ECLI:NL:OGEAC:2020:213

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
30 september 2020
Publicatiedatum
19 oktober 2020
Zaaknummer
CUR201903537
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen de aanslag inkomstenbelasting 2017 en de aftrek van eigenwoningrente

In deze zaak heeft belanghebbende, wonende te Curaçao, beroep ingesteld tegen de aanslag inkomstenbelasting 2017 die hem was opgelegd door de Inspecteur der Belastingen. De aanslag was gebaseerd op een belastbaar inkomen van NAf 114.870. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de Inspecteur handhaafde de aanslag bij uitspraak op bezwaar. Belanghebbende stelde dat hij recht had op aftrek van eigenwoningrente en giften, maar de Inspecteur weigerde deze aftrekken omdat de leningen niet waren aangegaan ter verkrijging, onderhoud of verbetering van de eigen woning. Tijdens de zitting, die via videoverbinding werd geleid vanwege coronamaatregelen, heeft belanghebbende bewijs gepresenteerd in de vorm van een fotorapportage van de woning, maar het Gerecht oordeelde dat dit niet overtuigend was. Het Gerecht heeft de correctie van de Inspecteur in stand gehouden en het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan op 30 september 2020 door mr. dr. A.J.H. van Suilen, rechter, in aanwezigheid van griffier M.M.M. Faro MSc.

Uitspraak

Uitspraak van 30 september 2020
BBZ nr. CUR201903537
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
Op het beroep in de zin van de
Landsverordening beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende], wonende te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN,zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.HET PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende is met dagtekening 12 april 2019 een aanslag inkomstenbelasting 2017 opgelegd naar een belastbaar inkomen van NAf 114.870.
1.2
Belanghebbende heeft op 7 juni 2019 bezwaar gemaakt tegen de aanslag.
1.3
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 2 augustus 2019 de aanslag gehandhaafd.
1.4
Belanghebbende heeft op 20 september 2019 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar. Belanghebbende heeft een bedrag van NAf 50 aan griffierecht voldaan.
1.5
De Inspecteur heeft op 14 augustus 2020 een verweerschrift ingediend.
1.6
Belanghebbende heeft op 24 augustus 2020 een pleitnotitie ingediend en op 25 augustus 2020 een daarbij behorende bijlage.
1.7
De Inspecteur heeft op 25 augustus 2020 een pleitnotitie ingediend.
1.8
De zitting heeft plaatsgevonden op 28 augustus 2020 te Willemstad. Belanghebbende is verschenen, bijgestaan door [A], verbonden aan [Q]. Namens de Inspecteur is verschenen [B]. Door de maatregelen vanwege het corona-virus heeft de rechter vanuit het gerechtsgebouw in Aruba de zitting geleid via een videoverbinding.

2.FEITEN

2.1
Belanghebbende heeft in 2005 een woning gekocht aan [KD] (hierna: de woning). De koopsom heeft NAf 104.000 bedragen. Deze woning staat hem als hoofdverblijf ter beschikking.
2.2
Belanghebbende heeft in 2007 ter herfinanciering en voor groot onderhoud een leningsovereenkomst gesloten met de Centrale Hypotheek Bank (CHB) ten bedrage van NAf 220.000. Ten behoeve van deze bank is op de woning een recht van hypotheek gevestigd tot zekerheid van nakoming door belanghebbende van zijn verplichtingen uit de leningsovereenkomst. Belanghebbende heeft in het onderhavige jaar 2017 een bedrag van NAf 15.641 aan rente en premie risicoverzekering betaald aan de CHB. 31 december 2017 bedraagt de schuld aan CHB NAf 184.592.
2.3
Belanghebbende heeft in het jaar 2017 een bedrag van NAf 6.167 aan rente betaald aan de Postspaarbank. Op 31 december 2017 bedraagt de schuld NAf 57.895.
2.4
Verder heeft belanghebbende in 2017 een bedrag van NAf 4.218 aan rente betaald aan Island Finance.
2.5
Belanghebbende heeft eind 2017 een pick up auto Isuzu model TF gekocht.
2.6
Belanghebbende is bestuurder van [SMD]. De kosten die samenhangen met deze bestuurderswerkzaamheden heeft belanghebbende als giften in aftrek gebracht.
2.7
Belanghebbende heeft voor het jaar 2017 aangifte gedaan naar een belastbaar inkomen van NAf 106.230. Daarbij heeft hij een bedrag van NAf 26.971 als rente en kosten ter zake van de eigen woning in aftrek gebracht. Daarnaast heeft belanghebbende een bedrag van NAf 4.400 als giften in aftrek gebracht.
2.8
Bij het vaststellen van de aanslag inkomstenbelasting 2017 heeft de Inspecteur het belastbaar inkomen als volgt gecorrigeerd:
Geen aftrek rente en kosten eigen woning (NAf 26.971 -/- 15.641)
11.33
Geen aftrek giften
4.4
Meer aftrek rente persoonlijke lening (max. NAf 2.500)
- 197

3.GESCHIL

3.1
In geschil is of de aanslag tot het juiste bedrag is opgelegd.
3.2
Belanghebbende stelt dat de rente en kosten ten bedrage van NAf 11.330 als persoonlijke lasten in aftrek moeten komen. De Inspecteur heeft de aftrek geweigerd omdat de leningen bij de Postspaarbank en Island Finance niet zijn aangegaan ter verkrijging, onderhoud of verbetering van een eigen woning.
3.3
Verder stelt belanghebbende dat de giftenaftrek ten onrechte is gecorrigeerd.
3.4
Belanghebbende concludeert tot vermindering van de aanslag naar een belastbaar inkomen van NAf 106.230. De Inspecteur concludeert tot handhaving.
3.5
Ter zitting heeft belanghebbendes gemachtigde desgevraagd verklaard af te zien van een eventuele vergoeding van de proceskosten.

4.BEOORDELING VAN HET BEROEP

Rente

4.1
Ingevolge artikel 16, lid 1, letter h, Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 (hierna: LIB), zijn als persoonlijke lasten aftrekbaar de rente van schulden en kosten van geldlening aangegaan ter verkrijging, onderhoud of verbetering van de eigen woning die als hoofdverblijf ter beschikking staat, alsmede de premies voor een aan die geldlening verbonden overlijdensrisicoverzekering.
4.2
Een redelijke verdeling van de bewijslast brengt mee dat belanghebbende, die aanspraak maakt op een aftrekpost, feiten aannemelijk dient te maken die meebrengen dat hij voldoet aan de daarvoor geldende voorwaarden. Deze bewijslastverdeling brengt mee dat indien er twijfel bestaat over het door belanghebbende gestelde, dit ten nadele werkt van belanghebbende.
4.3
Belanghebbende heeft gesteld dat de leningen bij de Postspaarbank en Island Finance in 2016 en 2017 zijn aangegaan ter financiering van een renovatie van de woning voor een bedrag van circa NAf 80.000. Belanghebbende heeft deze stelling uitsluitend gestaafd met een fotorapportage van de woning. Naar het oordeel van het Gerecht heeft belanghebbende daarmee geenszins aannemelijk gemaakt dat de rentebetalingen aan de Postspaarbank en Island Finance betrekking hebben op geldleningen die zijn aangegaan voor het onderhoud of de verbetering van de eigen woning. Deze correctie blijft daarom in stand.
Giften
4.4
Ingevolge artikel 16, lid 1, letter f LIB zijn als persoonlijke lasten aftrekbaar de giften aan binnen Curaҫao gevestigde kerkelijke, charitatieve, culturele, wetenschappelijke en het algemeen nut beogende instellingen, mits deze giften met schriftelijke bewijsstukken worden aangetoond.
4.5
Tot de giften behoren ook de bevoordelingen van de in artikel 16, lid 1, letter f LIB bedoelde instellingen, bestaande in het uit vrijgevigheid afzien van het in rekening brengen van ten behoeve van die instellingen gedane uitgaven, welke men had kunnen declareren (vg. HR 27 juni 1979, ECLI:NL:HR:1979:AX2640).
4.6
Belanghebbende heeft kosten die samenhangen met zijn werkzaamheden voor Stichting Milieu Defensie als giften in aftrek gebracht. Het criterium van 4.5 toepassend, heeft belanghebbende geen bewijs ervoor bijgebracht dat hij deze kosten in rekening zou kunnen brengen bij de stichting. De Inspecteur heeft de giftenaftrek dan ook terecht gecorrigeerd.

5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT

Het Gerecht ziet geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten of het griffierecht.

6.BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gegeven door mr. dr. A.J.H. van Suilen, rechter, en uitgesproken op 30 september 2020, in tegenwoordigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Wilhelminaplein 4
Willemstad
Curaçao
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffieCUR@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: NAf. 200
- personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf. 500