In deze zaak heeft de naamloze vennootschap [X] beroep ingesteld tegen de weigering van de minister van Gezondheid, Milieu en Natuur om een beschikking op bezwaar te geven. De minister had op 15 november 2019 een beschikking genomen waarin het budget voor zorgkosten werd vastgesteld voor de periode van 15 november 2019 tot en met 14 november 2020. Eiseres heeft op 24 december 2019 bezwaar gemaakt en dit bezwaar op 15 april 2020 aangevuld. Het beroep is op 21 oktober 2020 ingediend. De minister stelde dat het beroep niet-ontvankelijk was omdat het onredelijk laat zou zijn ingediend.
Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft overwogen dat op grond van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) een weigering om een beschikking te geven gelijkgesteld wordt met een beschikking. De wettelijke termijn voor het geven van een beschikking was verstreken zonder dat er een beslissing was genomen, waardoor het beroep niet onredelijk laat was ingediend. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de beslistermijn op 16 april 2020 begon en op 16 augustus 2020 eindigde. Aangezien de minister geen beslissing had genomen, was er sprake van een weigering om te beschikken.
Het Gerecht heeft het beroep gegrond verklaard, de weigering om te beschikken vernietigd en bepaald dat de minister binnen een maand alsnog op het bezwaar moet beslissen. Daarnaast is de minister veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn begroot op NAf 175,-, en moet het betaalde griffierecht van NAf 150,- aan eiseres worden vergoed. De uitspraak is gedaan op 16 december 2020 door mr. W.H. Bel, in aanwezigheid van griffier mr. S.N. Aswani.