Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Ontvankelijkheid bezwaar
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft belanghebbende, gevestigd te Curaçao, beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn bezwaar tegen een verzuimboete van NAf 1.000 wegens het niet tijdig betalen van verschuldigde belasting. De naheffingsaanslag winstbelasting over het jaar 2017 werd op 26 juni 2019 opgelegd, waarna belanghebbende op 23 augustus 2019 bezwaar maakte. De Inspecteur verklaarde dit bezwaar op 12 november 2020 niet-ontvankelijk. Belanghebbende heeft vervolgens op 7 januari 2021 beroep ingesteld bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, waarbij hij griffierecht van NAf 150 heeft betaald. Tijdens de zitting op 26 augustus 2021 heeft belanghebbende zijn standpunt toegelicht, en de Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat het bezwaar van belanghebbende ten onrechte niet-ontvankelijk was verklaard, aangezien het bezwaarschrift binnen de wettelijke termijn was ingediend. Het beroep werd gegrond verklaard, en de uitspraak op bezwaar werd vernietigd. Wat betreft de verzuimboete oordeelde het Gerecht dat, hoewel belanghebbende te laat had betaald, de opgelegde boete van NAf 1.000 niet passend was. Gezien de omstandigheden, waaronder de tijdige indiening van een herziene aangifte, werd de boete gematigd tot NAf 500. Het Gerecht heeft de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht van NAf 150 aan belanghebbende te vergoeden.