Uitspraak
1.HET PROCESVERLOOP
2.OVERWEGINGEN
3.BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum schriftelijk verzet doen bij:
belastinggriffieCUR@caribjustitia.org.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Op 9 maart 2020 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij belanghebbende, wonende te Curaçao, beroep had ingesteld tegen de Inspecteur der Belastingen. De zaak betreft een aanslag winstbelasting over het jaar 2012, waarbij ook een boete was opgelegd. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag en boete, waarop de Inspecteur op 16 augustus 2018 de aanslag en boete had verminderd. Vervolgens heeft belanghebbende op 17 september 2018 beroep ingesteld, maar dit beroepschrift was niet gemotiveerd.
De griffier heeft belanghebbende in de gelegenheid gesteld om het beroep te motiveren, maar belanghebbende heeft hier niet op gereageerd. Het Gerecht heeft op basis van artikel 7a, letter b, van de Landsverordening op het beroep in belastingzaken (LBB) geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het beroepschrift niet met redenen was omkleed. De griffier had belanghebbende eerder al de kans gegeven om het beroep te motiveren, maar deze mogelijkheid is niet benut.
De uitspraak van het Gerecht houdt in dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk wordt verklaard, en dat er geen inhoudelijke behandeling van de zaak zal plaatsvinden. Belanghebbende heeft de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen twee maanden na de verzenddatum. De uitspraak is gedaan door mr. A.J.H. van Suilen, rechter, in tegenwoordigheid van de griffier N.N. Noel-van der Biezen BSc.