ECLI:NL:OGEAC:2020:63
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Executiegeschil tussen Horex N.V. en World Trade Center N.V. inzake betalingsverplichtingen en kort geding procedure
In deze zaak, die zich afspeelt in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, is een kort geding aanhangig gemaakt door Horex N.V. tegen World Trade Center N.V. (WTC). Horex vordert in dit kort geding de schorsing van de executie van een eerder vonnis, waarin zij is veroordeeld tot betaling van NAf 316.000 aan WTC. De aanleiding voor het kort geding is een hoger beroep dat Horex heeft ingesteld tegen dit vonnis, en zij stelt dat de executie van het vonnis moet worden opgeschort totdat het hoger beroep is beslist.
De procedure is afwijkend verlopen door de coronamaatregelen, waarbij schriftelijke en telefonische behandelingen zijn ingezet. Horex heeft in het verleden ruimtes gehuurd van WTC en heeft daarnaast cateringdiensten geleverd op basis van een overeenkomst. De geschilpunten draaien om de vraag of de betalingen die Horex heeft gedaan, betrekking hebben op huur of op de kosten zoals vermeld in artikel 7 van de overeenkomst. WTC stelt dat alle betalingen betrekking hebben op huur, terwijl Horex betoogt dat er een kennelijke misslag in het vonnis is.
Het Gerecht heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat Horex niet voldoende feiten heeft aangedragen die haar belangen bij schorsing van de executie zwaarder doen wegen dan de belangen van WTC bij de uitvoerbaarheid van het vonnis. De rechter heeft de vordering van Horex afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten van WTC, die zijn begroot op NAf 1.500. Dit vonnis is uitgesproken op 1 april 2020 door mr. Th. Veling.