ECLI:NL:OGEAC:2020:224

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
23 oktober 2020
Publicatiedatum
26 oktober 2020
Zaaknummer
CUR202000773 en CUR202000774
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van bewindvoerder en vereffenaar in afwezigheidszaken met betrekking tot onroerend goed

In deze beschikking van 23 oktober 2020 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in de ambtshalve gevoegde zaken CUR202000773 en CUR202000774. De stichting FUNDASHON KORTIJN, vertegenwoordigd door mr. L.L.A. Davelaar-Franklin, heeft verzocht om de benoeming van een bewindvoerder voor de goederen van de afwezig verklaarde Belkis Hoyer Rodriguez en een vereffenaar voor de nalatenschap van Alexander Silberie Michel. De verzoekschriften zijn op 6 maart 2020 ingediend, maar de verweerders zijn niet verschenen, ondanks correcte oproeping. De stichting is opgericht op 19 december 2019 en heeft als doel de belangen van de bewoners en ondernemers van de Binnenstad Punda en Otrabanda te behartigen, met een specifieke focus op de wijk Kortijn.

De feiten tonen aan dat er twee onbezwaarde percelen grond zijn, waarvan één toebehoorde aan Rodriguez en de ander aan Michel. De rechter oordeelt dat er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat Rodriguez haar woonplaats heeft verlaten en dat er geen erfgenamen van Michel zijn verschenen. De stichting wordt als belanghebbende erkend, ondanks dat zij nog niet eerder actief is geweest in de wijk. De rechter benoemt de Stichting Afwikkeling Nalatenschappen tot bewindvoerder over het perceel van Rodriguez en tot vereffenaar van de nalatenschap van Michel, met de voorwaarde dat de verkoop van de percelen alleen kan plaatsvinden na machtiging van de rechter. De beschikking benadrukt de verplichting om de belangen van de erven zo goed mogelijk te behartigen en de noodzaak om de percelen breed op de markt aan te bieden voor een optimale verkoopprijs.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
zaaknummers: CUR202000773 en CUR202000774

BESCHIKKING van 23 oktober 2020

in de – ambtshalve gevoegde – zaken van

de stichting FUNDASHON KORTIJN,

gevestigd in Curaçao,
hierna te noemen: de stichting,
gemachtigde: mr. L.L.A. Davelaar-Franklin,
tegen

in procedure CUR202000773: de erfgenamen van Alexander Silberie MICHEL,

in procedure CUR202000774:
Belkis Hoyer RODRIGUEZ,
verweerders,
zonder bekende woon- of verblijfplaats binnen en buiten Curaçao.

De procedure

1. De verzoekschriften zijn ingediend op 6 maart 2020.
2. Bij de mondelinge behandeling, op 1 oktober 2020, is verschenen de stichting bij haar secretaris en haar gemachtigde. De verweerders zijn, hoewel op de juiste wijze opgeroepen, niet verschenen. Ook het Land, dat op grond van art. 4:226 lid 4 BW mogelijk aanspraken heeft, is niet verschenen.
3. De uitspraak is nader bepaald op heden.

De feiten

4. Naast de ijsfabriek te Kortijn liggen, aan elkaar grenzend, twee onbezwaarde percelen grond, kadastraal bekend als I-B-530 (grootte 1.370 m2) en I-B-536 (grootte 375 m2).
5. Rodriguez is een Venezolaanse die in algehele gemeenschap van goederen was gehuwd met Bernardo Antonio Prince, overleden op 25 april 1970 te Caracas, Venezuela. Tot zijn nalatenschap behoorde perceel I-B-530. Dat is bij verdelingsakte van 15 september 1971 toegedeeld aan Rodriguez en staat sindsdien op haar naam.
6. Perceel I-B-536 staat sinds 7 maart 1894 op naam van Alexander Silberie Michel.
7. De stichting is op 19 december 2019 opgericht. Haar bestuur bestaat uit W.T. R. (voorzitter), D.M.J. R. (secretaris) en C.S. R. (penningmeester). Blijkens het uittreksel uit het Handelsregister behartigt de stichting onder meer de belangen van de bewoners en ondernemers van de Binnenstad Punda en Otrabanda in het algemeen en de wijk Kortijn in het bijzonder.

De verzoeken

8. De stichting verzoekt, samengevat, de Stichting Afwikkeling Nalatenschappen te benoemen tot:
bewindvoerder ex art. 1:409 BW van de goederen van Rodriguez (procedure CUR202000774),
vereffenaar van de nalatenschap van Alexander Silberie Michel (procedure CUR202000773).

De beoordeling

9. Op grond van art. 1:409 lid 1 BW kan, indien iemand die zijn woonplaats heeft verlaten, niet voldoende orde op het bestuur van zijn goederen heeft gesteld en noodzakelijk is daarin geheel of deels te voorzien of de afwezige te doen vertegenwoordigen, het gerecht, op verzoek van een belanghebbende of het openbaar ministerie, een bewindvoerder benoemen ten einde het bewind over (een deel van) de goederen van de afwezige te voeren en diens overige belangen waar te nemen. Op grond van art. 1:409 lid 2 BW geldt dit ook als iemands bestaan onzeker is geworden of als iemand onbereikbaar is, ook al staat niet vast dat hij zijn woonplaats heeft verlaten.
Het gerecht acht voldoende aannemelijk dat Rodriguez haar woonplaats heeft verlaten. Blijkens de verklaring van de burgerlijke stand en de basisadministratie persoonsgegevens d.d. 20 januari 2020 is zij niet opgenomen in de basisadministratie van Curaçao, zij is ondanks de openbare oproeping niet ter zitting verschenen en verschillende bronnen geven aan dat zij na het overlijden van haar echtgenoot naar Venezuela is teruggekeerd. Voldoende aannemelijk is ook dat Rodriguez niet voldoende orde op het bestuur van haar goederen - althans een deel daarvan: perceel I-B-530 - heeft gesteld en dat het nodig is om daarin te voorzien: het gaat om een braakliggend perceel dat, zoals wel vaker met dat soort terreinen gebeurt op Curaçao, wordt gebruikt als vuilstortplaats.
10. Op grond van art. 4:204 lid 1 sub a BW (de stichting verwijst ten onrechte naar art. 4:204 lid 1 sub b BW) kan de rechter, indien een nalatenschap niet onder voorrecht van boedelbeschrijving is aanvaard, op verzoek van een belanghebbende of het openbaar ministerie, een vereffenaar benoemen, wanneer (a) er geen erfgenamen zijn, (b) wanneer niet bekend is of er erfgenamen zijn of (c) wanneer de nalatenschap niet door een executeur wordt beheerd en de bekende erfgenamen haar geheel of ten dele onbeheerd laten. Ten aanzien van perceel I-B-536 is sprake van situatie a of b, nu ondanks de openbare oproeping niemand ter zitting verschenen is die pretendeert erfgenaam van Michel te zijn, en ook overigens niet gebleken is van het bestaan van een erfgenaam van hem.
11. Vraag is echter of de stichting een belanghebbende is als bedoeld in art. 1:409 lid 1 BW respectievelijk art. 4:204 lid 1 BW. Gelet op haar statutaire doelen wel, maar ter zitting is erkend dat de stichting gedurende haar korte bestaan nog niet daadwerkelijk belangen van de wijk Kortijn heeft behartigd. Nu de stichting van Kortijn een beter bewoonbare wijk wenst te maken en de bedrijvigheid in de wijk wenst te stimuleren, en het opruimen van vuilstortplaatsen daarbinnen past, acht het gerecht een voldoende belang aanwezig.
12. Bij de doelomschrijving van de stichting past evenwel niet dat, zoals ter zitting is gebleken, deze verzoeken van de stichting zijn ingediend met het doel om de percelen te verkopen aan de secretaris van de stichting. Dit wordt niet anders als, zoals de gemachtigde van de stichting - tevens bestuurslid van de te benoemen vereffenaar en bewindvoerder - heeft verklaard, de percelen worden verkocht tegen een door de vaste taxateur van de te benoemen vereffenaar en bewindvoerder geschatte waarde.
12. Het bezwaar valt echter weg als de percelen slechts met machtiging van de rechter kunnen worden verkocht. Voor perceel I-B-530 geldt die eis al op grond van art. 1:410 lid 1 BW j° art. 1:345 lid 1 sub a BW. Voor perceel I-B-536 kan de rechter dat bepalen op grond van art. 4:210 BW, en dat zal het gerecht dan ook doen.
14. Het gerecht wijst de Stichting Afwikkeling Nalatenschappen op de in art. 4:225 lid 1 BW opgenomen verplichting om (te proberen) door oproeping in dagbladen of andere doelmatige middelen de erven van Michel op te sporen.
15. Het gegeven dat de percelen al zeer lange tijd onbeheerd zijn, doet niets af aan de wettelijke verplichting om de belangen van de erven van Michel en van Rodriguez zo goed mogelijk te behartigen. Bij een verkoop van de percelen zal de Stichting Afwikkeling Nalatenschappen daarom een zo hoog mogelijke verkoopprijs moeten nastreven en de percelen dus breed op de lokale onroerendgoedmarkt moeten aanbieden. Omdat een verkoop van de percelen niet urgent is, zal die stichting bij het streven naar een optimale verkoopopbrengst ook de afweging moeten maken of het verstandig is te wachten op gunstigere marktomstandigheden.
Voor zover te zijner tijd de opbrengst van de percelen niet aan de rechthebbenden kan worden betaald, zal die in de consignatiekas moeten worden gestort.
16. Het voorgaande leidt tot de volgende beslissingen.

De beslissing

Het gerecht:
in procedure CUR202000773
benoemt de Stichting Afwikkeling Nalatenschappen tot vereffenaar van de nalatenschap van Alexander Silberie Michel,
bepaalt dat de verkoop en levering van het perceel, kadastraal bekend als I-B-536, met een grootte van 375 m2, slechts kan geschieden na machtiging van dit gerecht,
gelast de griffier deze benoeming onverwijld in het boedelregister in te schrijven,
bepaalt dat de bekendmaking van deze benoeming door de vereffenaar geschiedt in de dagbladen “Extra” en “Amigoe” (dit naast de bekendmaking in de Landscourant),
wijst het meer of anders verzochte af.
in procedure CUR202000774
benoemt de Stichting Afwikkeling Nalatenschappen tot bewindvoerder als bedoeld in art. 1:409 lid 1 BW, over het perceel, kadastraal bekend als I-B-530, met een grootte van 1.370 m2, van de afwezige Belkis Hoyer Rodriguez,
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. F.J.F. Gerard, rechter, en op 23 oktober 2020 uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.