Op 6 november 2020 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij belanghebbende, wonende te Curaçao, in beroep ging tegen de Inspecteur der Belastingen. De zaak betreft een navorderingsaanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2010, waarbij aan belanghebbende op 28 juli 2017 een belastbaar inkomen van NAf 53.273 was opgelegd. Daarnaast zijn er navorderingsaanslagen premies AOV/AWW en AVBZ opgelegd, resulterend in verschuldigde bedragen aan premies van respectievelijk NAf 6.904 en NAf 1.065.
Belanghebbende heeft op 15 augustus 2017 bezwaar aangetekend tegen deze navorderingsaanslagen en heeft op 14 mei 2019 beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar. De Inspecteur heeft op 24 juni 2020 een verweerschrift ingediend. Tijdens de zitting op 26 augustus 2020, waarbij belanghebbende en de Inspecteur vertegenwoordigd waren, is de zitting geschorst om de Inspecteur de gelegenheid te geven om op de pleitnota van belanghebbende te reageren. De zitting is hervat op 2 oktober 2020.
Tijdens de zitting hebben partijen een compromis bereikt over het belastbaar en premie-inkomen, dat nu is vastgesteld op NAf 31.725. Tevens is overeengekomen dat elke partij de eigen proceskosten draagt en dat het door belanghebbende betaalde griffierecht niet door de Inspecteur hoeft te worden vergoed. Het Gerecht heeft zich aangesloten bij dit compromis, wat betekent dat het beroep gegrond is verklaard. De uitspraak vernietigt de eerdere uitspraken op bezwaar en vermindert de navorderingsaanslagen tot het nieuwe belastbaar en premie-inkomen.