ECLI:NL:OGEAC:2021:104
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Verdeling van pensioen na echtscheiding in kort geding met voorlopige voorziening
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, gaat het om een kort geding tussen twee ex-echtelieden die ruim veertig jaar getrouwd zijn geweest. Eiseres heeft op 22 maart 2021 een verzoekschrift ingediend, waarin zij verzoekt om een voorlopige voorziening met betrekking tot de verdeling van het pensioen dat door gedaagde is opgebouwd tijdens hun huwelijk. De behandeling van het kort geding vond plaats op 12 mei 2021, waarbij beide partijen en hun gemachtigden aanwezig waren. Tijdens de zitting is besproken dat de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap nog niet is verdeeld en dat beide partijen willen dat hun gezamenlijke woning aan de Kaya wordt verkocht.
Eiseres, geboren in 1955, vordert dat gedaagde, geboren in 1951, meewerkt aan de uitkering van haar aandeel in het pensioen dat gedaagde bij APC heeft opgebouwd. Gedaagde verzet zich hiertegen en stelt dat de gehele gemeenschap verdeeld moet worden en niet slechts één bestanddeel. De rechter heeft geconstateerd dat partijen willen samenwerken aan de verkoop van hun woning en dat makelaarskantoor Caresto met de verkoop wordt belast.
De rechter heeft geoordeeld dat de vordering van eiseres met betrekking tot het pensioen voorlopig niet toewijsbaar is, maar heeft wel een voorlopige voorziening getroffen. Gedaagde is veroordeeld om eiseres maandelijks een bedrag van NAf 800 te betalen, als voorschot op de verdeling van de gemeenschap. De zaak is verder verwezen naar de bodemprocedure, waarbij partijen hun stellingen en bewijsstukken moeten indienen. Het vonnis is op 17 mei 2021 uitgesproken en is uitvoerbaar bij voorraad.