ECLI:NL:OGEAC:2021:18

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
8 februari 2021
Publicatiedatum
22 februari 2021
Zaaknummer
CUR201903606 t/m CUR201903609
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belastingaanslagen en bezwaar tegen inkomstenbelasting en premies door een eenmanszaak

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 8 februari 2021 uitspraak gedaan in een belastinggeschil tussen een belanghebbende, die een eenmanszaak drijft, en de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aan haar opgelegde belastingaanslagen voor het jaar 2015, waarbij het belastbaar inkomen door de Inspecteur was vastgesteld op NAf 30.457. De belanghebbende had in haar aangifte een opbrengst uit onderneming van NAf 41.102 aangegeven, maar stelde dat haar belastbaar inkomen nihil was door persoonlijke lasten van NAf 19.233 en verliescompensatie van NAf 21.869.

Tijdens de zitting, die via videoverbinding werd geleid vanwege coronamaatregelen, heeft de belanghebbende bewijsstukken overgelegd ter ondersteuning van haar standpunt. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de door de belanghebbende opgevoerde kosten voor telefoon en internet, ter hoogte van NAf 1.114, als zakelijke kosten kunnen worden aangemerkt. De correctie van de bijtelling voor privégebruik van de auto werd vastgesteld op NAf 567. Uiteindelijk heeft het Gerecht de aanslagen verminderd en het belastbaar inkomen vastgesteld op NAf 2.812, met een premie-inkomen voor de AOV/AWW en AVBZ van eveneens NAf 2.812.

De uitspraak concludeert dat de beroepen gegrond zijn, de uitspraken op bezwaar worden vernietigd, en de Inspecteur wordt opgedragen het betaalde griffierecht van NAf 50 aan de belanghebbende te vergoeden. De belanghebbende heeft de mogelijkheid om binnen twee maanden hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.

Uitspraak

Uitspraak van 8 februari 2021
BBZ nrs. CUR201903606 t/m CUR201903609
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende], wonende te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende zijn op 28 juli 2017 aanlagen inkomstenbelasting, premies AOV/AWW, premie AVBZ en premie BVZ voor het jaar 2015 opgelegd naar een belastbaar inkomen van NAf 30.457 en een premie-inkomen van NAf 52.326.
1.2
Belanghebbende heeft op 28 augustus 2017 daartegen bezwaren gemaakt.
1.3
De Inspecteur heeft bij uitspraken van 2 augustus 2019 de bezwaren wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard.
1.4
Belanghebbende heeft op 27 september 2019 beroepen ingesteld. Daarvoor is een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 50.
1.5
De Inspecteur heeft op 25 november 2020 een verweerschrift ingediend.
1.6
De zitting heeft plaatsgevonden op 26 november 2020 te Willemstad. Belanghebbende is verschenen. Namens de Inspecteur is verschenen [A]. Door de maatregelen vanwege het corona-virus heeft de rechter vanuit het gerechtsgebouw in Aruba de zitting geleid via een videoverbinding.
1.7
De behandeling van de zaak is geschorst om partijen de gelegenheid te geven om in overleg te treden. De Inspecteur heeft op 29 december 2020 een stuk overgelegd. Belanghebbende heeft op 20 januari 2020 een stuk overgelegd. Het Gerecht heeft hierna het onderzoek gesloten.

2.FEITEN

2.1
Belanghebbende drijft een onderneming in de vorm van een eenmanszaak. In de aangifte is een opbrengst uit onderneming aangegeven van NAf 41.102. Aan persoonlijke lasten is een bedrag opgevoerd van NAf 19.233. Het belastbaar inkomen is door belanghebbende berekend op nihil. Daarbij heeft zij voor een bedrag van NAf 21.869 aan verliescompensatie toegepast.
2.2
De Inspecteur heeft het belastbaar inkomen vastgesteld op NAf 30.457. De correcties hebben betrekking op de opbrengst uit onderneming (NAf 11.224) en de persoonlijke lasten (NAf 19.233). In zijn verweerschrift heeft de Inspecteur te kennen gegeven dat de correcties ter zake van de opbrengst uit onderneming NAf 7.556 moeten bedragen.
2.4
De correcties op de opbrengst uit onderneming zijn de opgevoerde (i) telefoon- en internetkosten (NAf 445,60), (ii) huisvestingskosten (NAf 1.332), en de bijtelling (iii) privégebruik auto (NAf 5.778).
2.5
De correcties op de persoonlijke lasten zijn (i) rente en kosten van de eigen woning (NAf 18.073), (ii) premies brandverzekering eigen woning (NAf 995) en (iii) rente en kosten geldlening (NAf 165).

3.GESCHIL

3. In geschil is of de aanslagen naar de juiste bedragen zijn vastgesteld.

4.OVERWEGINGEN

Ontvankelijkheid bezwaar

4.1
Ingevolge artikel 29, lid 1, Algemene landsverordening Landsbelastingen (hierna: ALL) is bepaald dat degene die bezwaar heeft tegen een hem opgelegde belastingaanslag, binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet een gemotiveerd bewaarschrift kan indienen bij de Inspecteur.
4.2
De aanslagen hebben als dagtekening 28 juli 2017. Belanghebbende stelt op 28 augustus 2017 bezwaar te hebben gemaakt, hetgeen in de beroepsfase door de Inspecteur is erkend. Dit betekent dat de bezwaren tijdig zijn ingediend en mitsdien ontvankelijk zijn.
Inhoudelijk
4.3
Partijen zijn het eens geworden dat de correctie ter zake van de persoonlijke lasten NAf 2.245 dient te bedragen. Over dit punt bestaat geen geschil meer. De Inspecteur heeft niet gemotiveerd gesteld dat de verliescompensatie van NAf 21.869 onjuist is. Derhalve staat het voormeld bedrag aan verliescompensatie vast.
4.4
De Inspecteur heeft naar aanleiding van de bewijsstukken die belanghebbende in de beroepsfase heeft ingediend de correctie van huisvestingskosten (NAf 1.332) laten vervallen, de correctie van telefoon-en internetkosten heeft hij (met een beroep op interne compensatie) vastgesteld op NAf 503 en de correctie bijtelling privé-gebruik auto heeft hij vastgesteld op NAf 1.125. Belanghebbende is het niet eens met deze correcties.
Telefoon- en internetkosten
4.5
De Inspecteur betoogt dat de opgevoerde kosten (NAf 95) lager moeten zijn en bovendien is aldus de Inspecteur geen rekening gehouden met het privégebruik. Gelet op hetgeen door belanghebbende is ingebracht (onder andere de overgelegde facturen, de uitleg in de e-mailberichten van 18 december 2020 en 20 januari 2021 en haar verklaring op de zitting) acht het Gerecht aannemelijk dat de door belanghebbende opgevoerde kosten ten bedrage van NAf 1.114, zakelijke kosten zijn. De correctie ten bedrage van NAf 503 dient derhalve te vervallen.
Bijtelling privégebruik auto
4.6
Volgens de Inspecteur dient de bijtelling privégebruik van de auto (merk Lada) te worden berekend op basis van de waarde NAf 30.936. De bijtelling bedraagt NAf 4.640 (15% van NAf 30.936). Gelet op hetgeen belanghebbende heeft ingebracht (onder andere de uitleg in de e-mailberichten van 18 december 2020 en 20 januari 2021 en haar verklaring op de zitting) is het aannemelijk dat de waarde van de auto – zoals belanghebbende dat voorstaat – NAf 27.219 bedraagt. De bijtelling is alsdan NAf 4.082. Belanghebbende heeft een bijtelling aangegeven van NAf 3.515. De correctie bedraagt derhalve NAf 567.
Hoogte van de aanslagen
4.7
De correctie ter zake van de opbrengst uit onderneming bedraagt NAf 567. De opbrengst uit onderneming bedraagt derhalve NAf 41.669 (NAf 41.102 + NAf 567). De persoonlijke lasten bedragen NAf 16.988 (19.233 -/- 2.245). Het belastbaar inkomen wordt rekening houdend met de verliescompensatie van NAf 21.869 berekend op NAf 2.812. Het premie-inkomen voor de AOV/AWW en de AVBZ dient eveneens op dit bedrag te worden vastgesteld.
4.8
Het premie-inkomen voor de BVZ dient overeenkomstig artikel 1.1 letter o van de Landsverordening basisverzekering ziektekosten op basis van het zuiver inkomen – derhalve zonder rekening te houden met de persoonlijke lasten en de verliescompensatie – te worden vastgesteld. Het premie-inkomen wordt gelet hierop vastgesteld op NAf 41.669.
4.9
Belanghebbende heeft op 20 januari 2021 aangevoerd dat zij nog te verrekenen verliezen heeft over de voorgaande jaren. Deze stelling heeft zij niet eerder in de procedure aangevoerd. Deze stelling laat het Gerecht daarom buiten beschouwing. Vooral ook omdat het onderzoek ter zitting uitsluitend was geschorst om partijen de gelegenheid te geven voor overleg. Het staat partijen dan niet vrij om nieuwe geschilpunten aan te voeren.

5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT

5.1
Het Gerecht ziet geen aanleiding voor een vergoeding voor de proceskosten, nu niet is gebleken van kosten die voor vergoeding in aanmerking komen.
5.2
Wel dient de Inspecteur op grond van artikel 18, lid 5, Landsverordening op het beroep in belastingzaken, het betaalde griffierecht van NAf 50 aan belanghebbende te vergoeden.

6.DE BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vermindert de aanslag inkomstenbelasting tot een aanslag naar een belastbaar inkomen van NAf 2.812;
- vermindert de aanslagen premie AOV/AWW en premie AVBZ tot aanslagen naar een premie-inkomen van NAf 2.812;
- vermindert de aanslag BVZ tot een aanslag naar een premie-inkomen van NAf 41.669; en
- draagt de Inspecteur op het door belanghebbende betaalde griffierecht van NAf 50 te vergoeden.
Deze uitspraak is gegeven door mr. D.J. Jansen rechter, en uitgesproken op 8 februari 2021, in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.C.M.J. Bucx.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Emancipatie Boulevard Dominico “Don” Martina 18
Willemstad
Curaçao
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffieCUR@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: NAf 200
- personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf 500