ECLI:NL:OGEAC:2020:201

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
19 juni 2020
Publicatiedatum
14 september 2020
Zaaknummer
555.00051/20
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak tegen verdachte wegens bedreiging en diefstal

Op 19 juni 2020 vond de openbare terechtzitting plaats in de strafzaak tegen de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman, mr. U.F. Dickens. De officier van justitie, mr. C.J.W.M. Janssen, eiste een gevangenisstraf van 240 dagen, waarvan 144 dagen voorwaardelijk, en verbeurdverklaring van een in beslag genomen motorfiets. De verdachte werd beschuldigd van bedreiging met een vuurwapen en diefstal van een scooter. De tenlastelegging omvatte onder andere het dreigen met een vuurwapen tijdens een discussie en het afpersen van een bedrag van 10.000 gulden. De verdediging pleitte voor vrijspraak en voerde een strafmaatverweer.

Het Gerecht oordeelde dat het bewijs onvoldoende was om de verdachte schuldig te verklaren voor de bedreiging. De enige getuigenis kwam van een meldster die geen aangifte had gedaan. Ook voor de diefstal van de scooter ontbrak bewijs, zoals een aangifte van diefstal. Het enkele feit dat het VIN-nummer van de motorfiets was verwijderd, was niet voldoende om aan te nemen dat deze van diefstal afkomstig was.

Daarom sprak het Gerecht de verdachte vrij van beide tenlastegelegde feiten en gelastte de teruggave van de in beslag genomen motorfiets en mobiele telefoons aan de verdachte. Dit vonnis werd uitgesproken door rechter mr. H.G. Eskes, bijgestaan door zittingsgriffier mr. R.J. Gras, op 19 juni 2020.

Uitspraak

Parketnummer: 555.00051/20

Uitspraak: 19 juni 2020 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[VERDACHTE],

geboren op [geboorte datum] 1990 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], [adres].
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 19 juni 2020. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. U.F. Dickens, advocaat in Curaçao.
De officier van justitie, mr. C.J.W.M. Janssen, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 240 dagen met aftrek van het voorarrest, waarvan 144 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht. Zijn vordering behelst voorts de verbeurdverklaring van de in beslag genomen motorfiets.
De raadsman heeft primair bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde en subsidiair een strafmaatverweer gevoerd.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd:
1.
dat hij op of omstreeks 26 februari 2020 te Curaçao, tezamen en in vereniging, [slachtoffer] en zijn vrouw heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met mishandeling met gebruikmaking van wapenen als bedoeld bij het tweede lid van artikel 1 van de Wapenverordening 1931 en/of met brandstichting,
immers heeft hij, verdachte, opzettelijk dreigend (tijdens een discussie tussen derden) een vuurwapen, al dan niet in opdracht van de tegenpartij, tevoorschijn heeft gehaald,
en/of (daarbij) genoemde [slachtoffer] en zijn vrouw dreigend de woorden toegevoegd: "Saka pipa riba bosnan", vrije vertaling: ''een vuurwapen trekken op jullie", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, en/of
(daarbij) een vuurwapen heeft getrokken en/of
dreigend tegen hun heeft/hebben gezegd om geen politie in te schakelen en/of bedreigd/afgeperst om hun 10.000 gulden te geven, anders zou hun auto in brand gestoken worden", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
(Artikel 2:255 Wetboek van Strafrecht)
2.
dat hij op of omstreeks 26 februari 2020, althans in de maand februari 2020 te Curaçao, een motorfiets (scooter) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat/die scooter wist of begreep, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;

(artikel 2:397-1a/399-1a Wetboek van Strafrecht)

subsidiair, althans indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring zou leiden,
dat hij op of omstreeks 26 februari 2020, althans in de maand van februari 2020 te Curaçao, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een scooter, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een derde, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
(artikel 2:288 Wetboek van Strafrecht)
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Vrijspraak
Het Gerecht is van oordeel dat het bewijs tekortschiet om te kunnen vaststellen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 ten laste gelegde. Het Gerecht overweegt daartoe, dat de beweerde bedreiging slechts steun vindt in de verklaring van de door de politie gehoorde meldster, die van die bedreiging bovendien geen aangifte heeft gedaan. Ander bewijs, dat de bedreigende bewoordingen zouden zijn gebruikt of een vuurwapen zou zijn getoond, ontbreekt. De verdachte zal daarom van dit feit worden vrijgesproken.
Het Gerecht is eveneens van oordeel dat het bewijs tekortschiet om te kunnen vaststellen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 2 ten laste gelegde. Het Gerecht overweegt daartoe, dat het bewijs ontbreekt dat sprake is van een motorfiets die door misdrijf is verkregen. Zo ontbreekt een aangifte van diefstal van die motorfiets in het dossier. Het enkele feit dat het VIN-nummer is verwijderd, is onvoldoende om aan te nemen dat de motorfiets van diefstal afkomstig is. De verdachte zal daarom ook van dit feit worden vrijgesproken.
In beslag genomen voorwerpen
Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven wit gelakte T-Max (motorfiets) en de twee in beslag genomen mobiele telefoons van het merk "iPhone Apple". Deze voorwerpen behoren toe aan de verdachte. De verdachte is vrijgesproken van de tenlastelegging. Het Gerecht zal daarom de teruggave aan de verdachte gelasten.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaartniet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 en 2 ten laste is gelegd en
spreekthem daarvan
vrij;
gelastde
teruggaveaan de verdachte van de onder hem in beslag genomen wit gelakte T-Max (motorfiets) en de twee in beslag genomen mobiele telefoons van het merk "iPhone Apple".
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. H.G. Eskes, bijgestaan door mr. R.J. Gras, zittingsgriffier, en op 19 juni 2020 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Curaçao.
uitspraakgriffier: