Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Uitspraak
de naamloze vennootschap [T.S.E.] N.V.,
de Sociale Verzekeringsbank (SVB),
Procesverloop
16 december 2020. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. Vierbergen, die is vergezeld door [G.M.R.]. De SVB heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde, die is vergezeld door [L.V.].
Overwegingen
9 januari 2018 een vaststellingovereenkomst gesloten. Daarin is, zakelijk weergegeven, het volgende opgenomen. De openstaande schuld van eiseres aan de SVB wegens de niet betaalde naheffingsaanslagen over genoemde periode bedraagt NAf 412.322,45. Hiervan dient eiseres op basis van het door haar opgegeven verschil met de aan de hand van haar salarissysteem [systeem] berekende premies een bedrag van NAf 139.258,56 te betalen aan de SVB. Eiseres betaalt daarnaast een bedrag van NAf 73.237,25 wegens een te lage aangifte over 2006 tot en met 2012. De totale premieschuld van eiseres aan de SVB bedraagt daarmee
NAf 212.495,81.
e-mailbericht van 3 oktober 2018 herhaald door general manager [F.] ([F.]) van Machineshop. De medewerker van de SVB heeft aan dit verzoek voldaan door op 9 oktober 2018 per e-mail de gevraagde informatie te sturen aan [F.]. Deze informatie biedt een overzicht van de betalingen van loondervingen aan eiseres over de jaren 2005 tot en met 2018. Hierbij zijn afschriften gevoegd van 25 door de SVB in de jaren 2006 tot en met 2016 aan eiseres verzonden brieven over ‘afrekening loonderving’. Volgens deze informatie is het bedrag aan loondervingen over de jaren 2005 tot en met 2018 in totaal NAf 623.100,18, waarvan NAf 525.713,98 is verrekend met door eiseres verschuldigde premies ZV/OV en AOV/AWW en NAf 131.238,19 is uitbetaald aan eiseres. Per saldo resteert een bedrag van NAf 33.851,99 dat eiseres aan de SVB is verschuldigd.
e-mailbericht blijkt dat dit is bedoeld als reactie op het door mr. Flocker op 1 februari 2019 per e-mail aan de directeur van de SVB verzonden verzoek namens eiseres om uitbetaling van de loondervingen. De directeur van de SVB heeft mr. Flocker op dezelfde dag per e-mail laten weten dat hij de desbetreffende medewerker heeft verzocht om zijn verzoek te behandelen. Vervolgens heeft het sectiehoofd financiële administratie het verzoek afgehandeld door in het bestreden e-mailbericht concreet en ondubbelzinnig de beslissing mee te delen dat eiseres, na verrekening van loondervingen met premieaanslagen, een openstaande schuld bij de SVB heeft van NAf 33.851,99. Het bestreden e-mailbericht strekt dan ook tot afwijzing van de aanvraag om uitbetaling van de loondervingen en is daarmee gericht op rechtsgevolg. Het betoog van de SVB slaagt daarom niet.
NAf 456.761,92 uitbetaalt.
Beslissing
verklaarthet beroep
gegrond;
vernietigtde beschikking van 27 februari 2019;
bepaaltdat de SVB aan eiseres het bedrag van NAf 456.761,92
uitbetaalten
dat deze uitspraak in de plaats komt van de vernietigde beschikking;
veroordeeltde SVB tot betaling aan eiseres van haar proceskosten tot een bedrag van NAf 1.400,- (zegge: veertienhonderd Nederlands-Antilliaanse guldens), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
bepaaltdat de SVB het door eiseres betaalde griffierecht van NAf 50,- (zegge: vijftig Nederlands-Antilliaanse guldens) vergoedt.
zes wekenna kennisgeving van deze uitspraak. Zie hoofdstuk 5 van de Lar.