Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Ontvankelijkheid beroep
5.PROCESKOSTENVERGOEDING EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 1 juli 2020 uitspraak gedaan over het beroep van een belanghebbende tegen de aanslagen inkomstenbelasting en premieheffing voor het jaar 2015. De belanghebbende, die in een woning woont waarvan zijn moeder de grond in erfpacht heeft, had in 2006 een hypothecaire lening afgesloten voor de uitbreiding van de woning. Voor het belastingjaar 2015 had hij renteaftrek aangevraagd, maar de Inspecteur der Belastingen weigerde deze omdat de belanghebbende geen eigenaar van de woning was. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslagen, maar het Gerecht oordeelde dat het beroep niet-ontvankelijk was omdat het beroepschrift buiten de wettelijke termijn was ingediend. Het Gerecht overwoog dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten. Daarnaast werd in de uitspraak ook ingegaan op de voorwaarden voor renteaftrek op basis van de Landsverordening op de inkomstenbelasting, waarbij werd vastgesteld dat de belanghebbende niet voldeed aan de vereisten voor het hebben van een eigen woning. De uitspraak concludeerde dat de Inspecteur de renteaftrek voor het jaar 2015 terecht had geweigerd en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenvergoeding.