepschrift vanuit Nederland via de post naar Curaçao te versturen, dient belanghebbende rekening te houden met een langere verzendtijd dan een week. Het Gerecht merkt in dit verband op dat belanghebbende zelf heeft verklaard dat het van algemene bekendheid is dat (ook aangetekende) brieven van Nederland naar Curaçao en omgekeerd lang onderweg blijven.
2.6
De slotsom is dat de beroepen vanwege termijnoverschrijding niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard.

3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT

Het Gerecht ziet geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten of het griffierecht.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart de beroepen tegen de aanslagen inkomstenbelasting voor de jaren 2009 tot en met 2015 niet- ontvankelijk.
Deze uitspraak is gegeven door mr. drs. M.M. de Werd, rechter, en uitgesproken op 13 oktober 2021, in tegenwoordigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Emancipatie Boulevard Dominico “Don” Martina 18
Willemstad
Curaçao
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffie@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: NAf 200
- personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf 500