In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao geoordeeld over de afwijzing van een aanvraag voor een vergunning tot tijdelijk verblijf door de minister van Justitie. Eiser, een Venezolaanse nationaliteit, had op 9 november 2017 een aanvraag ingediend voor een vergunning tot tijdelijk verblijf met als verblijfsdoel arbeid. De minister heeft deze aanvraag op 13 maart 2018 afgewezen, waarna eiser bezwaar heeft gemaakt. Dit bezwaar werd op 4 oktober 2018 ongegrond verklaard, wat leidde tot het indienen van beroep door eiser op 12 december 2018.
Tijdens de zitting op 15 november 2019 heeft eiser aangevoerd dat hij niet was uitgenodigd voor de hoorzitting en dat hij niet in de gelegenheid was gesteld om de vereiste gezondheidsverklaring en beoordeling thoraxfoto te overleggen. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de minister onzorgvuldig heeft gehandeld door eiser pas in de bestreden beschikking te confronteren met het ontbreken van de gezondheidsverklaring, zonder hem eerder op dit gebrek te wijzen. Het Gerecht oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag niet op zorgvuldige wijze tot stand was gekomen.
Uiteindelijk heeft het Gerecht het beroep gegrond verklaard, de beschikking van 4 oktober 2018 vernietigd en de minister opgedragen om binnen een maand na de uitspraak een beslissing te nemen op het bezwaar van eiser. Tevens is de minister veroordeeld in de proceskosten van de procedure en is teruggave van het griffierecht aan eiser gelast.