ECLI:NL:OGEAC:2020:41

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
9 maart 2020
Publicatiedatum
13 maart 2020
Zaaknummer
CUR201803072
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk niet-ontvankelijk verklaring van beroep in belastingzaken wegens gebrek aan motivering

Op 9 maart 2020 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij belanghebbende, wonende te Curaçao, beroep had ingesteld tegen de Inspecteur der Belastingen. De zaak betreft een aanslag winstbelasting over het jaar 2012, waarbij ook een boete was opgelegd. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag en boete, waarop de Inspecteur op 16 augustus 2018 de aanslag en boete had verminderd. Vervolgens heeft belanghebbende op 17 september 2018 beroep ingesteld, maar dit beroepschrift was niet gemotiveerd.

De griffier heeft belanghebbende in de gelegenheid gesteld om het beroep te motiveren, maar belanghebbende heeft hier niet op gereageerd. Het Gerecht heeft op basis van artikel 7a, letter b, van de Landsverordening op het beroep in belastingzaken (LBB) geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het beroepschrift niet met redenen was omkleed. De griffier had belanghebbende eerder al de kans gegeven om het beroep te motiveren, maar deze mogelijkheid is niet benut.

De uitspraak van het Gerecht houdt in dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk wordt verklaard, en dat er geen inhoudelijke behandeling van de zaak zal plaatsvinden. Belanghebbende heeft de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen twee maanden na de verzenddatum. De uitspraak is gedaan door mr. A.J.H. van Suilen, rechter, in tegenwoordigheid van de griffier N.N. Noel-van der Biezen BSc.

Uitspraak

Uitspraak van 9 maart 2020
BBZ nr. CUR201803072
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURACAO
UITSPRAAK
Op het beroep in de zin van de
Landsverordening beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende], wonende te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN,zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.HET PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende is een aanslag winstbelasting over het jaar 2012 opgelegd. Daarbij is tevens een boete opgelegd.
1.2
Belanghebbende heeft daartegen bezwaar gemaakt.
1.3
De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van 16 augustus 2018 de aanslag en de boete verminderd.
1.4
Belanghebbende heeft op 17 september 2018 beroep ingesteld tegen de uitspraken van de Inspecteur. Daarbij heeft belanghebbende NAf 150 aan griffierecht betaald.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Ingevolge artikel 7a, letter b, Landsverordening op het beroep in belastingzaken (hierna: LBB) kan het Gerecht, totdat partijen zijn uitgenodigd voor de behandeling van de zaak, onmiddellijk uitspraak doen indien het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Het Gerecht ziet in dit geval daartoe aanleiding.
2.2
Op grond van artikel 5, lid 2, LBB moet het beroepschrift met redenen zijn omkleed. Indien daaraan niet wordt voldaan, dient de griffier ingevolge artikel 7, lid 1, LBB de belanghebbende in de gelegenheid te stellen binnen een bepaalde termijn het beroepschrift alsnog te motiveren.
2.3
Belanghebbende heeft op 17 september 2018 beroep ingesteld. In het beroepschrift is opgemerkt dat de motivering nog zal volgen.
2.4
De griffier van het Gerecht heeft belanghebbende bij brief van 25 september 2018 in de gelegenheid gesteld uiterlijk 6 november 2018 het beroep te motiveren. Daarbij is opgemerkt dat als het beroep niet is gemotiveerd, het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard.
2.5
Belanghebbende heeft het beroep niet gemotiveerd. Hierin vindt het Gerecht aanleiding het beroep kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren. Aan een inhoudelijke behandeling van de zaak komt het Gerecht niet toe.

3.BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart het beroep kennelijk niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is vastgesteld door mr. A.J.H. van Suilen, rechter, in tegenwoordigheid van de griffier N.N. Noel-van der Biezen BSc, en uitgesproken op 9 maart 2020.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op …………………… aan partijen verzonden.
VERZET
Tegen deze onmiddellijke uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum schriftelijk verzet doen bij:
Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (belastingkamer)
Wilhelminaplein 4
Willemstad
Curaçao
Is het Gerecht van oordeel dat het verzet gegrond is, dan vervalt deze uitspraak en wordt de zaak alsnog in behandeling genomen.
U wordt verzocht bij het indienen van het verzetschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het verzetschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het verzetschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het verzet).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende verzetschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gerecht in eerste aanleg:
belastinggriffieCUR@caribjustitia.org.
Voor het doen van verzet is geen griffierecht verschuldigd.