Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Ontvankelijkheid bezwaar
5.PROCESKOSTENVERGOEDING EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 1 juli 2020 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een bezwaar van belanghebbende tegen naheffingsaanslagen en verzuimboetes opgelegd door de Inspecteur der Belastingen. De naheffingsaanslagen zijn gedagtekend in 2008, 2009 en 2011, terwijl het bezwaarschrift pas op 24 augustus 2015 is ingediend, wat ruimschoots buiten de wettelijke termijn van twee maanden valt. Belanghebbende heeft geen omstandigheden aangevoerd die de termijnoverschrijding verschoonbaar maken, waardoor de Inspecteur de bezwaren terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.
De zaak betreft een beroep in belastingzaken, waarbij belanghebbende, een exploitant van een onderneming, bezwaar heeft gemaakt tegen de opgelegde naheffingsaanslagen en verzuimboetes. De Inspecteur heeft de bezwaren op 22 mei 2019 niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn. Belanghebbende heeft vervolgens op 19 juli 2019 beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting op 18 juni 2020. Het Gerecht heeft vastgesteld dat belanghebbende op regelmatige wijze is uitgenodigd voor de zitting.
De uitspraak concludeert dat het beroep ongegrond is, omdat de bezwaren van belanghebbende niet ontvankelijk zijn verklaard. Het Gerecht heeft geen aanleiding gezien voor een vergoeding van proceskosten of griffierecht. De beslissing is genomen door mr. dr. A.J.H. van Suilen, rechter, en is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.