ECLI:NL:OGEAC:2020:228

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
2 oktober 2020
Publicatiedatum
27 oktober 2020
Zaaknummer
CUR201902960
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep tegen navorderingsaanslag inkomstenbelasting

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 2 oktober 2020 uitspraak gedaan over het beroep van belanghebbende tegen een navorderingsaanslag inkomstenbelasting. De navorderingsaanslag was opgelegd voor het jaar 2011, waarbij het belastbaar inkomen aanvankelijk was vastgesteld op NAf 180.320. Belanghebbende had bezwaar aangetekend tegen deze navorderingsaanslag, maar de Inspecteur had op 28 december 2018 uitspraak op bezwaar gedaan en het belastbaar inkomen verminderd tot NAf 170.065. Belanghebbende heeft vervolgens op 21 augustus 2019 beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar. Tijdens de zitting op 26 augustus 2020 werd duidelijk dat de navorderingsaanslag inmiddels volledig was verminderd door de Inspecteur, waardoor er geen belang meer was bij het beroep. Het Gerecht oordeelde dat het beroep niet-ontvankelijk was, omdat er geen geschil meer bestond over de navorderingsaanslag. De Inspecteur had aangetoond dat de navorderingsaanslag was verminderd, en dat het bedrag in het systeem van de Ontvanger nog openstond, deed hieraan niet af. Het Gerecht besloot dat belanghebbende zich met betrekking tot de verwerking van de verminderingsaanslag tot de Ontvanger moest wenden. De proceskosten en het griffierecht werden niet vergoed.

Uitspraak

Uitspraak van 2 oktober 2020
BBZ nr. CUR201902960
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende], wonende te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende is op 6 december 2013 voor het jaar 2011 een aanslag opgelegd (nummer 01201138394) naar een belastbaar inkomen van NAf 170.064.
1.2
Aan belanghebbende is op 2 november 2018 voor het jaar 2011 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting (nummer 01201150530) opgelegd naar een belastbaar inkomen van NAf 180.320. Het verschuldigde bedrag aan belasting is vastgesteld op NAf 10.255.
1.3
Belanghebbende is op 13 november 2011 tegen de navorderingsaanslag in bezwaar gekomen.
1.4
De Inspecteur heef op 28 december 2018 uitspraak op bezwaar gedaan en het belastbaar inkomen verminderd tot NAf 170.065.
1.5
Belanghebbende heeft op 21 augustus 2019 beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar. Belanghebbende heeft daarvoor een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 50.
1.6
De Inspecteur heeft op 22 juni 2020 een verweerschrift ingediend.
1.7
Voorafgaand aan de zitting heeft belanghebbende een pleitnota overgelegd.
1.8
De zitting heeft plaatsgevonden op 26 augustus 2020 te Willemstad. Aldaar is belanghebbende verschenen. Namens de Inspecteur is verschenen [A]. De rechter en de griffier waren aanwezig op het Gerecht in Aruba en hadden een videoverbinding met het Gerecht in Curaçao.
1.9
Op verzoek van het Gerecht heeft de Inspecteur na de zitting (een deel van) het rapport van het belastingaccountantsbureau met als datum 14 november 2012 betreffende een boekenonderzoek bij [Q] (hierna: rapport) ingediend. Ook heeft de Inspecteur een aantal overzichten van de Ontvanger die betrekking hebben op aanslagen van belanghebbende overgelegd (aanslagenlijst en lijst vermindering). Deze stukken heeft de Inspecteur ook naar belanghebbende gestuurd.

2.OVERWEGINGEN

Ontvankelijkheid beroep
2.1
Alvorens tot een eventuele inhoudelijke beoordeling van het geschil te kunnen overgaan, dient het Gerecht de ontvankelijkheid van belanghebbendes beroep te beoordelen. Belanghebbende heeft ingevolge artikel 31, eerste lid, Algemene landsverordening Landsbelastingen (ALL) beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van een uitspraak op het bezwaarschrift. Nu ten tijde van het instellen van het beroep reeds uitspraak op bezwaar is gedaan door de Inspecteur, is het beroep niet-ontvankelijk.
2.2
Het door belanghebbende ingestelde beroep van 21 augustus 2019 wordt geacht mede te zijn gericht tegen de uitspraak op bezwaar. Belanghebbende heeft betoogd dat zij de uitspraak op bezwaar nimmer heeft ontvangen, hetgeen het Gerecht gelet op het ingediende beroepschrift (tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar) alsmede hetgeen belanghebbende heeft aangevoerd, aannemelijk acht. Het beroep is daarom niet niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding.
Navorderingsaanslag
2.3
De Inspecteur heeft aangevoerd dat de navorderingsaanslag inkomstenbelasting (01201150530) op 28 december 2018 is verminderd. Het belastbaar inkomen is vastgesteld op NAf 170.065. Belanghebbende bepleit ook een belastbaar inkomen van Naf 170.065 zodat zij geen belang meer heeft bij het beroep aldus de Inspecteur. Van de verminderingsaanslag heeft de Inspecteur een afschrift overgelegd.
2.4
Belanghebbende stelt dat niet de navorderingsaanslag inkomstenbelasting met nummer 01201150530 is verminderd doch de aanslag inkomstenbelasting met nummer 01201138394. Zij voert daartoe aan dat de navorderingsaanslag in het systeem van de Ontvanger nog voor komt en dat zij op 15 juli 2019 nog een aanmaning voor het openstaande bedrag voor de navorderingsaanslag heeft ontvangen. Bovendien is in de uitspraak op bezwaar vermeld dat de aanslag is verminderd conform de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van 18 oktober 2016. Op dat moment bestond de navorderingsaanslag waartegen het beroep is gericht nog niet.
2.5
Het Gerecht oordeelt dat de Inspecteur met de overgelegde stukken heeft aangetoond dat voor het belastingjaar 2011 het belastbaar inkomen is vastgesteld op NAf 170.065. Hiermee is de navorderingsaanslag waartegen het beroep gericht volledig verminderd. Dat het bedrag van de navorderingsaanslag in het systeem van de Ontvanger nog openstaat doet daaraan niet af. De Inspecteur heeft uitgelegd dat de Ontvanger het bedrag van de vermindering van de navorderingsaanslag (NAf 13.830) in zijn systeem kennelijk verkeerd heeft verwerkt. Dit bedrag is slechts voor een deel afgeboekt op de navorderingsaanslag. Het bedrag van de vermindering is voor het overige afgeboekt op openstaande aanslagen over de jaren 2008 en 2009. Nu de navorderingsaanslag waartegen het beroep is gericht reeds volledig is verminderd is er geen belang meer bij het beroep. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk.
2.6
Het Gerecht overweegt ten overvloede dat belanghebbende met betrekking tot de verwerking van de verminderingsaanslag zich tot de Ontvanger moet wenden.

3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT

Het Gerecht ziet geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten of het griffierecht.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart het beroep tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaar niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep tegen de uitspraak op het bezwaar niet-ontvankelijk;
Deze uitspraak is gegeven door mr. D.J. Jansen, rechter, en uitgesproken op 2 oktober 2020, in tegenwoordigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Wilhelminaplein 4
Willemstad
Curaçao
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffieCUR@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: NAf 200
- personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf 500