Uitspraak
1.HET PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.BEOORDELING VAN HET BEROEP
Ontvankelijkheid bezwaar
5.BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van bezwaar tegen premie-aanslagen AVBZ en BVZ die zijn opgelegd aan de belanghebbende, die op 14 december 2016 is overleden. De aanslagen zijn gedateerd op 6 oktober 2017 en zijn opgelegd voor de jaren 2015 en 2016. De erfgenaam van de belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslagen, maar het bezwaar is niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. De dochter van de belanghebbende heeft op 13 november 2018 bezwaar gemaakt, terwijl de wettelijke termijn voor het indienen van bezwaar twee maanden na de dagtekening van de aanslag is. Het gerecht heeft vastgesteld dat het bezwaarschrift buiten deze termijn is ingediend en dat er geen verschoonbare omstandigheden zijn aangevoerd door de erfgenaam.
Het gerecht heeft verder opgemerkt dat, nu de belanghebbende is overleden, de verdeling van haar belastingschuld via het wettelijk erfrecht verloopt. De erfgenaam kan in principe de erfenis verwerpen als deze uit meer schulden dan bezittingen bestaat. Indien de belastingschuld wel overgaat op de erfgenaam, kan deze een verzoek om kwijtschelding indienen, maar dit verzoek moet aan de Ontvanger worden gericht en niet aan de Inspecteur. Uiteindelijk heeft het gerecht het beroep ongegrond verklaard, en de erfgenaam is geïnformeerd over de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.