Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Ontvankelijkheid bezwaar
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft belanghebbende, wonende te Curaçao, beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn bezwaren tegen de aanslagen premies AOV/AWW en premie BVZ voor het jaar 2016. De inspecteur der belastingen had op 29 maart 2018 aanslagen opgelegd op basis van een premie-inkomen van NAf 42.432. Belanghebbende maakte op 8 mei 2018 bezwaar, maar de inspecteur verklaarde deze bezwaren op 15 november 2019 niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de bezwaartermijn. De inspecteur verlaagde echter ambtshalve de aanslagen naar een premie-inkomen van NAf 41.932.
Belanghebbende ging in beroep bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, waarbij hij een griffierecht van NAf 50 betaalde. Tijdens de zitting op 30 oktober 2020, waar belanghebbende werd bijgestaan door zijn nicht, en de inspecteur vertegenwoordigd was, werd het geschil besproken. De kern van het geschil was of de bezwaren terecht niet-ontvankelijk waren verklaard en of de aanslagen correct waren vastgesteld.
Het Gerecht oordeelde dat de bezwaarschriften tijdig waren ingediend en dat de inspecteur ten onrechte de bezwaren niet-ontvankelijk had verklaard. Het Gerecht vernietigde de uitspraken op bezwaar en verlaagde de aanslag premies AOV/AWW tot NAf 868, terwijl de aanslag premie BVZ op NAf 778 werd gehandhaafd. Tevens werd de inspecteur opgedragen het griffierecht van NAf 50 aan belanghebbende te vergoeden.