In deze zaak heeft eiser een Isuzu-pick-up gekocht van gedaagde, maar stelt dat hij de pick-up niet op zijn naam kon overschrijven. Eiser vordert vernietiging van de koopovereenkomst, terugbetaling van de koopsom en vergoeding van kosten, omdat hij meent dat er sprake is van dwaling en wanprestatie. Gedaagde heeft echter betwist dat hij de pick-up aan eiser heeft verkocht. Het gerecht heeft vastgesteld dat gedaagde de pick-up in 2016 aan een derde partij heeft verkocht, die op zijn beurt de pick-up aan eiser heeft doorverkocht. Eiser heeft geen bewijs geleverd dat gedaagde hem verkeerd heeft voorgelicht of dat er een overeenkomst tussen hen is gesloten. Het gerecht heeft daarom de vorderingen van eiser afgewezen en eiser veroordeeld in de proceskosten van gedaagde. Gedaagde heeft toestemming gekregen om kosteloos te procederen, gezien zijn bewijs van onvermogen. Het vonnis is uitgesproken op 9 maart 2020 door mr. P.E. de Kort in het openbaar.