ECLI:NL:OGEAC:2020:93

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
20 april 2020
Publicatiedatum
21 april 2020
Zaaknummer
UR201903842/3843/3796/3844/3845/3846
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herhaalde oproeping van niet-verschenen medegedaagden in civiele procedure

Op 20 april 2020 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in een civiele procedure waarbij meerdere gedaagden niet verschenen waren. Eiseressen, bestaande uit ENNIA CARIBE HOLDING N.V., ENNIA CARIBE LEVEN N.V., ENNIA CARIBE SCHADE N.V., ENNIA CARIBE ZORG N.V. en EC INVESTMENTS B.V., hadden op 11 oktober 2019 een verzoekschrift ingediend. Tijdens de zitting bleek dat gedaagden sub 1 tot en met 5, ondanks behoorlijke oproeping, niet waren verschenen, terwijl gedaagde sub 6 wel aanwezig was met een gemachtigde. De rechter heeft in zijn beoordeling aangegeven dat de wet voorschrijft dat niet-verschenen gedaagden opnieuw moeten worden opgeroepen, wat leidt tot extra kosten en vertraging in de procedure. Dit wettelijk voorschrift is in de praktijk problematisch, maar kan niet zonder meer worden genegeerd. De rechter heeft daarom besloten om de wederoproeping van de niet-verschenen gedaagden te gelasten en de zaak opnieuw te plannen voor 6 juli 2020. De beslissing om de kosten van de wederoproeping ten laste van de wederopgeroepenen te brengen, zal in een latere fase van de procedure worden beoordeeld. De zaak tegen gedaagde sub 6 is verwezen naar de rolzitting van 11 mei 2020 voor conclusie van antwoord. De rechter heeft iedere verdere beslissing aangehouden.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummers: CUR201903842/3843/3796/3844/3845/3846
Uitspraak d.d. 20 april 2020
inzake

1.ENNIA CARIBE HOLDING N.V.,

2. ENNIA CARIBE LEVEN N.V.,

3. ENNIA CARIBE SCHADE N.V.,

4. ENNIA CARIBE ZORG N.V.,

5. EC INVESTMENTS B.V.,

alle gevestigd te Curaçao,
eiseressen,
gemachtigden: mrs. K.D. Keizer en S.M. Altena,
tegen

1.[GEDAAGDE SUB 1],

wonend in Houston, Texas, Verenigde Staten,

2. PARMAN INTERNATIONAL B.V.,

gevestigd in Curaçao,

3. [GEDAAGDE SUB 3],

wonend in Los Angeles, Californië,

4. [GEDAAGDE SUB 4],

wonend in Sint Maarten,

5. [GEDAAGDE SUB 5],

wonend in Curaçao,

6. [GEDAAGDE SUB 6],

wonend in Curaçao,
gedaagden,
gedaagden sub 1, 2, 3, 4 en 5 niet verschenen,
gedaagde sub 6 verschenen bij gemachtigde mr. J.A. de Baar.

1.Het procesverloop

Eiseressen hebben op 11 oktober 2019 ter griffie een verzoekschrift ingediend.
Rolbeschikking is bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1
Gedaagden sub 1, 2, 3, 4 en 5 zijn, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Gedaagde sub 6 is wel verschenen.
2.2
Artikel 82 lid 1 Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering luidt:
Indien van meerdere gedaagden er een of meer niet verschijnen, bepaalt de rechter, na verstekverlening, een nieuwe rechtsdag waartegen de niet verschenen gedaagden nogmaals worden opgeroepen.
2.3
Doel en ratio van deze voorgeschreven wederoproeping zijn niet goed te doorgronden. Niet valt in te zien waarom iemand die reeds met inachtneming van alle voorschriften is opgeroepen, opnieuw moet worden opgeroepen met alle kosten en tijdverlies van dien, alleen omdat hij niet, maar andere gedaagden wel in het geding zijn verschenen. Eén goede oproep zou voldoende moeten zijn. De voorgeschreven wederoproeping leidt in de praktijk tot weken of maanden vertraging van het geding en nodeloze extra kosten voor de eisende partij en de gemeenschap. Het Nederlandse Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering kende tot 1 januari 2002 dezelfde bepaling (artikel 79 lid 1 Rv), maar deze is om de hiervoor genoemde redenen en omwille van de snelheid en efficiency geschrapt.
2.4
Het hier te lande nog bestaande wettelijk voorschrift kan echter niet zonder meer worden gepasseerd. Daarom zal de wederoproeping van de niet-verschenen gedaagden worden gelast.
2.5
Bij de in deze zaak te nemen eindbeslissingen zal nader kunnen worden beoordeeld of de met de herhaalde oproeping gemoeide kosten - ongeacht de verdere uitkomst van de zaak - ten laste van de wederopgeroepenen moeten worden gebracht.
2.6
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.De beslissing

Het Gerecht:
3.1
verleent verstek tegen de niet-verschenen gedaagden 1 tot en met 5;
3.2
bepaalt dat deze zaak wederom zal dienen op maandag 6 juli 2020 om 9.00 uur ter terechtzitting van het Gerecht in het Stadhuis aan het Wilhelminaplein 4;
3.3
beveelt de deurwaarder aan wie dit stuk zal worden ter hand gesteld om gedaagden sub 1, 2, 3, 4 en 5 wederom op te roepen; […] teneinde op genoemde plaats, datum en tijd te verschijnen voor de behandeling van deze zaak;
3.4
verstaat dat de zaak tegen gedaagde sub 6 is verwezen naar de rolzitting van 11 mei 2020 voor conclusie van antwoord;
3.5
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.E. de Kort, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en op 20 april 2020 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.