Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
1.[EISER 1],
[EISERES 2],
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao werd behandeld, vorderden [eiser 1] c.s. een verklaring voor recht dat de commanditaire vennootschap Piscadera Harbour Village (PHV) onrechtmatig jegens hen had gehandeld en wanprestatie had gepleegd. De eisers, die betrokken waren bij de aankoop van appartementen en een optie tot koop van een winkelcentrum, stelden dat PHV hen had misleid over de kwaliteit van de geleverde woningen en de mogelijkheden tot verhuur. De vordering was gebaseerd op een aantal koopovereenkomsten die in 2014 waren gesloten, maar de eisers hadden hun betalingen gestaakt en waren in gebreke gebleven. PHV vorderde op haar beurt betaling van de resterende koopsom en contractuele boetes wegens wanbetaling.
Tijdens de zitting werd duidelijk dat de eisers niet hadden gesteld dat de overeenkomsten waren vernietigd en dat zij geen verweer hadden gevoerd tegen de vorderingen van PHV. Het gerecht oordeelde dat de eisers niet hadden aangetoond dat PHV onrechtmatig had gehandeld en dat er geen sprake was van wanprestatie. De vorderingen van [eiser 1] c.s. werden afgewezen, terwijl PHV werd toegewezen in haar vorderingen in reconventie. De eisers werden veroordeeld tot betaling van de openstaande bedragen, vermeerderd met wettelijke rente en boetes. Het vonnis werd uitgesproken door mr. Th. Veling op 2 maart 2020.