ECLI:NL:OGEAC:2021:176

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
31 maart 2021
Publicatiedatum
13 oktober 2021
Zaaknummer
500.00199/20
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Penitentiair strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Strafzaak tegen verdachte wegens afpersing met geweld in Curaçao

In deze strafzaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, is de verdachte beschuldigd van afpersing in vereniging met anderen. De zaak werd op 12 maart 2021 ter openbare terechtzitting behandeld, waarbij de verdachte werd bijgestaan door haar raadsman, mr. E. Kleist. De officier van justitie, mr. A.B. Bennett, eiste een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals reclasseringsbegeleiding en psychologische hulp. De verdachte had samen met anderen een plan gemaakt om haar ex-vriend, [benadeelde], te beroven van een geldbedrag van NAf 15.000,- en twee mobiele telefoons. De verdachte had informatie over het slachtoffer verstrekt aan de medeverdachten en was aanwezig tijdens de beroving. Het Gerecht oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan het subsidiair ten laste gelegde feit van afpersing, gepleegd door twee of meer verenigde personen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, en moest een schadevergoeding van NAf 18.798,- betalen aan de benadeelde partij. De vordering tot schadevergoeding voor loonderving werd niet-ontvankelijk verklaard, en de proceskosten werden ten laste van de verdachte gebracht.

Uitspraak

Parketnummer: 500.00199/20

Uitspraak: 31 maart 2021 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[VERDACHTE]

geboren op [geboortedatum] 1997 te [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], [adres].
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 12 maart 2021. De verdachte is verschenen, bijgestaan door haar raadsman, mr. E. Kleist, advocaat in Curaçao.
De benadeelde partij [benadeelde] heeft zich ter terechtzitting gevoegd in het strafproces met een vordering tot schadevergoeding.
De officier van justitie, mr. A.B. Bennett, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het subsidiair, tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren waarvan 1 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met aftrek van voorarrest, met als bijzondere voorwaarde reclasseringsbegeleiding en het volgen van een traject bij een psycholoog.
Haar vordering behelst voorts de toewijzing van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van NAf 19.348, -, de niet-ontvankelijkverklaring van die benadeelde partij in hetgeen hij overigens heeft gevorderd en de oplegging van een bij de toewijsbare vordering behorende schadevergoedingsmaatregel.
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte ter zake van het ten laste gelegde zal worden vrijgesproken, subsidiair zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging. Meer subsidiair heeft hij een strafmaatverweer gevoerd.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd:
Primair:
dat [medeverdachte] op 21 augustus 2020, althans in of omstreeks de maand augustus 2020 in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
  • een tas inhoudende ongeveer NA
  • een (wit)kleurig mobiele telefoon (van het merk Samsung, model J5) en/of,
  • een (rood)kleurig mobiele telefoon (van het merk
in elk geval (enig) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk
erte maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s), hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
  • (dreigend) in de richting van die [BENADEELDE] te gaan en/of lopen en/of,
  • (een) of meerdere vuurwapen(s), althans (een) soortgelijk(e) voor bedreiging of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en) (aan) (op) die [BENADEELDE] voor te houden en/of te tonen en/of te richten en/of gericht houden en/of te laden en/of aan/tegen het hoofd van die [BENADEELDE] te plaatsen en/of drukken en/of,
  • (op agressieve en/of dreigende toon) tegen die [BENADEELDE] te zeggen om rustig te blijven en/of met hem, verdachte naar binnen te gaan en/of,
  • (op agressieve en/of dreigende toon) tegen die [BENADEELDE] te zeggen om alles aan hem, verdachte
welk feit zij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, op een of meer tijdstippen in de maand augustus 2020 te Curaçao, al dan niet door tussenkomst van een of meer anderen, door giften en/of beloften, te weten door een (groot) geldbedrag in het vooruitzicht te stellen en/of door het verschaffen van informatie opzettelijk heeft uitgelokt;
Subsidiair:
dat zij op 21 augustus 2020, althans in of omstreeks de maand augustus 2020 in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
  • een tas inhoudende ongeveer NA
  • een (wit)kleurig mobiele telefoon (van het merk Samsung, model J5) en/of,
  • een (rood)kleurig mobiele telefoon (van het merk
in elk geval (enig) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan haar, verdachte en/of haar mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging van geweld tegen [benadeelde], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk
erte maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan haar mededader(s), hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
  • (dreigend) in de richting van die [BENADEELDE] te gaan en/of lopen en/of,
  • (een) of meerdere vuurwapen(s), althans (een) soortgelijk(e) voor bedreiging of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en) (aan) (op) die [BENADEELDE] voor te houden en/of te tonen en/of te richten en/of gericht houden en/of te laden en/of aan/tegen het hoofd van die [BENADEELDE] te plaatsen en/of drukken en/of,
  • (op agressieve en/of dreigende toon) tegen die [BENADEELDE] te zeggen om rustig te blijven en/of met hem, verdachte naar binnen te gaan en/of,
  • (op agressieve en/of dreigende toon) tegen die [BENADEELDE] te zeggen om alles aan hem, verdachte
en/of
dat zij op of omstreeks 21 augustus 2020, althans in of omstreeks de maand augustus 2020 in Cura
çao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld die [benadeelde], heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van,
  • een tas inhoudende ongeveer NA
  • een (wit)kleurig mobiele telefoon (van het merk Samsung, model J5) en/of,
  • een (rood)kleurig mobiele telefoon (van het merk
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
bestaande dat geweld en/of die bedreiging met geweld uit het opzettelijk,
  • (dreigend) in de richting van die [BENADEELDE] te gaan en/of lopen en/of,
  • (een) of meerdere vuurwapen(s), althans (een) soortgelijk(e) voor bedreiging of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en) (aan) (op) die [BENADEELDE] voor te houden en/of te tonen en/of te richten en/of gericht houden en/of te laden en/of aan/tegen het hoofd van die [BENADEELDE] te plaatsen en/of drukken en/of,
  • (op agressieve en/of dreigende toon) tegen die [BENADEELDE] te zeggen om rustig te blijven en/of met hem naar binnen te gaan en/of,
  • (op agressieve en/of dreigende toon) tegen die [BENADEELDE] te dwingen om alles aan hem, verdachte
Meer subsidiair:
dat [medeverdachte] op of omstreeks 21 augustus 2020, althans in of omstreeks de maand augustus 2020 in Cura
çao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
  • een tas inhoudende ongeveer NA
  • een (wit)kleurig mobiele telefoon (van het merk Samsung, model J5) en/of,
  • een (rood)kleurig mobiele telefoon (van het merk
in elk geval (enig) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk
erte maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan haar mededader(s), hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
  • (dreigend) in de richting van die [BENADEELDE] te gaan en/of lopen en/of,
  • (een) of meerdere vuurwapen(s), althans (een) soortgelijk(e) voor bedreiging of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en) (aan) (op) die [BENADEELDE] voor te houden en/of te tonen en/of te richten en/of gericht houden en/of te laden en/of aan/tegen het hoofd van die [BENADEELDE] te plaatsen en/of drukken en/of,
  • (op agressieve en/of dreigende toon) tegen die [BENADEELDE] te zeggen om rustig te blijven en/of met hem, verdachte
  • (op agressieve en/of dreigende toon) tegen die [BENADEELDE] te zeggen om alles aan hem, verdachte
en/of
dat [medeverdachte] op of omstreeks 21 augustus 2020, althans in of omstreeks de maand augustus 2020 in Cura
çao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld die [benadeelde], heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van,
  • een tas inhoudende ongeveer NA
  • een (wit)kleurig mobiele telefoon (van het merk Samsung, model J5) en/of,
  • een (rood)kleurig mobiele telefoon (van het merk
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
bestaande dat geweld en/of die bedreiging met geweld uit het opzettelijk,
  • (dreigend) in de richting van die [BENADEELDE] te gaan en/of lopen en/of,
  • (een) of meerdere vuurwapen(s), althans (een) soortgelijk(e) voor bedreiging of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en) (aan) (op) die [BENADEELDE] voor te houden en/of te tonen en/of te richten en/of gericht houden en/of te laden en/of aan/tegen het hoofd van die [BENADEELDE] te plaatsen en/of drukken en/of,
  • (op agressieve en/of dreigende toon) tegen die [BENADEELDE] te zeggen om rustig te blijven en/of met hem naar binnen te gaan en/of,
  • (op agressieve en/of dreigende toon) tegen die [BENADEELDE] te dwingen om alles aan hem, verdachte
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf zij, verdachte
,tezamen en in vereniging met een ander of anderen althans alleen, op of omstreeks 21 augustus 2020, althans in of omstreeks de maand augustus 2020 te Cura
çao, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door:
  • (als opdrachtgever) [nicht verdachte] (haar nicht) te benaderen en haar te vragen of zij iemand had die haar [BENADEELDE] (haar vriend) kon beroven en/of,
  • die [medeverdachte] informatie te verschaffen over waar zij zich zouden bevinden om de diefstal met geweld uit te voeren.
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het subsidiair, tweede, cumulatief/alternatief ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Subsidiair, tweede cumulatief/alternatief:
dat zij op
of omstreeks21 augustus 2020,
althans in of omstreeks de maand augustus 2020in Cura
çao, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/ofbedreiging met geweld
die[benadeelde], heeft
/hebbengedwongen tot de afgifte van,
  • een tas inhoudende ongeveer NA
  • een
  • een
in elk geval enig goed,geheel
of ten deletoebehorende aan [benadeelde]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
bestaande
dat geweld en/ofdie bedreiging met geweld uit het opzettelijk,
  • (dreigend) in de richting van die [BENADEELDE] te gaan en/of lopen en/of,
  • (een
    ) of meerderevuurwapen
    (s),
    althans (een) soortgelijk(e) voor bedreiging of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en) (aan) (op) die [BENADEELDE] voor te houden en/of te tonen en/of te richten en/of gericht houden en/ofte laden en
    /of aan/tegen het hoofd van die [BENADEELDE] te plaatsen
    en/of drukkenen
    /of,
  • (op agressieve en/of dreigende toon)tegen die [BENADEELDE] te zeggen om rustig te blijven en
    /of met hemnaar binnen te gaan en
    /of,
  • (op agressieve en/of dreigende toon) tegendie [BENADEELDE] te dwingen om alles
    aan hem, verdachte,af te geven.
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat zij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen
Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring. [1]
Voorts wordt opgemerkt dat in de bewijsmiddelen geen (expliciete) landsaanduiding is opgenomen, maar dat algemeen bekend is dat de in die bewijsmiddelen wel opgenomen plaatsen zijn gelegen in Curaçao.
1. benadeelde] deed op 21 augustus 2020 aangifte. Hij heeft bij die gelegenheid het volgende verklaard:
“Op 20 augustus 2020 omstreeks 20:00 uur heb ik mijn vriendin [verdachte] opgehaald. Omstreeks 00:35 uur ben ik thuis gearriveerd en stapte uit mijn auto en ging het hek open doen om naar binnen te gaan. Toen ik het hek dicht ging doen werd ik verrast door een voor mij onbekende manspersoon die helemaal in het zwart was gekleed. Hij droeg een pet en een capuchon op zijn hoofd. Deze onbekende man had mij bedreigd door een nikkelkleurig vuurwapen tegen mijn hoofd te plaatsen. Vervolgens zei hij tegen mij om rustig te blijven en met hem naar binnen te gaan. Hij liep met mij direct naar mijn voertuig en zei om hem alles te geven, zowel mijn telefoon als de tas inhoudende NAf 15.000, -. Op dat moment had ik tegen mijn vriendin [verdachte], die bij mij in de auto zat, gezegd om de man haar tas te geven. Mijn vriendin gaf mijn schoudertas die onder de autostoel verscholen lag aan de man.
In de schoudertas zat een bedrag van ongeveer NAf 15.000, -, een witkleurige mobiele telefoon van het merk Samsung model J5 en een roodkleurige iPhone model 7.” [2]
2. De verdachte heeft ter terechtzitting van 12 maart 2021 als volgt verklaard:
“Ik heb de beroving op mijn vriend [benadeelde] samen met mijn nicht [nicht verdachte] gepland.
Ik was kwaad op [benadeelde], omdat hij een video van seksuele handelingen tussen mij en hem op social media had geplaatst. Ik heb dit verteld aan mijn nicht [nicht verdachte]. Ik vertelde haar ook dat [benadeelde] in het bezit was van NAf 15.000, -. [Nicht verdachte] had tegen mij gezegd dat haar vriend [medeverdachte] er werk van zou gaan maken. Ik heb [nicht verdachte] volgens afspraak alle informatie over [benadeelde] gegeven. Dus waar hij naartoe ging, over het geld waarover hij beschikte: zijn hele bewegingspatroon.
In afstemming met [nicht verdachte] heb ik ervoor gezorgd dat zij wist waar ik op 21 augustus 2020 met [benadeelde] was, zodat wij daar overvallen konden worden, hetgeen ook is gebeurd.
Bij de woning van [benadeelde] aangekomen, stapte hij uit de auto om het hek open te doen. Ik zag dat [benadeelde] met iemand stond te praten. Kort daarna zag ik hoe de man het vuurwapen tegen het hoofd van [benadeelde] hield en dat ze samen richting de auto liepen.
De man zei tegen [benadeelde] om zijn smoel dicht te houden en liet hem op de grond liggen, met het vuurwapen nog steeds tegen zijn hoofd gedrukt. De man eiste de tas van [benadeelde]. Hij laadde door. Ik gaf hem die tas met daarin het geldbedrag en mijn mobiele telefoon en die van [benadeelde]. [3]
3. Op 14 september 2020, omstreeks 15:45 uur, werd de medeverdachte [nicht verdachte] verhoord. Zij heeft bij die gelegenheid het volgende verklaard:
“In de week voor 21 augustus 2020 vertelde [verdachte] mij dat haar vriend “[bijnaam benadeelde]” hun seksvideo-opnames naar drie verschillende vrouwen en een mannen appgroep had rondgestuurd. Tevens zei ze dat ze wraak op [bijnaam benadeelde] wilde nemen. Verder vertelde [verdachte] dat [bijnaam benadeelde] met een contante geldsom van NAf 20.000, - rondreed en dat zij iemand nodig heeft om een beroving op haar en [bijnaam benadeelde] te plegen. Gedurende dat gesprek was ik vergezeld van mijn liefdesvriend [medeverdachte]. Als ik mij niet vergis heeft de politie het gebruikte vuurwapen aangetroffen. Het ligt normaliter op de klerenkast in ons kamer.” [4]
4. Op 15 september 2020, omstreeks 14:30 uur, werd de medeverdachte [nicht verdachte] nader verhoord. Zij heeft bij die gelegenheid het volgende verklaard:
“Ik heb tegen [verdachte] gezegd dat ik iemand heb die de beroving op [bijnaam benadeelde] kon plegen. Op dat moment was ik thuis vergezeld van [medeverdachte]. Ik had mijn mobiele telefoon op luidspreker gezet, zodat [medeverdachte] ook mee kon luisteren. Ik heb [medeverdachte] gevraagd of hij bereid was. [Medeverdachte] ging ermee akkoord. [Verdachte] had ons uitgelegd dat [bijnaam benadeelde] met haar op stap wilde gaan en dat zij ervoor zal zorgen dat zij naar hun vaste plekken zullen gaan.
[Verdachte] had ons zelfs uitgelegd hoe de beroving moest gaan. Zij zullen naar een strand gaan. Wanneer ze bij het strand aankomen, moest [medeverdachte] hen beroven. Tijdens de beroving moest [medeverdachte] de tas inhoudende het geldbedrag eisen en moest hij hun mobiele telefoons wegnemen. Zij zou zelf de tas aan [medeverdachte] geven. Zij hadden afgesproken dat de beroving die nacht moest plaatsvinden. In de middaguren had [verdachte] een Whatsappbericht naar mij gestuurd. In dat bericht gaf ze aan dat [bijnaam benadeelde] niet meer naar het strand wilde gaan. Daarna had ze mij via Whatsapp gebeld. Op dat moment had ik mijn mobiele telefoon weer op luidspreker gezet zodat [medeverdachte] mee kon luisteren. [Verdachte] gaf aan dat zij een uitleg zal geven over de route naar de woning van [bijnaam benadeelde] in [wijk 1], dus alwaar de beroving had plaatsgevonden.
Toen ze naar de woning van [bijnaam benadeelde] gingen, heeft [verdachte] mij dit via een Whatsappbericht doorgegeven. Omdat [medeverdachte] op dat moment al op straat was, had ik hem een Whatsappbericht gestuurd zeggende dat [verdachte] en [bijnaam benadeelde] onderweg waren naar de woning van [bijnaam benadeelde] te [wijk 1].
Het klopt dat ik zes foto’s naar [verdachte] had gestuurd. In eerste instantie zou de beroving bij het strand in de omgeving van [strand 1] plaatsvinden. [Medeverdachte] was toen al in de omgeving van [strand 1] in afwachting van [bijnaam benadeelde] en [verdachte].” [5]
5. Op 22 september 2020, omstreeks 13:30 uur, werd de medeverdachte [medeverdachte] nader verhoord. Hij heeft bij die gelegenheid het volgende verklaard:
“[verdachte] had tegen mijn vriendin gezegd dat haar vriend met een schoudertas rondloopt met daarin NAf 18.000, -. Ik vond wat de vriend van [verdachte] had gedaan niet terecht (het verspreiden van haar naaktfoto’s op het internet) en had tegen [nicht verdachte] gezegd om tegen [verdachte] te zeggen dat ik voormeld bedrag van de vriend van [verdachte], [bijnaam benadeelde], kan wegnemen. Vervolgens gaf [verdachte] al de handelingen van [bijnaam benadeelde] aan ons door: wat voor soort auto hij reed, waar hij werkzaam was en zijn adres.
Op de dag van de beroving was ik samen met een kennis. Zijnde bij [strand 2] stuurde mijn vriendin [nicht verdachte] mij een bericht door dat [verdachte] naar haar stuurde, zeggende dat zij onderweg waren naar de woning van [bijnaam benadeelde]. Hierna reden wij naar de woning van [bijnaam benadeelde] in [wijk 1]. Ik bleef achter het stuur zitten en de kennis van mij was degene die de beroving ging plegen. Vervolgens reden wij in mijn auto naar [wijk 2], waar ik hem had afgezet. Tevens hadden wij de buit verdeeld. Ik kreeg vijfduizend gulden.“ [6]
Bewijsoverwegingen
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelede medeplegen. Van een nauwe en bewuste samenwerking is in de onderhavige zaak geen sprake. Voorts was het voornamelijk [nicht verdachte] die het draaiboek van de overval en de contacten met [medeverdachte] voor haar rekening nam, aldus de raadsman.
Het Gerecht overweegt als volgt.
Voor een bewezenverklaring van medeplegen is vereist dat sprake is van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met een ander of anderen. Dit is het geval indien de intellectuele en/of materiële bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is. Bij de beoordeling of daarvan sprake is kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de handeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Het Gerecht stelt op grond van de bewijsmiddelen het volgende vast omtrent het handelen van de verdachte.
De verdachte heeft niet alleen aangegeven dat het slachtoffer geld bij zich had, maar heeft ook met de mededaders plannen gemaakt hoe zij het geld in hun bezit zouden kunnen krijgen. De verdachte heeft daarbij alle informatie over het bewegingspatroon van het slachtoffer aan de mededaders verschaft en ook zijn huisadres aan hen doorgegeven. Op de bewuste avond heeft de verdachte, zijnde in gezelschap van het slachtoffer, de mededaders – middels Whatsappberichten – op de hoogte gehouden van de locatie van het slachtoffer, waarna een van de mededaders de beroving feitelijk heeft uitgevoerd. Daarbij heeft de verdachte de tas met het geld aan die mededader overhandigd. De verdachte heeft dus zowel bij de voorbereiding als de feitelijke uitvoering van de beroving een belangrijke rol gespeeld.
Anders dan de raadsman betoogt, was de bijdrage van de verdachte gelet op het vorenstaande van voldoende gewicht om te kunnen spreken van een nauwe en bewuste samenwerking, zodat het verweer wordt verworpen.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het subsidiair, tweede cumulatief/alternatief bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 1:123 juncto artikel 2:294 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. Anders dan de raadsman ziet het Gerecht geen aanleiding om de verdachte in verband met de emoties en de boosheid die een rol hebben gespeeld bij het bewezen verklaarde, verminderd toerekeningsvatbaar te achten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
In dit geval heeft de verdachte zich samen met anderen schuldig gemaakt aan afpersing onder dreiging met een vuurwapen, van haar ex-vriend [benadeelde], op wie zij wraak wilde nemen voor het verspreiden van hun seksvideo-opnames.
De verdachte heeft door haar handelen geen respect getoond voor de eigendommen van het slachtoffer. Daarbij heeft zij ernstige inbreuk gemaakt op het gevoel van veiligheid van het slachtoffer. Bovendien zorgt dergelijk handelen voor gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving.
Het Gerecht houdt – in het voordeel van de verdachte – rekening met haar persoonlijke omstandigheden en met haar blanco strafkaart. Voorts houdt het Gerecht rekening met het feit dat de verdachte al bij het eerste verhoor bij de politie openheid van zaken heeft gegeven.
De reclassering heeft geadviseerd de verdachte een werkstraf op te leggen. Ook adviseert zij de verdachte reclasseringstoezicht op te leggen en het volgen van een traject bij een psycholoog. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf wordt nadelig geacht voor (de opleiding van) de verdachte, alsook voor haar nog jonge kinderen. De reclassering schat in dat de verdachte voldoende gemotiveerd is om niet nogmaals in (justitiële) problemen te raken. Voorts zijn de verdachte en het slachtoffer beiden bereid om te kijken of hun relatie voortgezet kan worden.
Het Gerecht heeft zich afgevraagd of in dit geval, mede in verband met de in de persoonlijke sfeer gelegen aanleiding voor de beroving, volstaan kan worden met een maximale werkstraf en een lange voorwaardelijke gevangenisstraf, maar is tot de slotsom gekomen dat dit niet passend zou zijn. Hoewel begrip kan worden opgebracht voor het feit dat de verdachte zich gekrenkt voelde door het handelen van haar ex-vriend, en zij inmiddels ook zelf wel inziet dat haar handelen verkeerd was, is haar reactie daarop niet te rechtvaardigen. Zij heeft welbewust en gedurende enige tijd, samen met anderen, stelselmatig toegewerkt naar de overval op haar ex-vriend. Op geen enkel moment in die periode is het tot haar doorgedrongen dat zij verkeerd bezig was. Zij heeft de uiteindelijke overvaller geleid naar de plek waar haar ex-vriend, nota bene in haar nabijheid, kon worden beroofd, waarbij zij er persoonlijk voor heeft gezorgd dat de overvaller het geldbedrag van NAf 15.000, - ook daadwerkelijk in handen kreeg. Bij dit alles heeft zij bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat tegen het slachtoffer een vuurwapen zou worden gebruikt, met alle (mogelijke) gevolgen van dien.
Het Gerecht is van oordeel dat hierop niet anders kan worden gereageerd dan met de oplegging van een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Met deze straf wordt, naast vergelding, beoogd te voorkomen dat anderen eveneens op een dergelijke lichtvaardige en gevaarlijke manier zouden besluiten verhaal te halen. Verder acht het Gerecht het belangrijk dat de aan de verdachte op te leggen straf niet te zeer afwijkt van de in het bijzonder aan de mededader [medeverdachte] op te leggen straf, temeer nu [medeverdachte] bij zijn handelen werd aangestuurd door de verdachte en haar nicht.
Wel ziet het Gerecht aanleiding om reclasseringsbegeleiding en psychologische behandeling op te leggen.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
Schadevergoeding
De benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Hij vordert NAf 17.398, - aan materiele schadevergoeding en NAf 5.000, - aan immateriële schadevergoeding. De vordering van de materiele schadevergoeding is als volgt opgebouwd:
Schadepost
Bedrag (in NAf)
1 Samsung J5
499
1 Apple iPhone 7
799
Weggenomen geld
15
Loonderving
1.1
Totaal
17.398
De verdediging heeft de vordering niet betwist.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het Gerecht genoegzaam gebleken dat de benadeelde partij [benadeelde] als gevolg van verdachtes bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van NAf 16.298, -, omvattend het afgeperste geldbedrag van Naf 15.000, - plus de waarde van de twee telefoons. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden, zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.
Het Gerecht acht de immateriële schade toewijsbaar tot een bedrag van NAf 2.500, -.
Het Gerecht is van oordeel dat de vordering van de benadeelde partij voor wat betreft de gevorderde loonderving niet van zo eenvoudige aard is dat deze zich leent voor beslissing in de strafzaak. De benadeelde partij kan daarom in zoverre niet worden ontvangen in de vordering en dat deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Het Gerecht ziet aanleiding daarbij een schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 1:78 van het Wetboek van Strafrecht aan de verdachte op te leggen.
Voor het geval volledige betaling of volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet volgt, zal vervangende hechtenis van na te melden duur worden opgelegd.
De proceskosten van de benadeelde partij zullen ten laste van de verdachte worden gebracht. Tot op heden zijn die proceskosten begroot op nihil.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:19, 1:20, 1:21 en 1:22 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Gerecht:
  • verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte primair ten laste is gelegd en spreekt haar daarvan vrij;
  • verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte subsidiair, eerste cumulatief/alternatief ten laste is gelegd en spreekt haar daarvan vrij;
  • verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het subsidiair, tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegde feit heeft begaan;
  • verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt haar daarvan vrij;
  • kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
  • verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
  • bepaalt dat een gedeelte van deze straf een gedeelte, groot
  • Als bijzondere voorwaarde wordt gesteld dat de verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen, te geven door of namens de Stichting Reclassering Curaçao, zulks zolang deze instelling dat gedurende de proeftijd nodig oordeelt, ook indien dit inhoudt het volgen van een traject bij een psycholoog;
  • wijst de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [benadeelde] geleden schade toe tot een bedrag van
  • verklaart de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet-ontvankelijk en bepaalt dat deze de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [benadeelde] gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
  • legt aan de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde] de hoofdelijke verplichting op tot betaling aan het Land van een bedrag van
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan haar verplichting tot betaling aan het Land daarmee haar verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan haar verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee haar verplichting tot betaling aan het Land in zoverre komt te vervallen;
  • bepaalt dat indien en voor zover een van de mededaders van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald aan de benadeelde partij of het Land, de verdachte in zoverre is bevrijd van voormelde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan het Land.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. drs. S.M. van Lieshout, bijgestaan door mr. O.H.M. Leito, zittingsgriffier, en op 31 maart 2021 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Curaçao.
uitspraakgriffier:

Voetnoten

1.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisant(en) in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het eindproces-verbaal van het Korps Politie Curaçao (Unit Lokaal Ernstige Criminaliteit) d.d. 2 februari 2021, geregistreerd onder proces-verbaalnummer 2020029390 en de onderzoeksnaam “[onderzoeksnaam]”, paginanummers 1-157.
2.Proces-verbaal van aangifte van het Korps Politie Curaçao, d.d. 22 augustus 2020, geregistreerd onder document code: 2020029390_20200908_122932.doc, dossierpagina’s 23-28.
3.Verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 12 maart 2021, zoals die eventueel later – indien tegen dit vonnis hoger beroep wordt ingesteld – in het proces-verbaal van die terechtzitting zal worden weergegeven.
4.Proces-verbaal van 1ste verhoor (persoonsgericht) verdachte [van het Korps Politie Curaçao, d.d. 14 september 2020, geregistreerd onder document code: 20200914.15.45, dossierpagina’s 104-109.
5.Proces-verbaal van 2de verhoor (persoonsgericht) verdachte [nicht verachte] van het Korps Politie Curaçao, d.d. 15 september 2020, geregistreerd onder document code: 20200915 14.30, dossierpagina’s 110-116.
6.Proces-verbaal van 4de verhoor (zaakgericht) verdachte [medeverdachte] van het Korps Politie Curaçao, d.d. 22 september 2020, geregistreerd onder document code: 2020029390, dossierpagina’s 152-157.