ECLI:NL:OGEAC:2020:192

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
18 maart 2020
Publicatiedatum
13 augustus 2020
Zaaknummer
500.00305/19
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan gewapende overval met geweld in Curaçao

Op 18 maart 2020 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplichtigheid aan een gewapende overval. De overval vond plaats op 18 juli 2019, waarbij de slachtoffers, werkzaam voor een sigarettenleverancier, onder bedreiging van vuurwapens werden beroofd van hun persoonlijke eigendommen en een bestelbus met sigaretten ter waarde van ongeveer NAF 40.000. De verdachte werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. A.N. Sulvaran, terwijl de officier van justitie, mr. E.V.A. Bos, een gevangenisstraf van zeven jaren eiste. Tijdens de rechtszitting werd vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De verdachte werd vrijgesproken van de feiten 1 primair en 2, omdat er onvoldoende wettig bewijs was voor medeplegen. Het Gerecht oordeelde dat de bijdrage van de verdachte aan de overval niet van voldoende gewicht was om te spreken van medeplegen. Wel werd de verdachte medeplichtig geacht aan de overval, wat resulteerde in een bewezenverklaring van het subsidiaire feit. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertig maanden, waarvan een gedeelte voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden voor reclassering. Het vonnis werd uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

Parketnummer: 500.00305/19

Uitspraak: 18 maart 2020 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[VERDACHTE],

geboren op [geboortedatum] 1999 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats],
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Curaçao.
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 26 februari 2020. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. A.N. Sulvaran, advocaat in Curaçao.
De officier van justitie, mr. E.V.A. Bos, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder de feiten 1 primair en 2 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren met aftrek van voorarrest.
De raadsvrouw heeft een bewijsverweer en een strafmaatverweer gevoerd.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting – ten laste gelegd dat:
1.
primair:
hij op of omstreeks 18 juli 2019, althans in of omstreeks de maand juli 2019, in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een motorvoertuig (merk Toyota, met kenteken [kenteken nummer 1] en/of twee portemonnees, inhoudende contante geldbedragen van ongeveer NAF 1000 en of NAF 259 en/of twee ID bewijzen en/of een SVB/dokterskaarten en/of rijbewijzen en/of een bankkaart en/of een mobiele telefoon en/of een geldbedrag van ongeveer NAF 40.000 en/of een grote hoeveelheid sloffen met pakjes sigaretten, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s), hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren en/of
met het oogmerk om zichzelf en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een motorvoertuig (merk Toyota, met kenteken [kenteken nummer 1]) en/of twee portemonnees, inhoudende contante geldbedragen van ongeveer NAF 1000 en of NAF 259 en/of twee ID bewijzen en/of een SVB/dokterskaarten en/of rijbewijzen en/of een bankkaart en/of een mobiele telefoon en/of een geldbedrag van ongeveer NAF 40.000 en/of een grote hoeveelheid sloffen met pakjes sigaretten, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit:
  • het met kracht uit het motorvoertuig trekken van die [benadeelde partij 2] en/of vervolgens op de grond gooien, en/of
  • een of meerdere vuurwapen(s), althans (een) soortgelijk(e) voor bedreiging of afdreiging geschikt voorwerp(en) tonen aan die [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 1] en/of gericht houden op het hoofd althans het lichaam van die [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 1] en/of
  • op agressieve en/of dreigende toon tegen die [benadeelde partij 1] te zeggen: “geef me alles”, althans woorden van gelijke strekking;
  • met een aanmerkelijke snelheid met het voorwiel van het motorvoertuig over het been, althans de voet van die [benadeelde partij 2] rijden, tengevolge van welk bovenomschreven feit [benadeelde partij 2], zwaar lichamelijk letsel, te weten letsel en/of een fractuur aan zijn been althans voet heeft bekomen;
subsidiair:
dat [medeverdachte 1] en/of twee (onbekende) daders op of omstreeks 18 juli 2019, althans in of omstreeks de maand juli 2019, in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een motorvoertuig (merk Toyota, met kenteken [kenteken nummer 1]) en/of twee portemonnees, inhoudende contante geldbedragen van ongeveer NAF 1000 en of NAF 259 en/of twee ID bewijzen en/of een SVB/dokterskaarten en/of rijbewijzen en/of een bankkaart en/of een mobiele telefoon en/of een geldbedrag van ongeveer NAF 40.000 en/of een grote hoeveelheid sloffen met pakjes sigaretten, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s), hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren en/of
met het oogmerk om zichzelf en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een motorvoertuig (merk Toyota, met kenteken [kenteken nummer 1]) en/of twee portemonnees, inhoudende contante geldbedragen van ongeveer NAF 1000 en of NAF 259 en/of twee ID bewijzen en/of een SVB/dokterskaarten en/of rijbewijzen en/of een bankkaart en/of een mobiele telefoon en/of een geldbedrag van ongeveer NAF 40.000 en/of een grote hoeveelheid sloffen met pakjes sigaretten, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit:
  • het met kracht uit het motorvoertuig trekken van die [benadeelde partij 2] en/of vervolgens op de grond gooien, en/of
  • een of meerdere vuurwapen(s), althans (een) soortgelijk(e) voor bedreiging of afdreiging geschikt voorwerp(en) tonen aan die [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 1] en/of gericht houden op het hoofd althans het lichaam van die [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 1] en/of
  • op agressieve en/of dreigende toon tegen die [benadeelde partij 1] te zeggen: “geef me alles”, althans woorden van gelijke strekking;
  • met een aanmerkelijke snelheid met het voorwiel van het motorvoertuig over het been, althans de voet van die [benadeelde partij 2] rijden, tengevolge van welk bovenomschreven feit [benadeelde partij 2], zwaar lichamelijk letsel, te weten letsel en/of een fractuur aan zijn been althans voet heeft bekomen;
tot het plegen van welk bovenomschreven misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 18 juli 2019, althans in of omstreeks de maand juli 2019, te Curaçao, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of tot het plegen van welk bovenomschreven misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 18 juli 2019, althans in of omstreeks de maand juli 2019 te Curaçao, opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, hebbende hij, verdachte:
  • zich (na telefonisch overleg en op verzoek van [medeverdachte 1]) gepositioneerd op een locatie alwaar hij de slachtoffers goed kon zien;
  • vervolgens de slachtoffers geobserveerd en/of informatie met betrekking tot de kenmerken waaraan de slachtoffers herkend konden telefonisch heeft doorgegeven aan [medeverdachte 1];
  • de slachtoffers na het verlaten van de eerdere locatie met de auto gevolgd en/of vervolgens hun verblijfplaats en rijrichting doorgegeven aan [medeverdachte 1] en/of
  • op de uitkijk gestaan bij de locatie waar de overval heeft plaatsgevonden;
meer subsidiair:
dat hij in of omstreeks de periode van de periode van 18 juli 2020 tot en met 27 augustus 2019 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een hoeveelheid (dozen met daarin) sloffen met sigaretten en/of portemonnees en/of mobiele telefoon(s) en/of een geldbedrag heeft verworven, voorhanden heeft gehad en /of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat/die sloffen sigaretten en of portemonnees en/of mobiele telefoon en/of en geldbedrag wist of begreep, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
2.
dat hij op of omstreeks 18 juli 2019, althans in of omstreeks de maand juli 2019, in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen voorhanden heeft gehad één of meer vuurwapen(s), in elk geval (een) soortgelijk(e) voor bedreiging of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en), in de zin van de Vuurwapenverordening 1930.
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Vrijspraak van feit 1 primair en feit 2
Het Gerecht is van oordeel dat voor het onder de feiten 1 primair en 2 ten laste gelegde onvoldoende wettig bewijs voorhanden is. Het Gerecht overweegt daartoe als volgt.
Het bewijs schiet volgens het Gerecht tekort om te kunnen vaststellen dat sprake is van medeplegen.
Voor medeplegen van een strafbaar feit in de zin van artikel 1:123, eerste lid, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafrecht is vereist dat de verdachte daartoe met een of meer andere personen nauw en bewust samenwerkt. De kwalificatie medeplegen is slechts dan gerechtvaardigd als de bewezen verklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is. De bijdrage van de medepleger zal in de regel worden geleverd tijdens het begaan van het strafbare feit in de vorm van een gezamenlijke uitvoering van het feit, maar de bijdrage kan ook zijn geleverd in de vorm van verschillende gedragingen voor en/of tijdens en/of na het strafbare feit. Bij de vorming van zijn oordeel dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, kan de rechter rekening houden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip, waarbij aan het zich niet distantiëren op zichzelf geen grote betekenis toekomst.
Een geringe rol of het ontbreken van enige rol in de uitvoering van het delict zal moeten worden gecompenseerd, bijvoorbeeld door een grote(re) rol in de voorbereiding.
Tijdens een lopend opsporingsonderzoek “Mac” tegen de medeverdachte [medeverdachte 1] blijkt dat [medeverdachte 1] op 20 juni 2019 van de telefoonaansluiting +5999 [tel. nr. 1] gebruik maakt. In een aantal opgenomen telefoongesprekken tussen 18 juli 2019 om 11:10:04 uur en 18 juli 2019 om 13:01:47 uur waarin [medeverdachte 1], bijgenaamd “[bijnaam medeverdachte 1]” (Y) contact heeft met telefoonnummer +5999 [tel. nr. 2] dat in gebruik is bij de verdachte [1] , bijgenaamd “[bijnaam verdachte]” (V), wordt onder andere het volgende gesproken:
- ‘ volg hem/hen tot [naam plaats 1]’ (Y, 12:19:02);
- ‘ crème shirt hebben ze’ (V, 12:43:04);
- ‘ het volgen van een witte bestelwagen’ (V, 12:43:04); ‘bestudeer men/ hou men in de gaten en laat me weten’ (Y, 12:43:04);
- ‘ zonet had die ene ongeveer 400 gulden bij de mensen hier genomen en die Van is helemaal vol van die ding’ (V, 12:52:24);
- ‘ Hey ik ben achter hen richting het oosten. Ik ben je woning voorbij gereden’ (V, 12:56:13); ‘stop naast hen, stap uit en koop iets daarbinnen. We komen aan’ (Y, 12:56:13);
- ‘ ze staan nu bij [naam plaats 1], bij de Chinees. Ik ben doorgereden en zal iets verderop terugkeren. Nu ga ik terugkeren’ (V, 12:58:57);
- ‘ jullie zijn zonder berouw, respect, respect… Schuil goed’ (V, 13:01:47).
Op 18 juli 2019 omstreeks 13:00 uur vindt een overval plaats op [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 1] [2] die voor het bedrijf [benadeelde partij 3] werkzaam zijn. Nadat de slachtoffers bij minimarket “[naam minimarket 1]” te [naam plaats 2] sigaretten hadden verkocht, arriveren zij bij de Chinese minimarket “[naam minimarket 2]” alwaar zij onder bedreiging van vuurwapens door twee of drie mannen gekleed in legerkleding worden beroofd van persoonlijke eigendommen alsmede van hun bestelwagen geladen met dozen sigaretten ter waarde van ongeveer NAf. 40.000, -. Bij het wegrijden met de bestelwagen rijden de daders over het been van [benadeelde partij 2]. Tijdens het opnemen van de aangifte diezelfde dag om 15:30 uur constateren de verbalisanten dat beide slachtoffers een crème shirt aan hebben.
De tapgesprekken en de aangiftes vinden steun in de videobeelden van [naam minimarket 2] [3] waarop te zien is dat de aangevers crèmekleurige shirts droegen, dat er dozen in de bestelwagen lagen en dat de bestelwagen wit is. Ook bevestigen videobeelden van [naam minimarket 1] minimarket [4] dat de witte bestelbus van de slachtoffers daar eerder was gestopt om sigaretten af te leveren. Voorts ondersteunen de verkeersgegevens [5] van de telefoonnummers van [medeverdachte 1] en van de verdachte dat beiden zich in [naam plaats 2] en vervolgens (na)bij [naam minimarket 2] hebben bevonden op tijdstippen voorafgaand en ten tijde van de overval.
In opgenomen telefoongesprekken op 18 juli 2019 na het tijdstip van de overval heeft [medeverdachte 1] wederom contact met de verdachte over het elkaar ontmoeten. Op 19 juli 2019 wordt op het telefoonnummer van de verdachte twee keer ingebeld door een nummer waarvan ambtshalve bekend is dat het een vast aansluitingsnummer is van de Sentro di Detenshon i Korekshon di Korsou. Uit die twee gesprekken kan worden afgeleid dat de verdachte boos is (op zichzelf) onder meer over het feit dat hij zelf niet is uitgestapt en dat hij niets heeft gekregen.
Op 19 juli 2019 houdt de verdachte op met het gebruik van nummer +5999 [tel. nr. 2] en neemt hij een nieuw nummer in gebruik +5999 [tel. nr. 3]. In een gesprek dat de verdachte op 7 augustus 2019 voert met een onbekend nummer laat hij zich uit over ‘de kleine man’ – waarmee zeer vermoedelijk [medeverdachte 1] wordt bedoeld – die aan het hoofd staat van een groepering en de buit voor zichzelf houdt.
De rol van de verdachte die uit het voorgaande kan worden afgeleid ziet in de kern genomen op het volgen van de slachtoffers voorafgaand aan de overval en het daarbij telkens doorgeven aan [medeverdachte 1] van hun positie en hun uiterlijke kenmerken alsmede van de kenmerken en de lading van de bestelwagen van de slachtoffers. De contacten die de verdachte heeft gehad na afloop van de overval zijn niet van dien aard dat zij wijzen op een rol in de afhandeling van de overval. Alles afwegende acht het Gerecht de bijdrage van de verdachte voorafgaand aan het feit niet van een zodanig grote orde dat die het ontbreken van een bijdrage aan de uitvoering van het feit compenseert. Er is dus geen sprake van medeplegen en de
verdachte zal daarom van het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 subsidiair is ten laste gelegd, met dien verstande dat:
1. subsidiair:
dat [medeverdachte 1] en/of twee (onbekende) daders op
of omstreeks18 juli 2019
, althans in of omstreeks de maand juli 2019,in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een motorvoertuig (merk Toyota, met kenteken [kenteken nummer 1]) en
/of twee portemonnees, inhoudende contante geldbedragen van ongeveer NAF 1000
,=en
ofNAF 259
,=en
/oftwee ID bewijzen en
/ofeen SVB-pas/dokterskaarten en
/ofrijbewijzen en
/ofeen bankkaart en
/of een mobiele telefoon en
/of een geldbedrag van ongeveer NAF 40.000,=en/ofeen grote hoeveelheid sloffen met pakjes sigaretten,
in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld en
/ofgevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
/ofgemakkelijk
erte maken en
/ofom bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s), hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren
en/of
met het oogmerk om zichzelf en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een motorvoertuig (merk Toyota, met kenteken [kenteken nummer 1]) en/of twee portemonnees, inhoudende contante geldbedragen van ongeveer NAF 1000 en of NAF 259 en/of twee ID bewijzen en/of een SVB/dokterskaarten en/of rijbewijzen en/of een bankkaart en/of een mobiele telefoon en/of een geldbedrag van ongeveer NAF 40.000 en/of een grote hoeveelheid sloffen met pakjes sigaretten, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit:
  • het met kracht uit het motorvoertuig trekken van die [benadeelde partij 2] en
  • een ofmeerdere vuurwapen
    (s
    ), althans (een) soortgelijk(e) voor bedreiging of afdreiging geschikt voorwerp(en)tonen aan die [benadeelde partij 2] en
    /of[benadeelde partij 1] en
    /ofgericht houden op het hoofd
    althans het lichaamvan die [benadeelde partij 2] en
    /of[benadeelde partij 1] en
    /of
  • op agressieve en/of dreigende toon tegen die [benadeelde partij 1] te zeggen: “geef me alles”, althans woorden van gelijke strekking;
  • met een aanmerkelijke snelheidmet het voorwiel van het motorvoertuig over het been
    , althans de voetvan die [benadeelde partij 2] rijden, tengevolge van welk bovenomschreven feit [benadeelde partij 2]
    , zwaar lichamelijk letsel, te wetenletsel
    en/of een fractuuraan zijn been
    althans voetheeft bekomen;
tot het plegen van welk bovenomschreven misdrijf hij, verdachte, op
of omstreeks18 juli 2019,
althans in of omstreeks de maand juli 2019,te Curaçao,
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of tot het plegen van welk bovenomschreven misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 18 juli 2019, althans in of omstreeks de maand juli 2019 te Curaçao,opzettelijk
gelegenheid en/of middelen en/ofinlichtingen heeft verschaft, hebbende hij, verdachte:
  • zich (na telefonisch overleg en op verzoek van [medeverdachte 1]) gepositioneerd op een locatie alwaar hij de slachtoffers goed kon zien
  • vervolgens de slachtoffers geobserveerd en/of informatie met betrekking tot de kenmerken waaraan de slachtoffers herkend konden
  • de slachtoffers na het verlaten van de eerdere locatie met de auto gevolgd en/of vervolgens hun verblijfplaats en rijrichting doorgegeven aan [medeverdachte 1].
  • op de uitkijk gestaan bij de locatie waar de overval heeft plaatsgevonden.
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkorte vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door het Gerecht gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het vonnis. Deze aanvulling zal vervolgens aan het vonnis worden gehecht.
Bewijsoverwegingen
Zoals hiervoor onder het kopje ‘vrijspraak van het onder feit 1 primair en 2 tenlastegelegde’ reeds is overwogen is geen sprake van medeplegen. Wel duiden de genoemde feiten en omstandigheden erop dat de verdachte medeplichtig is geweest tot het plegen van de overval.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het feit 1 subsidiair bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:289 en 2:291 juncto artikel 1:124 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
Medeplichtigheid tot diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijker te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) de vlucht mogelijk te maken en het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
In dat verband kan aansluiting worden gezocht bij de oriëntatiepunten straftoemeting, waarin het gebruikelijke rechterlijke straftoemetingsbeleid van het Hof en de Gerechten in eerste aanleg zijn neerslag heeft gevonden. Daarin wordt voor een “atrako” met dreiging van een vuurwapen, als indicatie een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren gegeven. Als strafverzwarende omstandigheid geldt de toepassing van geweld.
De verdachte is medeplichtig geweest aan een gewapende overval op twee leveranciers van sigaretten. Onder bedreiging van vuurwapens en met toepassing van geweld zijn daarbij persoonlijke eigendommen en een bestelbus met daarin sigaretten ter waarde van ongeveer Naf 40.000, - buit gemaakt. Bij het wegrijden zijn de daders met de weggenomen bestelbus over het been van een van de slachtoffers gereden. Een schokkend feit, dat bovendien op klaarlichte dag op straat heeft plaatsgevonden. Slachtoffers van een dergelijk delict ondervinden doorgaans nog lange tijd psychische gevolgen. Een feit als het onderhavige wakkert gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving aan. De verdachte heeft met zijn proceshouding aangetoond dat de gevolgen van zijn handelen hem koud laten.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Ten voordele van de verdachte weegt mee dat hij een blanco strafblad heeft en zijn nog jeugdige leeftijd.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, en na het advies van de reclassering gelezen te hebben, tot de slotsom gekomen dat na te noemen deels voorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:19, 1:20, 1:21, 1:22, 1:125 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder de feiten 1 primair en 2 ten laste is gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair ten laste gelegde feit heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
40 (veertig) maanden;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van deze straf een gedeelte, groot
10 (tien) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd, van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of gedurende die proeftijd de hierna te melden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd:
- dat de verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen, te geven door of namens de Stichting Reclassering Curaçao, zulks zolang deze instelling dat gedurende de proeftijd nodig oordeelt;
geeft de reclassering opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. G. Edelenbos, bijgestaan door mr. C. Bernsen, zittingsgriffier, en op 18 maart 2020 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Curaçao.
uitspraakgriffier:

Voetnoten

1.Proces-verbaal van bevinding d.d. 18 augustus 2019 betreffende onderzoeksbevindingen inzake voorbereiden en uitvoeren diefstal met geweld gepleegd te [naam minimarket 2].
2.Processen-verbaal van aangifte d.d. 18 juli 2019
3.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 augustus 2019 betreffende camerabeelden “[naam plaats 1]”
4.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 augustus 2019 betreffende camerabeelden “[naam minimarket1] Minimarket”
5.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 september 2018 betreffende analyse van de verkeersgegevens van aansluitnummers [tel. nr. 1], [tel. nr. 2], [tel. nr. 4] en [tel. nr. 5]