In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 28 juni 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de naamloze vennootschap HNO Transitie en Exploitatie N.V., h.o.d.n. Curaçao Medical Center (CMC) en de chirurg [verweerder]. CMC verzocht de ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van gewichtige redenen, die volgens hen voortvloeiden uit negatieve publiciteit en klachten van voormalige patiënten van [verweerder]. De chirurg was sinds mei 2017 werkzaam bij het Sint Elisabeth Hospitaal en had zijn arbeidsovereenkomst in november 2019 overgedragen aan CMC. CMC had [verweerder] op non-actief gesteld naar aanleiding van mediaberichten over klachten van patiënten, maar er was nog geen definitief onderzoek door de Inspectie Gezondheidszorg afgerond. Het Gerecht oordeelde dat de veranderingen in omstandigheden, hoewel aanwezig, niet voldoende waren om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De rechter benadrukte dat er geen objectief onderzoek was gedaan naar de klachten en dat de negatieve publiciteit niet voldoende was om de dienstbetrekking te beëindigen. Het verzoek van CMC werd afgewezen, evenals het tegenverzoek van [verweerder] om zijn op non-actiefstelling op te heffen. De rechter concludeerde dat de billijkheid zich verzet tegen ontbinding van de arbeidsovereenkomst, gezien de huidige stand van zaken en het gebrek aan definitieve conclusies van de Inspectie.