ECLI:NL:OGEAC:2020:72

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
30 maart 2020
Publicatiedatum
8 april 2020
Zaaknummer
CUR201601441 en CUR2017I0005
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige bouw op terrein van Seru Hulanda Real Estate N.V. door Stichting Particulier Fonds Avanti

In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao werd behandeld, heeft Seru Hulanda Real Estate N.V. (hierna: Seru Hulanda) een rechtszaak aangespannen tegen Stichting Particulier Fonds Avanti (hierna: Avanti) wegens onrechtmatige bouw op haar terrein. De zaak betreft een geschil over de bouwactiviteiten van Avanti op een perceel dat eigendom is van Seru Hulanda, zonder dat hiervoor toestemming was verleend. De rechtszaak volgde op een tussenvonnis van 23 september 2019, waarin reeds enkele bindende beslissingen waren genomen. Seru Hulanda heeft haar eis gewijzigd en vorderde onder andere schadevergoeding en de afbraak van de onrechtmatig gebouwde structuren.

De rechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat Avanti onrechtmatig heeft gehandeld door zonder toestemming op het terrein van Seru Hulanda te bouwen. De vordering van Seru Hulanda om vast te stellen dat Avanti onrechtmatig heeft gehandeld, werd toegewezen. Daarnaast werd Avanti veroordeeld om binnen negen maanden na betekening van het vonnis mee te werken aan de levering van het perceel aan Seru Hulanda, tegen betaling van een koopsom van NAf 50.000, alsook een gebruiksvergoeding voor het onrechtmatig gebruik van het terrein. De rechter heeft ook een dwangsom opgelegd voor het geval Avanti in gebreke blijft bij de uitvoering van het vonnis.

In de vrijwaringszaak, die gelijktijdig liep, werd Avanti verwezen naar de rolzitting voor conclusie van repliek, aangezien zij nog niet had gereageerd op het verweer van de gedaagde in de vrijwaringszaak. De rechter heeft de verdere beslissingen in deze zaak aangehouden. Het vonnis is uitgesproken op 30 maart 2020 door mr. P.E. de Kort, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

VONNIS
in de zaak van:
Seru Hulanda Real Estate N.V.(
‘Seru Hulanda’),
gevestigd te Curaçao,
eiseres,
gemachtigde: mr. P.E.A.L.M. van de Laarschot
tegen
Stichting Particulier Fonds Avanti(
‘Avanti’),
gevestigd te Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. N.A. Evertsz,
met als gevoegde partij aan de zijde van Avanti en tevens gedaagde in de vrijwaringszaak:
[gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in vrijwaring](
‘[gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in vrijwaring]’),
wonend te Curaçao,
gevoegde partij aan de zijde van gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in vrijwaring,
gemachtigde: mr. V.P.M. Maria.

1.Het procesverloop

Na het tussenvonnis van 23 september 2019 hebben alle partijen een akte genomen. Seru Hulanda heeft daarbij haar eis gewijzigd. De andere partijen hebben bij akte op die eiswijziging gereageerd. Seru Hulanda heeft nog een akte uitlating producties genomen. Vonnis is bepaald op heden.

2.De verdere beoordeling in de hoofdzaak

2.1
Volhard wordt bij hetgeen bij het tussenvonnis van 23 september 2019 is overwogen en beslist. Hetgeen partijen in hun nadere aktes hebben aangevoerd geeft geen aanleiding terug te komen in de in dat vonnis opgenomen bindende eindbeslissingen. Met betrekking tot de gebruiksvergoeding geldt daarbij hetgeen hierna onder 2.6 wordt overwogen.
2.2
Blijkens hun aktes stelt geen van partijen belang in een nader onderzoek ter vaststelling van de mate van grensoverschrijdende bouw. Avanti en Seru Hulanda hebben voorts te kennen gegeven overdracht van de driehoek aan Avanti op de voet van artikel 5:54 lid 1 BW te verkiezen boven afbraak van hetgeen grensoverschrijdend op de driehoek is gebouwd.
2.3
Seru Hulanda heeft haar eis gewijzigd. Zij vordert niet langer de nakoming van de gestelde koopovereenkomst. Haar gewijzigde eis luidt om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
i. i) vast te stellen dat Avanti onrechtmatig ten opzichte van Seru Hulanda heeft gehandeld door zonder toestemming op de driehoek van Seru Hulanda te bouwen;
ii) Avanti te veroordelen:
a. primair: binnen een maand na betekening van het te wijzen vonnis mede te werken aan de levering (met kosten koper) aan haar voor een lokale notaris van het perceel kadastraal omschreven in rooibrief [nummer]/[jaar] en met veroordeling van Avanti om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een koopsom van NAf 50.000 k.k., te vermeerderen met een vergoeding van NAf 5.000 per jaar voor het onrechtmatig gebruiken van haar terrein te rekenen vanaf het jaar 2006 tot de dag van de levering, alsmede te vermeerderen met de wettelijke rente over NAf 50.000 vanaf de dag van indiening van het verzoekschrift tot de dag der algehele voldoening;
b. subsidiair: voor het geval het primair gevorderde niet wordt toegewezen, Avanti te veroordelen om op haar kosten al hetgeen zij onrechtmatig heeft gebouwd op het hiervoor bedoelde terrein af te breken, daaronder begrepen een stoep, de ingang, de gang, de keuken en eventuele andere ruimten van het ter plaatse staande gebouw Sta. [adres], alsmede Avanti te gebieden de in het terrein van Seru Hulanda aangelegde beerputten te dempen en voorts Avanti te veroordelen tot betaling van een vergoeding van NAf 5.000 per jaar voor het onrechtmatig gebruiken van haar terrein te rekenen vanaf het jaar 2006 tot de datum waarop de volledige afbraak is gerealiseerd;
c. tertiair: indien het gerecht van mening is dat er een erfdienstbaarheid gevestigd moet worden op het perceel kadastraal omschreven in rooibrief [nummer]/[jaar], Avanti te veroordelen tot medewerking aan de vestiging van een erfdienstbaarheid op de totale oppervlakte van dit perceel, waarbij een direct verschuldigde gebruiksvergoeding dient te worden betaald over de periode 2006 t/m 2019 van 14 x NAf 5.000 = NAf 70.000, alsmede een gebruiksvergoeding vanaf 1 januari 2020 van NAf 5.000,-- per jaar, welk gebruiksvergoeding vervangen zal worden door een vergoeding van NAf 5.000 per jaar vanaf het moment dat er een erfdienstbaarheid is gevestigd;
iii) Avanti bij toewijzing van het onder ii) gevorderde te veroordelen bij niet-nakoming binnen een maand na betekening van het te wijzen vonnis tot betaling van een dwangsom van NAf 1.000 per dag of gedeelte van een dag aan Seru Hulanda;
2.4
De onder i) gevraagde verklaring voor recht zal op grond van hetgeen bij het tussenvonnis van 23 september 2019 onder 5.6 en 5.7 is overwogen worden toegewezen.
2.5
Gelet op de door Avanti uitgesproken voorkeur voor overdracht boven afbraak, zal voorts worden beslist als door Seru Hulanda onder ii) sub a van haar gewijzigde vordering gevorderd, met inachtneming van het volgende.
2.6
Onder 5.10 van het tussenvonnis van 23 september 2019 is overwogen dat de door Seru Hulanda genoemde waarde van de driehoek (Naf 50.000) door Avanti en [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in vrijwaring] niet gemotiveerd is betwist, evenmin als de redelijkheid van de door Seru Hulanda genoemde jaarlijkse gebruiksvergoeding van NAf 5.000. Overwogen werd dat bij de verdere beoordeling, voor zover dan aan de orde, van die bedragen zal worden uitgegaan. Gelet op het wegvallen van de aanvankelijk primair gevorderde afbraak en gelet op het verzoek van Avanti tot overdracht als bedoeld in artikel 5:54 lid 1 BW, zijn de waarde van de driehoek en de gebruiksvergoeding (nog steeds) aan de orde. Wat betreft de gebruiksvergoeding houdt de eiswijziging van Seru Hulanda echter een eisvermeerdering in: in haar aanvankelijke vordering lag een gebruiksvergoeding besloten van NAf 25.000 voor de periode 2006 tot en met 2014, en een vergoeding van NAf 5.000 voor ieder daarop volgend jaar. Tegen een gebruiksvergoeding van die omvang hebben Avanti en [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in vrijwaring] zich niet gemotiveerd verweerd, wat tot de overweging heeft geleid dat bij de verdere beoordeling van de door Seru Hulanda genoemde gebruiksvergoeding zal worden uitgegaan. Seru Hulanda’s eiswijziging strekt echter tot een hogere vergoeding (NAf 5.000 per jaar vanaf 2006). Die hogere vergoeding was niet de inzet van het debat en lag niet ten grondslag aan bedoelde overweging. Vanuit het oogpunt van de goede procesorde zal de eiswijziging op dit punt worden geweigerd.
2.7
De niet-specifiek weersproken vordering met betrekking tot de wettelijke rente zal worden toegewezen.
2.8
Over de termijn voor nakoming door Avanti en over de dwangsom zal worden beslist als hierna omschreven.
2.9
De overige stellingen van partijen behoeven geen gelet op het voorgaande geen bespreking.
2.1
Avanti en [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in vrijwaring] zullen op de voet van artikel 60 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering als de overwegend in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Het gemachtigdensalaris zal daarbij worden geliquideerd op basis van tarief 6, drie-en-een-halve punt, en gelijkelijk ten laste van Avanti en [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in vrijwaring] worden gebracht.

3.De verdere beoordeling in de vrijwaringszaak

3.1
In de vrijwaringszaak heeft Avanti nog niet gereageerd op het verweer van [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in vrijwaring] in zijn conclusie van antwoord van 23 oktober 2017. De zaak zal naar de rol worden verwezen voor conclusie van repliek.
3.2
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

4.Beslissing

Het gerecht
in de hoofdzaak met nummer Cur201601441
4.1
verklaart voor recht dat Avanti onrechtmatig jegens Seru Hulanda heeft gehandeld door zonder toestemming op de driehoek van Seru Hulanda te bouwen;
4.2
veroordeelt Avanti om binnen negen maanden na betekening van dit vonnis mee te werken aan de levering aan haar voor een lokale notaris van het perceel kadastraal omschreven in rooibrief [nummer]/[jaar], zulks tegen betaling door Avanti van een koopsom van NAf 50.000 kosten koper, te vermeerderen met een gebruiksvergoeding van NAf 25.000 in totaal voor het gebruik tot en met 2014 en met een vergoeding van NAf 5.000 per jaar voor het gebruik vanaf 1 januari 2015 tot de dag van de levering, alsmede te vermeerderen met de wettelijke rente over NAf 50.000 vanaf 7 november 2016 tot de dag der algehele voldoening, zulks op straffe van een aan Seru Hulanda te betalen dwangsom van NAf 1.000 per dag dat Avanti in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van NAf 100.000;
4.3
veroordeelt Avanti in de kosten van het geding, aan de zijde van Seru Hulanda tot op heden begroot op NAf 750 aan griffierecht, NAf 288,45 aan oproepingskosten en NAf 2.625 voor salaris gemachtigde;
4.4
veroordeelt [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in vrijwaring] in de kosten van het geding, aan de zijde van Seru Hulanda tot op heden begroot op NAf 2.625 voor salaris gemachtigde;
4.5
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.6
wijst af het meer of anders gevorderde;
in de vrijwaringszaak met nummer Cur2017I00005
4.7
verwijst de zaak naar de rolzitting van maandag 18 mei 2020 voor conclusie van repliek zijdens Avanti;
4.8
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en in aanwezigheid van de griffier op 30 maart 2020 in het openbaar uitgesproken.