Uitspraak
1.Het procesverloop
- het verzoekschrift van 20 november 2019, met producties;
- de behandeling ter zitting van 28 januari 2020.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft verzoekster, werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd bij de naamloze vennootschap Economic Used Car Sales Parts & Rentals N.V., verzocht om vernietiging van haar ontslag en doorbetaling van haar salaris. De procedure begon met een verzoekschrift op 20 november 2019, gevolgd door een zitting op 28 januari 2020. De feiten van de zaak zijn als volgt: verzoekster was werkzaam tot 16 oktober 2019 en ontving een salaris dat bestond uit een vast deel en commissies. Na een woordenwisseling met de directeur op 1 juli 2019 verliet verzoekster het bedrijf en kwam niet meer terug. Verzoekster heeft later de nietigheid van het ontslag ingeroepen en zich beschikbaar gehouden voor werk. De werkgever, verweerster, stelde dat verzoekster zelf ontslag had genomen.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat verweerster er niet op mocht vertrouwen dat verzoekster daadwerkelijk ontslag had genomen. De rechter benadrukte dat een vrijwillig ontslag ernstige gevolgen heeft voor de werknemer en dat de werkgever in de dagen na het incident had moeten verifiëren of verzoekster daadwerkelijk ontslag had willen nemen. Het Gerecht concludeerde dat verzoekster recht had op doorbetaling van haar salaris, aangezien de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig was beëindigd. Verweerster werd veroordeeld tot betaling van het achterstallige salaris en de wettelijke verhoging, evenals de uitbetaling van niet opgenomen vakantiedagen. Verzoekster kreeg toestemming om kosteloos te procederen, en verweerster werd in de proceskosten veroordeeld.
De beschikking werd uitgesproken door mr. Th. Veling op 11 februari 2020.