Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.OVERWEGINGEN
Beroep niet tijdig beslissen op bezwaar
3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
4.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft de belanghebbende beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraak op het bezwaar tegen de aanslag onroerendezaakbelasting (OZB) voor het jaar 2014. De aanslag was oorspronkelijk opgelegd op 14 december 2018 naar een waarde van NAf 345.000. Na het indienen van bezwaar op 10 januari 2019, heeft de belanghebbende op 11 december 2019 beroep ingesteld omdat er geen tijdige uitspraak was gedaan. Tijdens de procedure heeft de Inspecteur op 22 oktober 2020 alsnog uitspraak gedaan op het bezwaar, waarbij de aanslag OZB 2014 werd gehandhaafd. De zitting vond plaats op 30 oktober 2020, waar de belanghebbende werd bijgestaan door een gemachtigde.
De rechter heeft geoordeeld dat de belanghebbende geen belang meer heeft bij het beroep tegen het niet tijdig beslissen, omdat de Inspecteur inmiddels uitspraak had gedaan. Dit beroep is daarom niet-ontvankelijk verklaard. De rechter heeft ook de reële uitspraak op bezwaar beoordeeld en vastgesteld dat de Inspecteur ter zitting had aangegeven dat de aanslag OZB 2014 verminderd diende te worden tot een waarde van NAf 270.000, waardoor het beroep tegen de uitspraak op bezwaar gegrond werd verklaard. De uitspraak op bezwaar werd vernietigd en de aanslag werd aangepast. De Inspecteur werd opgedragen het betaalde griffierecht van NAf 50 aan de belanghebbende te vergoeden.