ECLI:NL:OGEAC:2020:182

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
17 juli 2020
Publicatiedatum
24 juli 2020
Zaaknummer
CUR201902352
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van de optieverklaring tot verkrijging van het Nederlanderschap op basis van samenwoonvereiste

In deze zaak heeft eiseres, een Dominicaanse vrouw, beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar optieverklaring tot verkrijging van het Nederlanderschap door de Gouverneur van Curaçao. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat eiseres en haar echtgenoot niet op hetzelfde adres stonden ingeschreven, wat volgens de voorwaarden van haar verblijfsvergunning noodzakelijk was. Eiseres had op 7 november 2018 een verzoek ingediend voor het verkrijgen van het Nederlanderschap, maar de Gouverneur weigerde dit omdat eiseres niet voldeed aan de vereiste van vijftien jaren onafgebroken toelating binnen het Koninkrijk. Eiseres heeft bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. Tijdens de zitting op 8 juli 2020 was eiseres aanwezig, bijgestaan door een gerechtstolk, terwijl de verweerder niet verscheen. Het Gerecht heeft vastgesteld dat er twijfels bestonden over de feitelijke samenwoning van eiseres en haar echtgenoot in de relevante periode, en dat eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat zij aan de voorwaarden voldeed. Het Gerecht heeft daarom de afwijzing van de optieverklaring bevestigd en het beroep ongegrond verklaard.

Uitspraak

Uitspraak van 17 juli 2020
Zaaknummer: CUR201902352
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (LAR) van:
[eiseres], wonende te Curaçao (hierna: eiseres),
gericht tegen:
DE GOUVERNEUR VAN CURAÇAO, zetelend in Curaçao (hierna: verweerder),
gemachtigde: mr. P.T. Benschop.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Bij beschikking van 15 februari 2019 heeft verweerder geweigerd de door eiseres afgelegde optieverklaring tot verkrijging van het Nederlanderschap te bevestigen (hierna: de afwijzing).
1.2
Eiseres heeft op 26 februari 2019 daartegen bezwaar gemaakt.
1.3
Verweerder heeft bij beschikking van 31 mei 2019 het bezwaar ongegrond verklaard.
1.4
Eiseres heeft op 4 juli 2019 tegen deze beschikking op bezwaar beroep ingesteld bij dit Gerecht. Eiseres heeft daarvoor een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 150.
1.5
Verweerder heeft op 5 augustus 2019 een verweerschrift ingediend.
1.6
De zitting heeft plaatsgevonden op 8 juli 2020. Eiseres is verschenen. Zij is bijgestaan door een gerechtstolk Spaans. Namens verweerder is zonder bericht niemand verschenen. Verweerder is bij e-mailbericht van 16 juni 2020 uitgenodigd voor de zitting. Dit bericht is gestuurd naar het werkmailadres van verweerders gemachtigde. Het Gerecht gaat daarom ervan uit dat verweerder op regelmatige wijze is uitgenodigd voor de zitting.

2.FEITEN

2.1
Eiseres is geboren op 16 april 1947 en heeft de Dominicaanse nationaliteit.
2.2
Bij beschikking van 10 november 2000 is aan eiseres een vergunning tot verblijf bij partner verleend. Deze vergunning is telkens verlengd tot 7 december 2011. Aan die vergunningen is onder meer de voorwaarde verbonden dat eiseres samenwonend dient te zijn met haar partner [partner], die de Nederlandse nationaliteit heeft. Op de vergunningen is steeds vermeld dat wanneer de aan de verblijfsvergunning verbonden voorwaarden niet langer worden nagekomen, de betrokkene geacht wordt niet te zijn toegelaten.
2.3
Op 30 september 2009 is eiseres gehuwd met [partner].
2.4
Bij beschikking van 14 september 2011 is aan eiseres een vergunning tot verblijf voor onbepaalde tijd verleend.
2.5
Volgens de bevolkingsadministratie staat eiseres sinds 5 februari 2001 ingeschreven op het adres [straatnaam 1] 59 en sinds 13 oktober 2005 op het adres [straatnaam 2] 29R. Sinds 20 september 2017 staat zij ingeschreven op het adres [straatnaam 2] 21.
2.6
De echtgenoot van eiseres staat vanaf 26 januari 1998 ingeschreven op het adres [straatnaam 3] 208. Pas in 2019 heeft hij zich ingeschreven op het adres [straatnaam 2] 21.
2.7
Op 7 november 2018 heeft eiseres een verzoek ingediend tot verkrijging van het Nederlanderschap (optieverklaring).
2.8
Verweerder heeft het verzoek van eiseres afgewezen omdat eiseres niet tenminste vijftien jaren onafgebroken toelating binnen het Koninkrijk heeft gehad. Volgens verweerder zijn de vergunningen tot verblijf bij de partner, verleend op de voorwaarde dat zij samenwonend dient te zijn met haar echtgenoot. Uit de bevolkingsadministratie blijkt volgens verweerder dat eiseres in de periode van 7 november 2003 tot 14 september 2011 niet met haar echtgenoot heeft samengewoond. Hierdoor heeft eiseres niet voldaan aan de tot 14 september 2011 in de vergunningen opgenomen voorwaarden en kan niet geacht worden dat eiseres toelating heeft tot Curaçao.

3.GESCHIL

In geschil is of verweerder terecht het verzoek heeft afgewezen. In het bijzonder is in geschil of eiseres en haar echtgenoot in de periode van 7 november 2003 tot 14 september 2011 hebben samengewoond. Eiseres beantwoordt deze laatste vraag bevestigend, verweerder ontkennend.

4.OVERWEGINGEN

4.1
Op grond van artikel 6, lid 1, letter h, Rijkswet op het Nederlanderschap (hierna: Rijkswet) verkrijgt de vreemdeling die de leeftijd van vijfenzestig jaar heeft bereikt en gedurende een onafgebroken periode van ten minste vijftien jaren toelating en hoofdverblijf heeft in het Europese deel van Nederland, Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba het Nederlanderschap na het afleggen van een daartoe strekkende schriftelijke optieverklaring.
4.2
Op grond van artikel 2, letter c, Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap (hierna: het Besluit) is de Gouverneur van Curaçao bevoegd tot het in ontvangst nemen van optieverklaringen.
4.3
Op grond van artikel 6, lid 3 Rijkswet beoordeelt de Gouverneur aan de hand van de overgelegde stukken de gronden waarop de verklaring berust. Indien aan de vereisten is voldaan, bevestigt hij schriftelijk de verkrijging van het Nederlanderschap.
4.4
Op grond van artikel 22, lid 1 Besluit onderzoekt de Gouverneur de verblijfsrechtelijke status van de optant.
4.5
De Directeur Toelatingsorganisatie van het Ministerie van Justitie heeft in een ‘Bericht omtrent toelating’ van 5 december 2018 verklaard dat eiseres een onafgebroken toelating heeft van 7 november 2003 tot heden in de voormalige Nederlandse Antillen en nu in het land Curaçao.
4.6
Op grond van artikel 6, lid 3 Rijkswet in samenhang met artikel 22, lid 1 Besluit, blijft de verantwoordelijkheid voor het zorgvuldig verrichten van het onderzoek naar de gronden waarop de optieverklaring berust, volledig bij verweerder berusten. Dit brengt onder meer mee dat als er een concreet aanknopingspunt is voor twijfel aan de juistheid of de volledigheid van het bericht omtrent toelating van de Toelatingsorganisatie, verweerder dat bericht niet zonder meer hoeft te volgen.
4.7
In het onderhavige geval heeft verweerder een dergelijk aanknopingspunt voor twijfel aannemelijk gemaakt. Uit de aard van de toelating van eiseres vloeit voort dat deze afhankelijk is van de feitelijke vraag of eiseres en haar echtgenoot op hetzelfde adres samenwonen. Uit een onderzoek in de bevolkingsadministratie is het verweerder gebleken dat eiseres en haar echtgenoot gedurende een zekere periode niet op hetzelfde adres stonden ingeschreven. Daarmee is een aanknopingspunt gebleken voor twijfel aan de juistheid en de volledigheid van het bericht omtrent toelating van de Toelatingsorganisatie. Dit betekent dat aan dit bericht geen doorslaggevende bewijskracht toekomt.
4.8
Nu twijfel bestaat omtrent de feitelijke vraag of eiseres en haar echtgenoot in de periode van 7 november 2003 tot en met 14 september 2011 hebben samengewoond, ligt het op de weg van eiseres als meest gerede partij om aannemelijk te maken dat zij gedurende voornoemde periode wel heeft samengewoond met haar echtgenoot op de adressen [straatnaam 1] 59 (tot 13 oktober 2005) en [straatnaam 2] 29R (tot 14 september 2011).
4.9
Eiseres heeft gesteld dat zij in die periode met haar echtgenoot heeft samengewoond. Ter onderbouwing van deze stelling heeft eiseres erop gewezen dat de nota’s van Aqualectra voor het adres [straatnaam 2] 21 sinds 2017 staan op de naam van haar echtgenoot. Het bewijs dat eiseres in de periode van 7 november 2003 tot en met 14 september 2011 heeft samengewoond met haar echtgenoot, kan echter niet worden ontleend aan nota’s uit het jaar 2017 ter zake van een ander adres. Eiseres is dus niet geslaagd in haar bewijslast.
4.1
Gelet op het vorenstaande mocht verweerder de conclusie trekken dat eiseres in de periode van 7 november 2003 tot en met 14 september 2011 niet kan worden geacht toelating tot Curaçao te hebben. Dit brengt mee dat eiseres niet heeft voldaan aan de in artikel 6, lid 1, letter h, Rijkswet neergelegde voorwaarde dat zij gedurende een onafgebroken periode van ten minste vijftien jaar toelating in Curaçao heeft gehad. Naar het oordeel van het Gerecht heeft verweerder dus terecht geweigerd de optieverklaring ter verkrijging van het Nederlanderschap van eiseres te bevestigen.
4.11
Gelet op het vorenstaande dient het beroep ongegrond te worden verklaard.

5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT

Het Gerecht ziet geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten of het griffierecht.

6.DE BESLISSING

Het Gerecht
-
verklaarthet beroep
ongegrond.
Deze uitspraak is gegeven door mr. A.J.H. van Suilen, rechter, en uitgesproken op 17 juli 2020, in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.N. Aswani.
De griffier, De rechter,
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
zes wekenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij het
Gemeenschappelijk Hof van Justitie.Zie hoofdstuk 5 LAR.