Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Uitspraak
[eiser 1] en
de minister van Financiën,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
verklaartzich
onbevoegd.
zes wekenna kennisgeving ervan. Zie Hoofdstuk 5 van de Lar.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak hebben eisers, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. R.E.F.A. Bijkerk, beroep ingesteld tegen de weigering van de minister van Financiën om te beslissen op hun verzoek om openbaarmaking van documenten. Dit verzoek was gedaan in het kader van een belastingprocedure met betrekking tot de verschuldigdheid van invoerrechten en omzetbelasting voor de invoer van een boot. De eisers hebben eerder een verzoek ingediend om alle documenten die betrekking hebben op deze kwestie openbaar te maken, maar de minister heeft dit verzoek niet tijdig behandeld.
Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft de zaak op 12 maart 2020 behandeld. Tijdens de zitting is vastgesteld dat het verzoek van eisers niet kan worden aangemerkt als een verzoek om openbaarmaking op grond van de Landsverordening openbaarheid van bestuur (Lob). Het Gerecht oordeelt dat het verzoek niet gericht is op een bestuurlijke aangelegenheid, maar op het verkrijgen van stukken van een wederpartij in een geschil voor de belastingrechter. De Inspecteur der invoerrechten en accijnzen is verantwoordelijk voor het overleggen van de relevante stukken in de belastingprocedure.
Het Gerecht concludeert dat het verzoek buiten de reikwijdte van de Lob valt en dat de minister niet verplicht is om op het verzoek te beslissen. Hierdoor is het Gerecht onbevoegd om het beroep te behandelen. De uitspraak van het Gerecht is op 7 april 2020 bekendgemaakt, en tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na kennisgeving.