ECLI:NL:OGEAC:2021:152
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot medewerking van mede-erfgenamen aan overdracht van woning in nalatenschap
In deze zaak heeft eiser, wonend te Curaçao, een kort geding aangespannen tegen gedaagden, die beiden in Caracas, Venezuela wonen. De eiser, vertegenwoordigd door mr. N.V.R. Doekhie, vordert medewerking van de gedaagden aan de afwikkeling van de nalatenschap van hun overleden zus, erflaatster, die geen testament heeft achtergelaten. De erflaatster is op [datum] 2018 overleden en de eiser en gedaagden zijn de enige erfgenamen. Eiser stelt dat gedaagden weigerachtig zijn om mee te werken aan de verdeling van de nalatenschap, waaronder de voormalige echtelijke woning van erflaatster en haar ex-echtgenoot, die bij een eerder vonnis aan de ex-echtgenoot is toegedeeld met een overbedelingsvordering aan de erfgenamen.
De procedure begon met een verzoekschrift dat op 30 maart 2021 werd ingediend. Gedaagden zijn niet verschenen op de zitting van 9 augustus 2021. Eiser vordert onder andere dat gedaagden binnen 14 dagen na het vonnis de benodigde documenten voor de verklaring van erfrecht verstrekken en toestemming geven voor de afwikkeling van de nalatenschap. Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft in zijn vonnis van 16 augustus 2021, na het verlenen van verstek tegen gedaagden, de vorderingen van eiser toegewezen, met uitzondering van de vordering tot tegeldemaking, waarvoor onvoldoende spoedeisend belang is aangetoond.
Het vonnis bepaalt dat gedaagden binnen 14 dagen moeten meewerken aan de opmaak van de verklaring van erfrecht en binnen een maand aan de overdracht van de woning. De kosten van het geding worden vastgesteld en dienen uit de nalatenschap te worden voldaan. Het vonnis is bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.