ECLI:NL:OGEAC:2020:87
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schadeplichtigheid van Stichting GVI wegens voortijdige beëindiging van huurcontract en persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders
In deze zaak heeft Mueller Curaçao N.V. een vordering ingesteld tegen Stichting GVI Curaçao wegens schadevergoeding als gevolg van een voortijdige beëindiging van een huurovereenkomst. De huurovereenkomst, die op 6 mei 2014 was getekend, liep tot 30 juni 2021, maar GVI heeft deze opgezegd per 30 juni 2018. Mueller vordert een schadevergoeding van NAf 222.343,41, terwijl GVI in reconventie terugbetaling van een waarborgsom van NAf 25.000 vordert. De rechtbank oordeelt dat GVI wanprestatie heeft gepleegd door de huurovereenkomst voortijdig op te zeggen, en dat zij schadeplichtig is. De rechtbank wijst de vordering van Mueller toe tot een bedrag van NAf 181.739,49, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De bestuurders van GVI worden niet persoonlijk aansprakelijk gesteld, omdat er geen bewijs is dat zij opzettelijk de schijn hebben gewekt dat GVI aan haar verplichtingen kon voldoen. De vordering in reconventie van GVI wordt afgewezen, omdat de aanspraak op de waarborgsom reeds is verrekend in de conventionele vordering.