ECLI:NL:OGEAC:2021:169

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
1 oktober 2021
Publicatiedatum
5 oktober 2021
Zaaknummer
CUR202102825
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hypothecaire verkoop en misbruik van recht in kort geding

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, hebben eisers, bestaande uit verschillende private foundations, een kort geding aangespannen tegen Maduro & Curiel’s Bank N.V. (MCB) met als doel de executie van een hypothecaire verkoop te schorsen. De eisers vorderden dat de door MCB in gang gezette executie, die gepland stond voor 1 oktober 2021 om 10.00 uur, geschorst zou worden. MCB had eerder in mei 2019 de aan eisers verstrekte kredieten opgezegd, en de eisers waren sindsdien in gebreke met hun betalingsverplichtingen, met een restant-vordering van circa NAf 4,5 miljoen.

De rechtbank oordeelde dat MCB geen misbruik van recht maakte door de veiling door te zetten. De eisers hadden recentelijk een betaling van NAf 300.000 gedaan, maar dit was niet voldoende om de situatie te veranderen, gezien het langdurige verzuim van de eisers. De rechtbank stelde vast dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een schorsing van de executie rechtvaardigden. De belangen van MCB, die aanzienlijke kosten zou maken bij uitstel van de veiling, wogen zwaarder dan de belangen van de eisers.

Uiteindelijk wees het Gerecht de vorderingen van de eisers af en veroordeelde hen in de proceskosten, die aan de zijde van MCB tot aan de uitspraak waren begroot op NAf 1.500 aan gemachtigdensalaris. Dit vonnis werd uitgesproken door rechter P.E. de Kort op 1 oktober 2021.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Zaaknummer: CUR202102825
Vonnis in kort geding van 1 oktober 2021
inzake

1.[EISER SUB 1],

2.de stichting
LIBERTY PRIVATE FOUNDATION,
3.de stichting
ENESS PRIVATE FOUNDATION,
4.de stichting
NINE DRAGONS PRIVATE FOUNDATION,
5.de stichting
EURASIA PRIVATE FOUNDATION,
te Curaçao,
eisers,
gemachtigden: mrs. M.F. Murray en K.A. Doekhi,
--tegen--
de naamloze vennootschap
MADURO & CURIEL’S BANK N.V.(‘MCB’),
gevestigd in Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. M.R.B. Gorsira.

1.Verloop van de procedure

Eisers hebben hedenmorgen een verzoekschrift ingediend. MCB is vrijwillig ter zitting verschenen, waarna de zaak is behandeld en vonnis is bepaald.

2.De vordering en het verweer

2.1
Eisers vorderen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, de door MCB in gang gezette executie die thans gepland staat op heden, 10.00 uur, te schorsen en geschorst te houden voor een nader door het Gerecht in goede justitie te bepalen periode, althans een ordemaatregel te treffen die het Gerecht opportuun acht.
2.2
MCB heeft verweer gevoerd.

3.De beoordeling

3.1
Tussen partijen is niet in geschil dat MCB de door haar aan eisers verstrekte kredieten in mei 2019 heeft opgezegd en dat het gehele uitstaande bedrag sindsdien opeisbaar is. De restant-vordering van MCB op eisers, onder hun hoofdelijke verbondenheid, bedraagt thans circa NAf 4,5 miljoen. MCB heeft al eerder, in april 2021, de uitwinning van de tot zekerheid ondergezette onroerende zaken aan de Santa Rosaweg, te Salinja en aan de Nieuwe Haven aangezegd. Die veiling is toen afgeblazen op verzoek van eisers en met het oog op een mogelijke herfinanciering bij Banco di Caribe. Tot die herfinanciering is het niet gekomen. MCB heeft hierop wederom de veiling aangezegd, die voor vandaag om 10.00 uur gepland is.
3.2
Zoals ook door eisers wordt onderkend, geldt als uitgangspunt dat een hypotheekhouder op de voet van artikel 3:268 lid 1 BW bevoegd is tot executieverkoop over te gaan indien de schuldenaar in verzuim is met de voldoening van zijn hypothecaire verplichtingen. Slechts onder bijzondere omstandigheden kan sprake zijn van misbruik van de bevoegdheid van de hypotheekhouder om tot parate executie over te gaan. Daarvan kan onder meer sprake zijn als de hypotheekhouder geen redelijk te respecteren belang heeft bij de parate executie, mede gelet op de belangen aan de zijde van de schuldenaar die door de executie zullen worden geschaad, of als er daardoor aan de zijde van de schuldenaar een noodsituatie zou ontstaan.
3.3
Van bijzondere omstandigheden als hiervoor bedoeld is naar het oordeel van het Gerecht geen sprake. Duidelijk is dat eisers zich tot zeer recentelijk hebben ingespannen een oplossing te vinden voor de verplichtingen jegens MCB en voorstellen hebben gedaan om tot verkoop en aflossing te komen. Een paar dagen terug hebben zij NAF 300.000 betaald in mindering op hun schuld. Dit alles weegt echter niet op tegen de omstandigheid dat het krediet al ruim twee jaar geleden is opgezegd en eisers al ruim twee jaar in gebreke zijn met hun betalingsverplichtingen jegens MCB. Ter zitting is gebleken dat concreet zicht op herfinanciering ontbreekt en dat eisers, behoudens de bij MCB aangehouden creditsaldi, niet over liquiditeiten beschikken voor een substantiële nadere betaling. Dit gevoegd bij het feit dat aan uitstel van de veiling voor MCB aanzienlijke kosten zouden zijn verbonden, maakt naar voorshands oordeel dat MCB geen misbruik maakt van haar executiebevoegdheid door de veiling thans door te zetten.
3.4
Dat de veiling voor eisers ingrijpende gevolgen zal hebben, is evident, maar is eigen aan hypothecaire veilingen. Dat kan echter niet in de weg staan aan de uitoefening door MCB van haar recht van parate executie. Gelet op het vaststaande en inmiddels langdurige verzuim waarin eisers jegens MCB verkeren, alsmede gelet op de overige omstandigheden zoals die blijken uit de overgelegde correspondentie en stukken en uit hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, kunnen eisers niet gevolgd worden in hun stelling dat MCB misbruik maakt van haar bevoegdheid door thans daadwerkelijk tot veiling over te gaan. Binnen het bestek van dit kort geding kan niet geoordeeld worden dat MCB in redelijkheid niet het standpunt kan innemen dat de door eisers geschetste plannen en perspectieven onvoldoende zijn om aan te nemen dat binnen aanvaardbare termijn alsnog tot aflossing kan worden gekomen.
3.5
Op grond van het voorgaande zullen de vorderingen van eisers moeten worden afgewezen, met hun veroordeling in de proceskosten.

4.De beslissing

Het Gerecht:
rechtdoende in kort geding
4.1
wijst af het gevorderde;
4.2
veroordeelt eisers in de kosten van dit geding aan de zijde van MCB, tot aan deze uitspraak begroot op NAf 1.500 aan gemachtigdensalaris.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort, rechter, en op 1 oktober 2021 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.