Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
‘Seru Hulanda’),
‘Avanti’),
‘[gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in vrijwaring]’),
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao werd behandeld, heeft Seru Hulanda Real Estate N.V. (hierna: Seru Hulanda) een rechtszaak aangespannen tegen Stichting Particulier Fonds Avanti (hierna: Avanti) wegens onrechtmatige bouw op haar terrein. De zaak betreft een geschil over de bouwactiviteiten van Avanti op een perceel dat eigendom is van Seru Hulanda, zonder dat hiervoor toestemming was verleend. De rechtszaak volgde op een tussenvonnis van 23 september 2019, waarin reeds enkele bindende beslissingen waren genomen. Seru Hulanda heeft haar eis gewijzigd en vorderde onder andere schadevergoeding en de afbraak van de onrechtmatig gebouwde structuren.
De rechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat Avanti onrechtmatig heeft gehandeld door zonder toestemming op het terrein van Seru Hulanda te bouwen. De vordering van Seru Hulanda om vast te stellen dat Avanti onrechtmatig heeft gehandeld, werd toegewezen. Daarnaast werd Avanti veroordeeld om binnen negen maanden na betekening van het vonnis mee te werken aan de levering van het perceel aan Seru Hulanda, tegen betaling van een koopsom van NAf 50.000, alsook een gebruiksvergoeding voor het onrechtmatig gebruik van het terrein. De rechter heeft ook een dwangsom opgelegd voor het geval Avanti in gebreke blijft bij de uitvoering van het vonnis.
In de vrijwaringszaak, die gelijktijdig liep, werd Avanti verwezen naar de rolzitting voor conclusie van repliek, aangezien zij nog niet had gereageerd op het verweer van de gedaagde in de vrijwaringszaak. De rechter heeft de verdere beslissingen in deze zaak aangehouden. Het vonnis is uitgesproken op 30 maart 2020 door mr. P.E. de Kort, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.