ECLI:NL:OGEAC:2021:120

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
15 juni 2021
Publicatiedatum
24 juni 2021
Zaaknummer
CUR202101250
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezorging van brieven aan bewoners van het Royal Palm Resort en de rol van de vereniging van eigenaren

In deze zaak, die op 15 juni 2021 werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, hebben eisers, bestaande uit bewoners en woningeigenaren van het Royal Palm Resort, een kort geding aangespannen tegen de Coöperatieve Vereniging van Eigenaren in het Royal Palm Resort en enkele bestuursleden. De eisers vorderden dat de vereniging van eigenaren zou worden verplicht om de bezorging van brieven van de projectontwikkelaar, Royal Holding Company II B.V. (RHC), aan de bewoners niet te beletten. De achtergrond van het geschil ligt in de bezorging van brieven die door eiser sub 3, een bestuurder van RHC, waren afgegeven bij de bewaking van het resort voor distributie naar de bewoners. De vereniging van eigenaren had echter de bezorging van deze brieven gestaakt, wat leidde tot onvrede bij de eisers, die zich benadeeld voelden in hun recht op informatie over de ontwikkelingen van het resort.

Tijdens de zitting werd duidelijk dat de vereniging van eigenaren het beleid hanteert om ongeadresseerde post niet te accepteren, wat volgens hen bedoeld was om reclame en spam tegen te gaan. Het Gerecht oordeelde echter dat de brieven van RHC niet tot de categorie ongewenste post konden worden gerekend, aangezien ze betrekking hadden op belangrijke informatie voor de bewoners. Het Gerecht besloot dat de vereniging van eigenaren onrechtmatig had gehandeld door de bezorging van de brieven te beletten, en dat dit de indruk wekte dat het bestuur de post censureerde.

Het Gerecht gaf een bevel aan de vereniging van eigenaren om te gedogen dat RHC de brieven opnieuw in de brievenbussen plaatst, met de voorwaarde dat de enveloppen correct geadresseerd zijn. De proceskosten werden gedeeltelijk gecompenseerd, waarbij gedaagde sub 2 werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de eisers. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummers: CUR202101250, CUR202101251, CUR202101252, CUR202101253, CUR202101254 en CUR202101255.
Vonnis in kort geding d.d. 15 juni 2021
inzake

1.de besloten vennootschapROYAL HOLDING COMPANY II B.V.,

2.Stichting Particulier Fonds
CAROM,
beide gevestigd in Curaçao,

3. [EISER SUB 3],

4. [EISERES SUB 4],

5. [EISER SUB 5],

allen wonende in Curaçao,

6. [EISERES SUB 6],

wonende in Nederland,
eisers,
gemachtigde: mr. M.R. Hammoud,
--tegen--

1.de Coöperatieve Vereniging vanEIGENAREN IN HET ROYAL PALM RESORT,

gevestigd in Curaçao,

2. [GEDAAGDE SUB 2],

wonend in Curaçao,

3. [GEDAAGDE SUB 3],

wonend in Canada,
gedaagden,
gemachtigden: mrs. M.C.G.G. Verkade en E. Bokkes.

1.Verloop van de procedure

1.1.
Eisers hebben op 19 mei 2021 een verzoekschrift ingediend. Vervolgens heeft op 8 juni 2021 de mondelinge behandeling plaatsgevonden. […]
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1.
Dit kort geding betreft een geschil tussen enerzijds een aantal bewoners en woningeigenaren van het Royal Palm Resort - een omheind woonoord met circa 100 woningen te Piscadera - en anderzijds de vereniging van eigenaren van woningen in dat resort (hierna: de VvE) en het bestuur van de VvE.
2.2.
Eisers [sub 3 en 4] zijn bewoners van het resort. De andere eisers hebben er een of meer woningen in eigendom. Gedaagden sub 2 en 3 zijn respectievelijk voorzitter en bestuurslid van de VvE. Het betreffen onbezoldigde functies.
2.3. [
Eiser sub 3] is bestuurder van eiseres RHC. RHC is de (opvolgend) ontwikkelaar van het resort.
2.4.
Tussen [eiser sub 3]/RHC en het bestuur van de VvE zijn verschillen van inzicht gerezen samenhangend met de uitbreiding van het resort en de in dat kader verrichte werkzaamheden. Daarover is een stuk verschenen in de Amigoe. Hierop heeft [eiser sub 3]/RHC een brief geschreven bestemd voor alle bewoners/eigenaren van het resort. Hij heeft deze brieven in blanco enveloppen afgegeven bij de bewaking van het resort, ter bezorging in de door de bewaking beheerde postvakken van de bewoners/erfgenamen. De bezorging van de enveloppen in de postvakken is diezelfde dag of kort daarna op instructie van gedaagde sub 2 gestaakt of teruggedraaid. Dat is bij eisers in het verkeerde keelgat geschoten.
2.5.
Eisers vorderen bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
A.
Primair:
- om [de VvE, gedaagden sub 2 en 3] althans [de VvE en gedaagde sub 2], hoofdelijk te bevelen om de brieven binnen 2 dagen na het vonnis aan RHC en [eiser sub 3] te retourneren, te gehengen en te gedogen dat RHC en [eiser sub 3] de brieven weer in de brievenbussen zullen (doen) plaatsen en om een mededeling zoals opgenomen in randnummer 2.13 binnen 2 dagen na het vonnis op de website pagina bestemd voor de leden van [de VvE] te plaatsen en op dit forum geplaatst te houden, tegen verbeurte van een dwangsom van NAf 500 per dag of ieder gedeelte van een dag dat [de VvE, gedaagden sub 2 en 3], niet aan deze veroordeling voldoen;
- om [de VvE, gedaagden sub 2 en 3] althans [de VvE en gedaagde sub 2], hoofdelijk te bevelen om de bewaking te instrueren om alle post bestemd voor de bewoners van het Resort en leden van [de VvE] in de postvakken te doen althans om toe te staan dat de post in de postvakken zal worden gedaan.
Subsidiair:
[de VvE, gedaagden sub 2 en 3] althans [de VvE en gedaagde sub 2], hoofdelijk te bevelen om de brieven aan RHC en [eiser sub 3] te retourneren en om te gehengen en te gedogen dat RHC en [eiser sub 3] een kopie van de brieven met een uitleg over de reden waarom de brieven de eigenaren niet eerder hebben bereikt aan de bewoners zullen doen toekomen door de brieven en deze uitleg in de brievenbussen te (doen) plaatsen, tegen verbeurte van een dwangsom van NAf 500 per dag of ieder gedeelte van een dag dat [de VvE, gedaagden sub 2 en 3] althans [de VvE] en [gedaagde sub 2], niet aan deze veroordeling voldoen;
B.
[De VvE] en [gedaagde sub 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de proceskosten en de nakosten, met dien verstande dat bij het niet voldoen aan deze veroordeling, de wettelijke rente over deze kosten verschuldigd zal zijn vanaf de vijftiende dag na het in deze te wijzen vonnis.
2.6.
Eisers leggen aan de vordering in de kern het volgende ten grondslag. Door het handelen van gedaagden - het belemmeren van [eiser sub 3]/RHC om de bewoners/eigenaren van het resort via post correct te informeren over de ontwikkeling van het resort - worden de belangen van [eiser sub 3]/RHC als projectontwikkelaar geschaad. Ook de bewoners/eigenaren worden volgens eisers in hun belangen geschaad. Het kan niet zo zijn dat gedaagden bepalen welke post zij wel of niet mogen ontvangen.
2.7.
Gedaagden hebben verweer gevoerd. Het bestuur hanteert naar eigen zeggen het uitgangspunt dat (door de bewaking) geen ongeadresseerde (post)stukken worden aangenomen ter deponering in de postvakken. Volgens het bestuur is dit in lijn met een in een ledenvergadering gemaakte afspraak waarmee werd beoogd reclame/spam/junkmail tegen te gaan.
2.8.
Het gerecht oordeelt als volgt.
2.9.
De brieven van [eiser sub 3]/RHC kunnen, wat men ook moge vinden van de inhoud daarvan, bezwaarlijk tot de categorie reclame/spam/junkmail worden gerekend. Het betreft aangelegenheden die betrekking hebben op het oord en die naar kan worden aangenomen door in elk geval een deel van de gebruikers, bewoners en eigenaren als relevant zal worden beschouwd. Het feit dat de brieven in blanco enveloppen zaten, verliest aan betekenis doordat deze door [gedaagde sub 2] persoonlijk aan de bewaking zijn overhandigd en de voorzitster naar zij ter zitting heeft verteld al kennis had genomen van de brief voordat zij de bewaking de instructie gaf de distributie van de enveloppen te staken of terug te draaien. Het gerecht is van oordeel dat het bestuur in het licht van deze omstandigheden de bezorging van de brieven niet had mogen beletten. Door dit toch te doen, heeft bij eisers de gerechtvaardigde indruk kunnen ontstaan dat het bestuur de post censureert. Ook als het bestuur denkt te weten dat veel postvakgebruikers geen prijs stellen op een brief van [eiser sub 3]/RHC, is het niet aan het bestuur te beslissen over bezorging en ontvangst. Het beletten van bezorging en ontvangst, is zowel onrechtmatig jegens bewoner [eiser sub 3]/RHC als verzender als jegens de overige eisers als beoogd ontvangers en bewoners/eigenaren.
2.10.
Het gerecht ziet in de omstandigheden van dit geval geen aanleiding om een verstrekkende maatregel als door eisers primair gevorderd op te leggen. Wat betreft de gevorderde teruggave van de brieven geldt bovendien dat gedaagden hebben betwist over die brieven te beschikken en dat het tegendeel in dit kort geding niet kan worden aangenomen. Een maatregel als door eisers subsidiair gevorderd acht het gerecht passend en voldoende, met dien verstande dat daarbij zal worden bepaald dat op de envelop steeds de naam en het appartementsnummer van de geadresseerde en de naam van de afzender dient te zijn vermeld.
2.11.
De door eisers aan de voorzitster verweten gedragingen zijn door haar in haar hoedanigheid van bestuurslid van de VvE verricht. Er is geen grond om aan te nemen dat het bestuur van de VvE de uitvoering van het aan de VvE te geven bevel zal beletten of bemoeilijken. Voor een bevel aan de bestuurders persoonlijk bestaat dan ook onvoldoende aanleiding.
2.12.
Het Gerecht ziet geen aanleiding om een dwangsom als prikkel tot nakoming van het bevel aan de VvE op te leggen. Het is niet aannemelijk dat VvE zal weigeren om dit vonnis na te leven.
2.13.
Nu partijen deels in het ongelijk en deels in het gelijk zijn gesteld, zullen de proceskosten worden gecompenseerd. Een uitzondering hierop geldt voor [gedaagde sub 2], die als aanvankelijk mede-eiser zijn vordering te elfder ure heeft ingetrokken nadat door gedaagden (tijdig) een reconventionele vordering tegen hem was aangekondigd strekkende tot staking van laster en smaad. Gedaagden hebben ter zitting niet bij die tegenvordering volhard, maar hebben wel aanspraak gemaakt op een vergoeding voor de daarmee voor hen gemoeide extra kosten. Die kosten zijn in redelijkheid toe te schrijven aan [gedaagde sub 2]’s (ingetrokken) vordering. Aan gemachtigdensalaris zal ten laste van [gedaagde sub 2] NAf 750 worden toegewezen. In het midden kan blijven of met de intrekking door [gedaagde sub 2] van diens vordering de eis in reconventie zonder meer van de baan was. In het procesrecht in Nederland (zie
Asser Procesrecht/Boonekamp6 2020/het kort geding/101/eis in reconventie) is dat nog geen uitgemaakte zaak, en alhier in ons procesrecht evenmin.

3.3. Beslissing

Het Gerecht:
rechtdoende in kort geding:
3.1.
beveelt de VvE om te gehengen en te gedogen dat [eiser sub 3] en/of RHC een kopie van de brieven met een uitleg over de reden waarom de brieven de eigenaren niet eerder hebben bereikt aan de bewoners zullen doen toekomen door de brieven en deze uitleg in de brievenbussen te (doen) plaatsen, mits op de envelop steeds de naam en het appartementsnummer van de geadresseerde en de naam van de afzender zijn vermeld;
3.2.
veroordeelt [gedaagde sub 2] in de proceskosten aan de zijde van eisers gerezen, tot op heden begroot op NAf 750 aan gemachtigdensalaris, en compenseert de proceskosten voor het overige aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort, rechter, en op 15 juni 2021 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.