Uitspraak
1.HET PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.BEOORDELING VAN HET BEROEP
Dubbele belasting
5.PROCESKOSTENVERGOEDING EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een inwoner van Curaçao, de belanghebbende, en de Inspecteur der Belastingen over de belastingvermindering ter voorkoming van dubbele belasting voor het jaar 2017. De belanghebbende verhuurt een appartement in Bonaire en heeft een aanslag inkomstenbelasting opgelegd gekregen. De Inspecteur heeft de aanslag gehandhaafd, maar de belanghebbende betwist dit en stelt dat hij recht heeft op een belastingvermindering op basis van de vrijstellingsmethode. De rechtbank oordeelt dat de Inspecteur een onjuiste uitleg heeft gegeven aan de relevante wetgeving, met name artikel 21, lid 6 van de Belastingregeling Nederland Curaçao (BRNC). De rechtbank concludeert dat de belastingvermindering moet worden berekend op basis van de vrijstellingsmethode, wat betekent dat de belanghebbende recht heeft op een hogere vermindering dan de Inspecteur heeft toegepast. De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar en vermindert de aanslag tot een bedrag van NAf 19.967. Tevens wordt de Inspecteur veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht van NAf 50 aan de belanghebbende.