ECLI:NL:OGEAC:2020:73
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake onbetaalde melkpoeder en benadeling van verkoper
In deze zaak, uitgesproken door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 30 maart 2020, zijn ISCO Holdings LLC en Campissa International LLC eisers in conventie tegen verschillende gedaagden, waaronder een aantal rechtspersonen en natuurlijke personen die betrokken zijn bij de verkoop van melkpoeder. De zaak draait om de vraag of de gedaagden hun verplichtingen uit een koopovereenkomst zijn nagekomen en of er sprake is van onrechtmatige daad en ongerechtvaardigde verrijking. De comparitie van partijen vond plaats op 3 maart 2020, waarbij enkele gedaagden niet in persoon verschenen, wat leidde tot een nadelige gevolgtrekking voor hen. Het gerecht oordeelt dat de gedaagden onvoldoende hebben onderbouwd dat zij niet aansprakelijk zijn voor de niet-betaling van de koopsom van NAf 119.000 aan ISCO. De vordering van ISCO tegen de gedaagden wordt toegewezen, terwijl de vordering tegen andere gedaagden wordt afgewezen. In reconventie wordt geoordeeld dat de beslaglegging door ISCO onrechtmatig was, en de gedaagden worden in hun vorderingen tegen ISCO en Campissa in het gelijk gesteld. Het vonnis bevat ook bepalingen over proceskosten en uitvoerbaarheid bij voorraad.