Uitspraak
VONNIS van 24 augustus 2020
[EISERES],
De procedure
- het verzoekschrift, ingekomen op 23 januari 2019,
- de conclusie van antwoord d.d. 30 september 2019,
- de conclusie van repliek d.d. 9 december 2019,
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak vordert eiseres, wonend te Curaçao, dat haar vordering op de verzekeraar Citizens, naar aanleiding van een verkeersongeval op 13 december 2007, niet is verjaard en dat Citizens aansprakelijk is voor de schade die zij heeft geleden. De procedure begon met een verzoekschrift op 23 januari 2019, gevolgd door verschillende conclusies van antwoord, repliek en dupliek. De feiten van de zaak zijn als volgt: eiseres werd op 13 december 2007 aangereden door een andere auto, waarvan de eigenaar verzekerd was bij Citizens. Na de aanrijding ontving eiseres een schadevergoeding van NAƒ 1.575 voor blikschade, maar heeft later aanvullende schade geclaimd. Eiseres heeft Citizens meerdere keren aansprakelijk gesteld en verzocht om een voorschot, maar ontving geen reactie. Citizens stelt dat de vordering is verjaard op grond van artikel 9 lid 1 van de Landsverordening Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (LAM), dat een verjaringstermijn van drie jaar hanteert. Eiseres betwist dit en stelt dat de verjaring is gestuit door de erkenning van aansprakelijkheid door Citizens en door onderhandelingen. Het gerecht oordeelt dat de verjaring inderdaad is gestuit door de erkenning van aansprakelijkheid op 17 januari 2008, maar dat de nieuwe verjaringstermijn op 18 januari 2008 begon. Aangezien er geen bewijs is dat Citizens opnieuw aansprakelijkheid heeft erkend binnen deze termijn, is de vordering verjaard. Het gerecht wijst de vordering af en veroordeelt eiseres in de proceskosten, die aan de zijde van Citizens zijn begroot op NAƒ 2.500.