Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
1.Het procesverloop
- het verzoekschrift met producties ingediend op 20 augustus 2020;
- de conclusie van antwoord van 12 oktober 2020;
- de conclusie van repliek van 18 januari 2021;
- de conclusie van dupliek van 22 maart 2021.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Tijdschrift voor Antilliaans Recht-Justicia2008, p. 309 e.v. en p. 329 e.v. en GEA Curaçao 15 november 2010, ECLI:NL:OGEAC:2010:BO5057), waarin van algemene bekendheid is geoordeeld dat op Curaçao geenszins ongebruikelijk is dat in het kader van buitenhuwelijkse relaties door de financieel meest draagkrachtige partij op diens kosten wordt zorggedragen voor enig onderkomen waarin partijen ongestoord kunnen samenzijn, zonder dat (anders dan in de hiervoor bedoelde uitspraak van het hof) een toekomstige samenwoning of een huwelijk wordt beoogd. In een dergelijk geval kunnen de bestedingen van de meest draagkrachtige partner veelal worden aangemerkt als gift of als het nakomen van een van een natuurlijke verbintenis, zoals in de onderhavige zaak op goede grond door gedaagde bepleit.